Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 december 2020 in de zaak tussen
[bedrijf] ,gemachtigde mr. C.R. Jansen.
Procesverloop
Overwegingen
- Ten behoeve van de inrichting aan de [adres] is op 28 december 2000 een vergunning op basis van de Wet milieubeheer verleend voor het houden van 84 melkkoeien, 70 stuks vrouwelijk jongvee en 20 schapen in verschillende stallen aan [bedrijf] . Deze vergunning is per 1 oktober 2020 gelijkgesteld met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
- Het bedrijf is overgenomen door de derde-partij. Deze heeft ook een inrichting aan de [adres] . Beide bedrijven liggen op een afstand van ongeveer 400 meter.
- Eisers hebben op 26 oktober 2018 verzocht om intrekking van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder e of i, van de Wabo.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en het nadere besluit voor zover deze besluiten betrekking hebben op de inrichting aan de [adres] te [vestigingsplaats] ;
- verklaart het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit en het nadere besluit voor zover deze besluiten betrekking hebben op de inrichting aan de [adres] te [vestigingsplaats] ;
€ 525,00.