Op 18 december 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over de intrekking van omgevingsvergunningen. De eiseres, Stichting Groen Kempenland, had verzocht om intrekking van een aantal omgevingsvergunningen voor veehouderijen, omdat er volgens haar geen gebruik was gemaakt van deze vergunningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de milieuvereniging met meitellingen een begin van bewijs heeft geleverd voor haar verzoek om intrekking. De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden vernietigd, omdat het onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had onderkend dat er een omgevingsvergunning vereist was voor het houden van 200 geiten en dat er gedurende drie jaar geen dieren waren gehouden op het adres in kwestie. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twaalf weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 525,00. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.