Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
in de zaak van
de RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, locatie Eindhoven,
[ongeboren baby] , hierna te noemen: de baby.
[de moeder] , hierna te noemen: (de) moeder,
Het procesverloop
- het verzoek van de raad van 20 november 2020, ingekomen bij de griffie op 20 november 2020;
- het rapport van de raad van 30 november 2020, ingekomen bij de griffie op 30 november 2020.
De feiten
Het verzoek
De standpunten tijdens de mondelinge behandeling
De beoordeling
Artikel 1:2 BW: als reeds geboren aanmerken?
Wat staat er in voor deze zaak relevante verdragsbepalingen en in de wet?
1. Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleden, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Beoordeling van het verzoek van de raad.
- een tijdelijke uithuisplaatsing moet er altijd op gericht zijn ouder en kind weer te herenigen. Hierbij dienen de belangen van het kind en die van de ouder tegen elkaar afgewogen te worden, waarbij de gezondheid en de ontwikkeling van het kind altijd voorop dienen te staan (vgl. § 92-93);
- het besluitvormingsproces rond de inmenging moet eerlijk te zijn; de moeder moet voldoende zijn betrokken in het besluitvormingsproces en aantoonbaar moet zijn dat sprake is geweest van een zorgvuldige beoordeling van de invloed van de genomen maatregel op de moeder en het kind, en van de mogelijke alternatieven (vgl. § 92-93);
- er dient sprake te zijn van "noodzaak" om de maatregel te nemen. Die noodzaak is er niet wanneer het alleen maar beter zou zijn voor het kind om in een andere omgeving te worden grootgebracht (vgl. § 94-95).
Artikel 1:275 BW: Benoeming voogd
De beslissing
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
's-Hertogenbosch