Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[Betrokkene] ,hierna mede te noemen: de betrokkene,
raadsman: mr. J.J.M. Cliteur.
De procedure
- een verzoek van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch van 15 oktober 2019, ter griffie ingekomen op 16 oktober 2019;
- een op 10 oktober 2019 ondertekende en met redenen omklede geneeskundige verklaring van de geneesheer-directeur van bovengenoemd psychiatrisch ziekenhuis;
- een behandelingsplan d.d. 10 oktober 2019 en de voortgangsrapportage, waaronder de medische aantekeningen;
- een schrijven van mr. J.J.M. Cliteur, ter griffie ingekomen op 27 januari 2020;
- een e-mail met bijlage van de mentor van betrokkene d.d. 28 januari 2020.
mr. J.J.M. Cliteur verzocht om afwijzing van het verzoek tot het verlengen van de machtiging. De raadsman van betrokkene legt hieraan ten grondslag dat de second opinion nog altijd niet is afgegeven en er geen zicht is op het moment wanneer dat wel het geval zal zijn. De voor het toewijzen van het verzoek van de officier van justitie noodzakelijke stoornis van de geestvermogens van betrokkene kan derhalve door het ziekenhuis niet op adequate wijze worden onderbouwd, stelde de raadsman.