Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 december 2020 in de zaak tussen
[naam], te [vestigingsplaats] , gemachtigde: mr. J.J.J. de Rooij.
Procesverloop
Overwegingen
- Bij besluit van 10 december 2013 is een omgevingsvergunning verleend (activiteiten bouwen en milieu) voor uitbreiding van de staloppervlakte met ongeveer 2.650 m2 met een uitbreiding van 660 vleesvarkens, 422 zeugen en 6 dekberen op de locatie [adres] en [nummer] te [vestigingsplaats] . Dit besluit is op 5 februari 2015 onherroepelijk geworden.
- Bij brief van 26 oktober 2018 heeft eiseres verzocht de omgevingsvergunningen van 10 december 2013 in te trekken omdat de activiteiten waarop deze vergunning betrekking heeft niet zijn gerealiseerd.
- In het nadere besluit geeft verweerder aan dat deze inrichting een optimalisering en verdere verduurzaming van de bedrijfsvoering ter plaatse wil realiseren. Hiervoor is op 1 april 2019 een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en milieu. Het hiertegen ingestelde beroep is onlangs ingetrokken, waardoor de vergunning onherroepelijk is. Het betreft een revisievergunning.
- De eerder verleende omgevingsvergunning van 10 december 2013 is voor wat betreft de activiteit milieu vervallen op het tijdstip waarop de nieuwe omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden en hoeft niet meer ingetrokken te worden.
Feit is dat de in 2013 verleende toestemming voor het bouwen van de stallen niet is benut. Verweerder was bevoegd de omgevingsvergunning van 10 december 2013 voor de activiteit bouwen in te trekken. Verweerder is nog steeds bevoegd om dat te doen omdat deze toestemming niet van rechtswege is vervallen na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning van 1 april 2019. Verweerder heeft in het bestreden besluit noch het nadere besluit gemotiveerd waarom hij hiertoe niet is overgegaan. In zoverre slaagt het beroep. De rechtbank zal verweerder opdragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen twaalf weken na verzending van deze uitspraak.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit en tegen het nadere besluit, voor zover dit betrekking heeft op het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning van 10 december 2013 voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting niet- ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit en tegen het nadere besluit voor zover dit betrekking heeft op het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning van 10 december 2013 voor het bouwen van de stallen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en het nadere besluit voor zover dit betrekking heef op het verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning van 10 december 2013 voor het bouwen van de stallen;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak, binnen twaalf weken na verzending van deze uitspraak;