In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van de opzegging van haar arbeidsovereenkomst door Fevents Personeelsprojecten B.V. [verzoekster] had primair verzocht om de opzegging te vernietigen en subsidiair om een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat Fevents geen toestemming van het UWV had verkregen en er geen redelijke grond voor opzegging aanwezig was. De opzegging werd vernietigd, waardoor de arbeidsovereenkomst in stand bleef en [verzoekster] recht had op loondoorbetaling. De kantonrechter stelde vast dat de referteperiode die [verzoekster] had gehanteerd voor de berekening van haar loonvordering niet representatief was en bepaalde dat de gemiddelde arbeidsomvang over heel 2019 als uitgangspunt moest dienen. Fevents werd veroordeeld tot betaling van het loon, wettelijke verhoging en proceskosten. De gevolgen van de coronamaatregelen werden niet als rechtvaardiging voor de opzegging geaccepteerd, aangezien Fevents gebruik had gemaakt van de NOW-regeling en de kantonrechter oordeelde dat de gevolgen van het schenden van de wettelijke ontslagregels voor rekening van Fevents kwamen.