Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De beoordeling
vrouwis. Zij stellen tevens dat zij daarom verzoeken om het hoofdverblijf van [naam minderjarige] bij
hemte bepalen. In het door partijen op 2 juli 2020 ondertekende ouderschapsplan zijn partijen in artikel 2 overeengekomen dat [naam minderjarige] zijn hoofdverblijf heeft bij de moeder en op haar adres in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven zal staan. (…).
Bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam minderjarige]het volgende:
3.De beslissing
a. door de verzoeker en door de in de procedure verschenen wederpartij, binnen drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak
b. door de niet-verschenen wederpartij binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking aan hem in persoon dan wel binnen drie maanden nadat zij op andere wijze is betekend en overeenkomstig artikel 820 lid 2 Rv openlijk bekend is gemaakt.