Uitspraak
[verzoekster] ,
[verweerder] ,
mr. L. Stam,
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
- het verzoekschrift van de moeder, ingediend ter griffie op 1 oktober 2019;
- de correspondentie, waaronder met name:
primairvervangende toestemming te geven zodat de kinderen door de heer [naam] kunnen worden erkend en dat die erkenning op de Nederlandse geboorteaktes wordt bijgeschreven;
subsidiairin geval de rechtbank vindt dat op grond van internationaal
declaration of parentageaf te geven.
declaration of parentagegevraagd worden als de verklaring betrekking heeft op de vraag of de verzoeker de ouder is van de genoemde persoon, ofwel de genoemde persoon de ouder is van de verzoeker, ofwel een met naam genoemde persoon de andere ouder is van het genoemde kind van de verzoeker. Als dat niet het geval is, weigert de rechtbank de verklaring af te geven, tenzij de rechtbank overweegt dat de verzoeker een voldoende persoonlijk belang heeft bij de aanvraag. De rechtbank kan ook weigeren de verklaring af te geven als zij van mening is dat dit niet in het belang van het kind is.
declaration of parentagein zekere mate gelijk is aan een Nederlandse gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Op basis van de DNA-test is duidelijk dat de heer [naam] de biologische vader van de kinderen is. Zijn vaderschap dient daarom naar het oordeel van de rechtbank onder toepassing van het Engelse recht gerechtelijk te worden vastgesteld. Anders dan in Nederland het geval zou zijn, begrijpt de rechtbank dat ook een beoogd ouder zelf een verzoek tot declaration of parentage zou kunnen indienen. De rechtbank hecht in dit geval dan ook geen belang aan het gegeven dat in Nederland in zo’n geval eigenlijk de weg van erkenning eerst zou moeten worden bewandeld. Omdat de rechtbank het met de bijzondere curator in het belang van de kinderen acht dat de biologische vader ook als juridische vader op hun geboorteakte zal worden vermeld, zal de rechtbank het verzoek toewijzen.
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op
andere wijze bekend is geworden.