ECLI:NL:RBOBR:2020:6660

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 december 2020
Publicatiedatum
4 januari 2021
Zaaknummer
364515
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gunning van aanbesteding voor trapliften en geschil over inschrijving

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 december 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Otolift Trapliften B.V. en een gedaagde partij, die niet bij naam is genoemd. Otolift had deelgenomen aan een openbare Europese aanbestedingsprocedure voor de levering van trapliften, maar haar inschrijving werd niet gegund. De gedaagde partij had de opdracht voorlopig gegund aan Handicare B.V., wat Otolift betwistte. Otolift stelde dat Handicare niet voldeed aan de eisen van de aanbesteding, met name dat Handicare geen heavy-duty trapliften kon leveren voor personen met een gewicht tot 150 kg en dat Handicare niet in staat was om trapliften aan de spilzijde van de meest voorkomende trappen te plaatsen zonder bouwkundige aanpassingen.

De rechtbank heeft de argumenten van Otolift beoordeeld en geconcludeerd dat Handicare, hoewel zij geen heavy-duty liften uit eigen assortiment kon leveren, deze liften van een derde leverancier kon betrekken. Dit voldeed aan de eisen van de aanbesteding. De rechtbank oordeelde ook dat de eis dat een traplift aan de spilzijde zonder bouwkundige aanpassingen moest kunnen worden geplaatst, niet expliciet was gesteld in de aanbestedingsstukken. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Otolift afgewezen, wat betekent dat de gunning aan Handicare geldig bleef. Otolift werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor inschrijvers om duidelijk te zijn over hun mogelijkheden en de eisen van de aanbesteding, evenals de rol van de aanbestedende dienst in het verifiëren van inschrijvingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/364515 / KG ZA 20-667
Vonnis in kort geding van 22 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OTOLIFT TRAPLIFTEN B.V.,
gevestigd te Bergambacht
eiseres,
advocaat mr. J.H.J. Bax te Rotterdam,
tegen
[gedaagde]
,
zetelend te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.D.E. van den Heuvel en mr. M.G.G. van Nisselroij te Venlo.
Partijen zullen hierna Otolift en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 november 2020
  • de akte indiening producties van Otolift met producties 1 t/m 14
  • de bij brief van 7 december 2020 van de zijde van Otolift ingediende bijlages 1 t/m 3 waarvan bijlage 3 bestaat uit een akte indiening producties met producties 15 t/m 19
  • de pleitnota van Otolift
  • de pleitnota van [gedaagde]
  • de mondelinge behandeling die plaats vond op 7 december 2020, vanwege de maatregelen in verband met Covid-19 door middel van een verbinding via Skype.
1.2.
Ten slotte heeft de voorzieningenrechter bepaald dat uiterlijk op 4 januari 2021 vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
Op 11 september 2020 heeft [gedaagde] een Openbare Europese aanbestedingsprocedure aangekondigd (productie 1 van Otolift) voor de levering van trapliften, het na het einde van het gebruik verwijderen daarvan, en aanverwante dienstverlening. De looptijd van de met de opdrachtnemer te sluiten overeenkomst bedraagt vier jaar met tweemaal een optionele verlenging van één jaar.
2.2.
Gelijktijdig met de aankondiging (op 11 september 2020) heeft [gedaagde] de aanbestedingsleidraad (productie 2 van Otolift) gepubliceerd. In de aanbestedingsleidraad is – voor zover thans van belang – het volgende over de aanbesteding vermeld:
‘(…)
1.2.
Scope van de opdracht
(…)
De vraag bestaat uit:
 Het leveren en plaatsen van (standaard) opmaat gemaakt trapliften
- Rechte traplift
- Traplift met een enkele bocht
- Traplift met twee of meer bochten
 Het leveren en plaatsen van specifieke liften
- Trapliften aan spilzijde
- Trapliften voor personen > 125 kg
 Aanverwante dienstverlening
(…)

4.Programma van eisen

In dit hoofdstuk worden de specifieke eisen en voorwaarden benoemd waaraan een inschrijving moet voldoen.
(…)
4.2
Minimale eisen levering trapliften
De uitvraag bestaat uit het leveren, plaatsen, verwijderen van trapliften en aanverwante dienstverlening zoals het uitvoeren van reparaties en standaard onderhoud.
De trapliften dienen op maat te worden gemaakt en dienen aan alle Europese veiligheidsregels en normen te voldoen. Inschrijver dient dit aan te kunnen tonen bijv. CE-markering.
(…)
Aanpassingen aan woning ten behoeve van het plaatsen van een traplift tot € 500,- mogen zelfstandig worden uitgevoerd door leverancier. Indien de kosten van de aanpassing hoger is dan € 500,- dient eerst [gedaagde] akkoord te geven aan de leverancier. De levertijd mag maximaal 20 kalenderdagen beslaan.
De volgende trapliften worden uitgevraagd:
1. Rechte traplift
2. Traplift met een enkele bocht (max 90 graden)
3. Traplift met meerdere bochten
Om maatwerk te kunnen leveren wordt er ook een vaste prijs uitgevraagd voor
onderstaande liften. Deze zullen uitsluitend na goedkeuring van de Wmo-consulent
+ leidinggevende worden verstrekt:
4. Trapliften voor personen met een gewicht van > 125 kg (Heavy Duty)
5. Trapliften aan spilzijde
6. Onderhoudstarief (per uur)
(…)
4.2.2.
Bouwkundige werkzaamheden
In sommige situaties dient de ruimte waar de lift geplaatst wordt te worden aangepast. Bouwkundige aanpassingen zijn onder andere het aanleggen van een stroomvoorziening of het verplaatsen van een trapleuning. Voor bouwkundige aanpassingen onder de € 500,- is geen offerte nodig. Indien er voor het plaatsen van een traplift bouwkundige werkzaamheden boven de € 500,- exclusief btw (eventueel door derde) moeten plaatsvinden, dan zal opdrachtnemer hierover melding maken in de offerte en in overleg treden met [gedaagde] . (…)
(…)

6.Hoe beoordelen wij uw inschrijving ?

(…)
6.2
Toets op compleetheid
Zodra de kluis geopend is worden de inschrijvingen op volledigheid van bijgevoegde documenten getoetst. Wij toetsen vervolgens of er geen uitsluitingsgronden op u van toepassing zijn en of uw inschrijving voldoet aan het programma van eisen.
(…)’
2.3.
In de aanbestedingsleidraad is verder aangegeven dat gunning van de opdracht plaats vindt op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, waarbij prijs en kwaliteit ieder voor 50% mee tellen.
Het criterium ‘prijs’ is onderverdeeld in twee subgunningscriteria: de prijs voor nieuwe leveringen (max 45 punten) en het onderhoudstarief (max 5 punten).
Het criterium ‘kwaliteit’ is onderverdeeld in twee subgunningscriteria: de inhoud die wordt gegeven aan dienstverlening en partnerschap (max 20 punten) en de inhoud die wordt gegeven aan maatschappelijk verwantwoord ondernemen (max 30 punten).
2.4.
In twee nota’s van inlichtingen (producties 3 en 4 van Otolift) heeft [gedaagde] geantwoord op vragen die door de geïnteresseerde inschrijvers zijn gesteld terzake de aanbesteding over onder andere het programma van eisen. De in het kader van dit kort geding van belang zijnde vragen en de daarop gegeven antwoorden in de eerste nota van inlichtingen luiden als volgt:
‘(…)
Question
113095
Categorie 5 betreft een Traplift voor personen met een gewicht van > 125 kg (Heavy Duty). Wat dient het maximale draagvermogen van de heavy duty te bedragen?
Answer
De heavy duty traplift dient een draagvermogen te hebben van minimaal 150 kg tot maximaal 200 kg.
Question
112849
7. In uw aanbestedingsdocument onder paragraaf 4.2 formuleert u de minimale eisen die u stelt aan een traplift. Wij constateren deze eisen, naast de gestelde veiligheidsnormering (NEN:EN 81-40), zeer beperkt zijn. Dit zou kunnen betekenen dat een inschrijver kan inschrijven met een product dat wel voldoet aan de normering, maar waarvan de armleggers en voetensteun bijvoorbeeld niet opgeklapt kunnen worden. (…)
a. De standaard trapliften dienen een hefvermogen te hebben van minimaal 125 kg. Is [gedaagde] bereid dit als eis in het programma van eisen op te nemen?
b. De armleggers en voetensteun dienen opklapbaar te zijn. Is [gedaagde] bereid dit als eis in het programma van eisen op te nemen ?
c. De trapliften dienen te zijn voorzien van klembeveiliging. Klembeveiliging is een belangrijk onderdeel van elke traplift dat elke vorm van klemrisico’s voor de gebruiker voorkomt. (…) Wij gaan ervan uit dat u ook deze klembeveiliging eist ? Mocht dat niet zo zijn, dan ontvangen wij daarop graag uw toelichting.
(…)
e. Aangeboden trapliften dienen op, in [gedaagde] veel voorkomende trappen, geïnstalleerd te kunnen worden. Is [gedaagde] bereid dit als eis in het programma van eisen op te nemen ?
f. Aan de hand van de door [gedaagde] gestelde eisen is het voor [gedaagde] niet mogelijk te toetsen of inschrijvingen daaraan voldoen omdat de gemeenten niet weten welke trapliften zij kopen. Wij verzoeken de aanbestedende dienst dan ook dringend dat inschrijvers, middels een productportfolio, aangeven met welke type trapliften wordt ingeschreven. Gaat de aanbestedende dienst mee in dit verzoek ? (…)
Answer
De trapliften dienen te voldoen aan de NEN:EN 81-40 alsook:
Startblokkering die voorkomt dat de lift vertrekt voordat de gebruiker gaat zitten;
de klembeveiliging van de voetenplank en de beschermkappen;
de armleggers en voetensteun dienen opklapbaar te zijn;
een dubbele accu die dienst doet tijdens stroomuitval;
de aanwezigheid en het goed functioneren van een veiligheidsgordel en de installatie van een veilige rail waar geen kleding tussen kan haken.
Indien de NEN:EN81-40 wordt vervangen door een andere norm zal de nieuwe norm gaan gelden.
Het is toegestaan om aan het inschrijfbiljet een productportfolio te voegen. Hier mag uitsluitend informatie op staan die van toepassing is op de lift.
(…)
Question
112844
1. In uw aanbestedingsleidraad paragraaf 1.2 “Scope van de opdracht” geeft u aan dat een traplift aan de spilzijde geleverd moet kunnen worden. Kunnen wij ervan uit gaan dat inschrijver in staat moet zijn om zonder dat er sprake is van bouwkundige aanpassingen een traplift aan de spilzijde moet kunnen plaatsen op de meest voorkomende trappen binnen uw gemeente ?
Answer
Dat is akkoord.
Question
112845
2. In uw aanbestedingsleidraad wordt niet gesproken over de eisen die [gedaagde] stelt aan het maximale draagvermogen van een heavy duty traplift. U beperkt zich tot de inschrijving van meer dan 125 KG. Daarmee zou een traplift met een maximaal draagvermogen van 130 KG voldoen aan uw eis, hetgeen volstrekt onvoldoende waarde toevoegt in geval van obese patiënten. (…) Is [gedaagde] bereid om dit maximale draagvermogen van minimaal 150 KG als eis op te nemen ? Zo nee, kan [gedaagde] deze keuze dan toelichten ?
Answer
De heavy duty traplift dient een draagvermogen te hebben van minimaal 150 kg tot maximaal 200 kg.
De standaard liften dienen een draagvermogen te hebben tot maximaal 150 kg.
(…)’
In de tweede nota van inlichtingen werden (voor zover van belang) de volgende vragen gesteld en beantwoord.
Question
115279
Uw antwoord: “De heavy duty traplift dient een draagvermogen te hebben van minimaal 150 kg tot maximaal 200 kg. De standaard liften dienen een draagvermogen te hebben tot maximaal 150 kg”. Vraag: bij de meeste leveranciers is bedraagt standaard draagvermogen van een traplift maximaal 125 kg. Bij heavy duty traplift bedraagt het maximaal draagvermogen bij de meeste leveranciers maximaal 150 kg. Er zijn bijna geen trapliften met een draagvermogen tot 200 kg op de markt verkrijgbaar (met uitzonderling van een rechte traplift). Bent u bereid de eis aan te passen naar een standaard draagvermogen tot 125 kg voor de standaard trapliften en de het draagvermogen van de heavy duty traplift te bepalen op > 125 kg en < 150 kg. Zo nee, kunt u motiveren waarom u bewust leveranciers uitsluit van mogelijkheid tot inschrijving ?
Answer
Akkoord.
De gewone traplift dient een draagvermogen te hebben van maximaal 125 kg.
De heavy duty traplift dient een draagvermogen van maximaal 150 kg. te hebben.
(…)’.
2.5.
De uiterste inschrijfdatum was 6 oktober 2020 om 12.00 uur. Otolift heeft tijdig een geldige inschrijving ingediend.
2.6.
Bij brief van 9 oktober 2020 (productie 5 van Otolift) heeft [gedaagde] aan Otolift medegedeeld dat haar inschrijving na beoordeling daarvan niet heeft geleid tot gunning.
[gedaagde] heeft dit toegelicht met de mededeling dat zij in totaal drie inschrijvingen heeft ontvangen en dat beoordeling van die inschrijvingen heeft geleid tot de (voorlopige) gunning van de opdracht aan (één van de drie inschrijvende ondernemingen) Handicare B.V. (hierna: Handicare).
Uit het overzicht bij de toelichting op de beoordeling in de brief blijkt dat Otolift in het gunningscriterium Prijs in totaal 49,93 van de 50 punten heeft gescoord. In het gunningscriterium Kwaliteit heeft Otolift in totaal 30 van de 50 punten gescoord. Dit leidt tot een totaal van 79,93 punten. De inschrijving van Otolift is daarmee als nummer twee geëindigd. Handicare scoorde het hoogste aantal punten, in totaal 94,60.
2.7.
Naar aanleiding van de brief van [gedaagde] heeft Otolift zich op 15 oktober 2020 in een brief (productie 6 van Otolift) tot [gedaagde] gericht met – voor zover van belang – de volgende inhoud:
‘(…)
Wij waren echter verbaasd dat [gedaagde] besloot de opdracht voorlopig te gunnen aan Handicare. Gezien de inhoud van de afwijzingsbrief kunnen wij niet anders concluderen dan dat die beslissing niet juist is en niet op de juiste manier tot stand is gekomen. Dat lichten wij hierna verder toe.
Handicare voldoet niet aan het programma van eisen
In de aanbestedingsstukken zijn onder andere de volgende eisen gesteld:
 de leverancier moet trapliften kunnen leveren voor personen met een maximaal gewicht van 150 kg (zogenaamde heavy duty trapliften; paragraaf 4.2 van de aanbestedingsleidraad en vraag 115279 van de tweede nota van inlichtingen);
 de leverancier moet trapliften kunnen plaatsen aan de spilzijde van de meest voorkomende trappen, zonder dat er bouwkundige aanpassingen nodig zijn (paragraaf 4.2 van de aanbestedingsleidraad en vraag 112844 van de eerste nota van inlichtingen).
Blijkens de aanbestedingsleidraad moet de inschrijving op het moment dat die wordt ingediend aan het programma van eisen voldoen op straffe van ongeldigheid. Handicare voldoet echter niet aan deze eisen.
Dat blijkt uit het volgende.
Handicare levert geen heavy duty trapliften
Otolift is bekend met het assortiment van alle grote leveranciers van trapliften in Nederland, Waaronder ook Handicare. Het is Otolift daarom bekend dat Handicare geen trapliften levert voor personen met een maximaal gewicht van 150 kg. (…)
Gelet hierop kan Handicare niet uit eigen assortiment een traplift voor personen met een gewicht tot maximaal 150 kg leveren. De inschrijving van Handicare voldoet reeds daarom niet aan het programma van eisen en moet dus ongeldig worden verklaard.
Handicare levert geen trapliften aan de spilzijde van de meest voorkomende trappen in [gedaagde]
Otolift stelt vast dat meest voorkomende trap in Nederland in woningen een trap is met één of twee draaiingen/bochten erin. Dat is voor [gedaagde] niet anders. Wil een inschrijving voldoen aan het programma van eisen, dan moet de inschrijver dus een traplift kunnen leveren en plaatsen aan de spilzijde van een trap met één of meerdere draaiingen/bochten.
Wij stellen vast dat voor deze trappen [gedaagde] recentelijk meermaals bij Otolift een verzoek heeft ingediend om een traplift te plaatsen aan de spilzijde van de trap, terwijl Handicare op het moment van dat verzoek de gecontracteerde leverancier voor trapliften van [gedaagde] was. (…)
(…) De inschrijving van Handcare voldoet ook daarom niet aan het programma van eisen en moet dus ongeldig worden verklaard.
Conclusie over geldigheid inschrijving Handicare en verificatieplicht gemeente
Gezien het voorgaande staat vast dat Handicare een ongeldige inschrijving heeft ingediend, maar is er tenminste gerede twijfel bij de inschrijving van Handicare en de conformiteit daarvan aan het programma van eisen. [gedaagde] kan dan ook niet anders concluderen dan dat de inschrijving van Handicare ongeldig moet worden verklaard. (…)
Mocht [gedaagde] de inschrijving van Handicare desondanks niet ongeldig verklaren, dan moet [gedaagde] , gezien voornoemde informatie, de inschrijving van Handicare inhoudelijk verifiëren op conformiteit aan in ieder geval de genoemde twee eisen. (…)
Mocht [gedaagde] niet overgaan tot ongeldigverklaring van de inschrijving van Handicare en de opdracht niet alsnog gunnen aan Otolift, dan ontvang ik graag uiterlijk vrijdag 16 oktober 2020 voor 10.00 uur van u bericht waarin is beschreven
1) Op welke wijze Handicare meent te kunnen voldoen aan de is betreffende de levering van trapliften voor mensen met een gewicht tot maximaal 150 kg te kunnen leveren, waaronder, als van (het assortiment van) een derde/onderaannemer gebruik wordt gemaakt, de naam van die derde/onderaannemer; en
2) op welke wijze Handicare meent te kunnen voldoen aan de eis betreffende de levering en plaatsing van een traplift aan de spilzijde van een draaiende trap zonder bouwkundige aanpassingen, waaronder, als van (het assortiment van) een derde/onderaannemer gebruik wordt gemaakt, de naam van die derde/onderaannemer; en
3) op welke wijze [gedaagde] het voornoemde heeft onderzocht.
Volledigheidshalve wijs ik erop dat [gedaagde] , omdat er sprake is van gerede twijfel bij de inschrijving van Handicare, deze informatie op grond van de fundamentele beginselen van aanbestedingsrecht en gelet op artikel 2.113a Aanbestedingswet 2012 moet verstrekken aan Otolift.
(…)’
2.8.
Bij brief van 16 oktober 2020 (productie 8 van Otolift, door Otolift aangemerkt als ‘Afwijzingsbeslissing 2’) heeft [gedaagde] opnieuw aan Otolift medegedeeld dat haar inschrijving niet leidt tot gunning. In deze brief heeft [gedaagde] haar besluit/de beoordeling van de inschrijving van Otolift nader gemotiveerd.
2.9.
Bij brief van 23 oktober 2020 (productie 7 van Otolift) aan Otolift reageert [gedaagde] op de stelling van Otolift dat de inschrijving van Handicare ongeldig is. De brief heeft – voor zover van belang – de volgende inhoud:
‘(…)
Nader onderzoek
Uw brief heeft ons doen besluiten om ingevolge art. 113a Aanbestedingswet de door de winnend inschrijver verstrekte informatie en bewijsmiddelen te verifiëren. De verificatie dient te geschieden door de aanbestedende dienst. Wij hebben hiertoe de verstrekte productbeschrijvingen gecontroleerd en aanvullende vragen gesteld bij de winnend inschrijver.
Gelet op art. 2.57 Aanbestedingswet kunnen wij geen informatie van een winnend inschrijver verstrekken die mogelijk gebruikt kan worden om de mededinging te vervalsen. (…)
Handicare voldoet aan de in de aanbesteding gestelde eisen
Uit onze verificatie concluderen wij dat de winnend inschrijver voldoet aan de in de aanbesteding gestelde eisen.
Uw klacht heeft betrekking op twee aspecten. Ten eerste stelt u dat Handicare geen heavyduty liften uit eigen assortiment kan leveren. Dit is correct en wordt door Handicare niet betwist. Zij nemen liften af bij een derde die zij zelf installeren. De lift overtreft de eis dat deze geschikt moet zijn voor mensen met een gewicht tot maximaal 150 kg. (…)
Ten tweede geeft u aan dat Handicare geen trapliften aan de spilzijde van een draaiende trap kan leveren. Wij gaan ervan uit dat aangeboden trapliften op de in [gedaagde] veel voorkomende trappen geïnstalleerd kunnen worden. De niet standaard trapliften – specials – worden niet in deze aanbesteding meegenomen. (…) Handicare heeft bevestigd dat zij liften aan de spilzijde van de meest voorkomende trappen kunnen plaatsen en heeft hiervan productbeschrijvingen en een nadere toelichting verstrekt.
Het is correct dat wij bij u offertes voor liften hebben aangevraagd. Wij hebben bij deze aanbesteding voor het eerst liften aan de spilzijde uitgevraagd. Deze maakten geen onderdeel uit van onze vorige aanbesteding. Voorzover wij nu hebben kunnen nagaan hadden deze offertes geen betrekking op veelvoorkomende trappen maar op bijzondere situaties.
(…)’.
2.10.
Ten tijde van het publiceren van de aanbesteding door [gedaagde] bestond er een overeenkomst met betrekking tot het plaatsen van trapliften tussen [gedaagde] en Handicare die (een aantal jaren eerder was aangevangen en) liep tot 1 november 2020.
2.11.
Bij e-mailbericht van 21 april 2020 gericht aan Otolift (productie 11 deel 1 van Otolift) heeft een WMO-consulent van [gedaagde] gevraagd naar de mogelijkheden en – indien mogelijk – een offerte voor het plaatsen van een traplift in een thuissituatie aan de binnenzijde/spil van de trap.
2.12.
Bij e-mailbericht van 9 juli 2020 (productie 12 deel 1 van Otolift) van een medewerker van [gedaagde] gericht aan Otolift wordt een offerteverzoek gedaan voor het plaatsen van een traplift. In het bericht is medegedeeld dat eerst Handicare gevraagd is een offerte uit te brengen, maar dat Handicare heeft laten weten bij deze trap geen traplift te kunnen plaatsen. Uit de bij het e-mailbericht gevoegde bijlage (productie 12 deel 2 van Otolift) blijkt dat het gaat om een spillift.
2.13.
Als productie 18 heeft Otolift een e-mailbericht van 30 november 2020 overgelegd waarin aan haar wordt gevraagd een offerte te geven voor een traplift aan de binnenzijde van een 180’trap in Westzaan (gemeente Zaanstad). Als toelichting op dit verzoek wordt gesteld dat ‘de huidige leverancier Handicare van de traplift aan de buitenzijde van de trap niet in staat is om hier een traplift aan de binnenzijde van de trap te leveren omdat Handicare gebonden is aan een maximale stijgingshoek van 60 graden en daarvoor een minimale horizontale lengte nodig heeft van 800mm ‘.

3.Het geschil

3.1.
Otolift vordert samengevat -:
Primair
1) [gedaagde] te verbieden uitvoering te geven aan de afwijzingsbeslissing 2 (de brief van 16 oktober 2020 van [gedaagde] waarin zij opnieuw mededeelt dat de inschrijving van Otolift niet tot gunning leidt,
vrzr); en
2) [gedaagde] te gebieden de afwijzingsbeslissing 2 in te trekken; en
3) [gedaagde] te gebieden de inschrijving van Handicare ongeldig te verklaren,
c.q. uit te sluiten; en
4) [gedaagde] te gebieden om de opdracht alsnog voorlopig aan Otolift te gunnen,
als [gedaagde] nog steeds op basis van de huidige aanbestedingsprocedure een
opdracht voor de levering van trapliften met aanverwante dienstverlening aan een
derde wil gunnen;
Subsidiair
1) [gedaagde] te verbieden uitvoering te geven aan de afwijzingsbeslissing 2; en
2) [gedaagde] te gebieden de afwijzingsbeslissing 2 in te trekken; en
3) [gedaagde] te gebieden de inschrijving van Handicare te (opnieuw) verifiëren
c.q. opnieuw te beoordelen met inachtneming van dit vonnis; en
4) [gedaagde] te gebieden een nieuwe gunningsbeslissing te nemen op basis van
het resultaat van de verificatie c.q. de herbeoordeling met een nieuwe
bezwaartermijn van ten minste twintig (20) kalenderdagen waarbinnen de inschrijvers waaronder Otolift (opnieuw) de mogelijkheid krijgen tegen die beslissing bezwaar te maken; en
5) [gedaagde] te gebieden in de nieuwe gunningsbeslissing, als de inschrijving van Handicare niet alsnog ongeldig wordt verklaard c.q. wordt uitgesloten, in ieder geval de volgende informatie op te nemen:
- of Handicare zelfstandig aan deze eisen voldoet, of door middel van een derde c.q. onderaannemer; en
- dat deze derde c.q. onderaannemer al in de inschrijving van Handicare is genoemd; en
- als door middel van een derde c.q. onderaannemer aan deze eis(en) wordt voldaan, wat de naam is van die derde c.q. onderaannemer; en
- welk product(en) naar mening van [gedaagde] aan de eis(en) voldoet c.q. voldoen en op welke manier, maar in ieder geval:
 of en hoe dat product een draagvermogen heeft van maximaal 150 kg; en
 of en hoe dat product een draagvermogen heeft van maximaal 150 kg en bovendien op een trap met een of meerdere bochten kan worden geplaatst;
 en of en hoe dat product kan worden geplaatst op de spilzijde van een steile trap, zijnde met een helling van ongeveer 70 graden, zonder dat bouwkundige aanpassingen nodig zijn.
Primair en subsidiair
[gedaagde] in de proceskosten en in de nakosten te veroordelen te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vorderingen heeft Otolift – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht.
De inschrijving van Handicare had om twee redenen moeten worden uitgesloten van de aanbesteding.
De eerste reden is dat Handicare geen traplift met een draagvermogen van maximaal 150 kg voor een trap met een of meerdere bochten in haar assortiment heeft. Dit blijkt uit informatie op de website van Handicare zelf. Handicare zal dus gebruik maken van de traplift van een derde (leverancier), maar als zij dit doet had zij dit in ieder geval aan moeten geven bij haar inschrijving. Indien blijkt dat Handicare pas na de inschrijving, bijvoorbeeld naar aanleiding van verificatievragen van [gedaagde] – alsnog een derde heeft genoemd die deze liften aan haar zou kunnen leveren dan is dit een niet toegestane wijziging van de inschrijving van Handicare. Nu [gedaagde] volstaat met de mededeling dat er een derde is van wie Handicare deze heavy duty liften afneemt en – ondanks het verzoek daartoe van Otolift – niet de naam heeft genoemd van deze derde blijft het vermoeden bestaan dat de inschrijving van Handicare niet voldeed aan de minimumeisen en dat deze dus had moeten worden uitgesloten. Subsidiair had [gedaagde] (opnieuw) nader onderzoek naar de inschrijving van Handicare moeten doen en haar bevindingen inhoudelijk en onderbouwd mede moeten delen aan Otolift.
De tweede reden waarom de inschrijving van Handicare had moeten worden uitgesloten is dat Handicare niet kan voldoen aan de eis dat een traplift aan de spilzijde van de meest voorkomende trappen kan worden geplaatst zonder bouwkundige aanpassingen. Deze eis vloeit voort uit de eerste nota van inlichtingen en is een verduidelijking van het programma van eisen.
De meest voorkomende trap in Nederland is een steile trap met één of meer bochten. De meeste trappen hebben een steile hellingshoek aan de binnenzijde van de trap. Om op deze trappen een traplift aan de spilzijde te kunnen plaatsen is een traplift nodig die een hellingshoek aan kan van 70 graden. Uit de datasheet van de traplift die Handicare aanbiedt voor de spilzijde van de trap blijkt dat die slechts tot een hoek van maximaal 60 graden kan worden geplaatst. De enkele opmerking van [gedaagde] in haar reactie (bij brief van 23 oktober 2020) op het bezwaar van Otolift, dat zij dit heeft geverifieerd en dat Handicare heeft bevestigd (wel) liften aan de spilzijde van de meest voorkomende trappen te kunnen plaatsen, voldoet niet. Temeer niet nu Otolift nog dit afgelopen jaar meerdere malen (in april en in juli) is benaderd door [gedaagde] met de vraag een offerte uit te brengen voor een spillift omdat Handicare (tot november 2020 de gecontracteerde leverancier van [gedaagde] ) deze liften niet kon leveren.
3.3.
[gedaagde] voert verweer waarop hierna voor zover van belang nader zal worden in gegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In dit kort geding dienen de volgende vragen te worden beantwoord: of voldoende aannemelijk is dat Handicare op het moment van inschrijving voldeed aan het programma van eisen zoals volgt uit de aanbestedingsstukken (in het bijzonder de aanbestedingsleidraad en de twee nota’s van inlichtingen) en, voor zover Handicare aan deze minimum-eisen voldoet dankzij een door haar ingeschakelde derde leverancier (hierna: de derde leverancier), of aannemelijk is dat zij dit bij haar inschrijving aan [gedaagde] heeft medegedeeld en of [gedaagde] gehouden is daar nader onderzoek naar te doen en aan Otolift de resultaten van dat onderzoek mede te delen, zoals de naam van de door Handicare in te schakelen derde leverancier.
4.2.
In de aanbestedingsleidraad is in hoofdstuk 4 het ‘programma van eisen’ opgenomen. Onder paragraaf 4.2 ‘Minimale eisen levering trapliften’ is nader ingevuld welke trapliften worden uitgevraagd (zie citaat hierboven onder rechtsoverweging 2.2., vaststaande feiten).
In het kader van onderhavig geschil zijn van belang de trapliften genoemd bij de nummers 4 en 5 van paragraaf 4.2, te weten:
(4) Trapliften voor personen met een gewicht van > 125 kg (Heavy Duty)
(5) Trapliften aan de spilzijde.
Ten aanzien van de trapliften voor personen met een gewicht van > 125 kg (de heavy duty-liften) heeft [gedaagde] in de tweede nota van inlichtingen (naar aanleiding van vraag 115279) geantwoord dat deze liften een draagvermogen van maximaal 150 kg moeten hebben.
De trapliften aan de spilzijde/’spilliften’ zijn trapliften die aan de ‘binnenkant’ van een draaiende trap worden geplaatst.
Bezwaar 1) Handicare kan geen heavy-duty liften leveren
4.3.
Naar aanleiding van het door Otolift in haar brief van 15 oktober 2020 ingediende bezwaar heeft [gedaagde] ‘de door Handicare verstrekte informatie en bewijsmiddelen’ geverifieerd door de verstrekte productbeschrijvingen te controleren en aanvullende vragen aan Handicare te stellen, zo blijkt uit de brief van 23 oktober 2020 van [gedaagde] .
[gedaagde] heeft in haar brief aan Otolift beaamd dat Handicare geen ‘heavy duty-liften’ uit eigen assortiment kan leveren. Volgens [gedaagde] leidt dit echter niet tot ongeldigheid van de inschrijving van Handicare omdat zij ‘heavy duty-liften’ van een derde kan betrekken die zij vervolgens zelf installeert.
De aanbestedingsstukken laten er ruimte voor dat de inschrijver op deze wijze, door inschakeling van een derde, voldoet aan het (minimum-) vereiste dat hij heavy duty-liften moet kunnen leveren, plaatsen, onderhouden en verwijderen. Nergens in de aanbestedingsstukken is bepaald dat deze liften enkel uit eigen assortiment moeten komen. Otolift betwist ook niet dat het inschrijvers toegestaan is trapliften van derde-leveranciers te betrekken, maar zij stelt dat Handicare niet bij de inschrijving kenbaar heeft gemaakt dat zij van deze mogelijkheid gebruik maakt.
In haar pleitnotitie heeft [gedaagde] in reactie op deze stelling van Otolift (nader) verklaard dat Handicare bij haar inschrijving heeft medegedeeld dat zij de heavy-duty liften betrekt van een met naam en toenaam genoemde derde-leverancier, en dat bij de inschrijving een product-portfolio van deze derde-leverancier was gevoegd.
De voorzieningenrechter heeft voorshands geen aanleiding om aan de juistheid van de verklaring van [gedaagde] te twijfelen. Op basis van deze verklaring wordt dan ook aangenomen dat de inschrijving van Handicare op het punt van de heavy duty-traplift geldig is geweest omdat Handicare met haar inschrijving voldeed aan het minimumvereiste dat zij (via een door haar genoemde derde-leverancier) een ‘heavy duty-traplift’ kan leveren voor een gewicht tot maximaal 150 kg.
4.4.
Anders dan Otolift stelt is [gedaagde] in dit geval niet gehouden aan Otolift mede te delen wie de derde-leverancier is.
Otolift heeft in haar pleitnotitie gesteld dat niet alle heavy dutyliften van derden voldoen aan het (aanvullende) vereiste (voortvloeiend uit het antwoord van [gedaagde] op vraag 112849) dat zij over een klembeveiliging beschikken. Voor zover Otolift met deze stelling haar belang bij de wetenschap wie de derde-leverancier van Handicare is heeft willen onderbouwen, baat deze stelling Otolift niet, nu [gedaagde] in reactie hierop heeft verklaard dat de (heavy duty-lift) die Handicare betrekt van een derde leverancier beschikt over een klembeveiliging zodat Handicare ook in dat opzicht aan de aanbestedingseisen voldoet.
Zonder verdere argumenten – die ontbreken – valt niet in te zien welk gerechtvaardigd belang van Otolift is gediend bij het ter kennis stellen aan haar van gegevens betreffende de inschrijving van Handicare zoals de naam van een derde-leverancier.
Evenmin valt in te zien welk verder onderzoek [gedaagde] nog zou moeten doen nu zij gemotiveerd heeft gesteld op welke wijze de inschrijving van Handicare voldeed.
In de door Otolift genoemde jurisprudentie waarin is geoordeeld dat de aanbestedende dienst niet voldoende gevolg had gegeven aan de in artikel 2.113a van de Aanbestedingwet neergelegde verificatieplicht, ging het om andere situaties waarin gerede twijfels over de vraag in hoeverre de inschrijver in de praktijk aan het programma van eisen van de aanbesteding zou kunnen voldoen, ondanks nader onderzoek door de aanbestedende dienst, niet waren weg genomen.
Bezwaar 2) Handicare kan geen traplift leveren voor de spilzijde van de meest voorkomende trappen zonder bouwkundige aanpassingen
4.5.
Otolift stelt dat de winnende inschrijver in staat moet zijn trapliften aan de spilzijde van steile trappen met één of meer bochten te plaatsen zonder dat daarvoor bouwkundige aanpassingen nodig zijn. Deze minimum-eis vloeit volgens Otolift voort uit vraag 112844 en het antwoord van [gedaagde] daarop ‘dat is akkoord’ in de eerste nota van inlichtingen (hierboven geciteerd onder rechtsoverweging 2.4).
[gedaagde] heeft in haar pleitnotitie gesteld dat van een vereiste dat een spillift zonder bouwkundige aanpassingen wordt geplaatst geen sprake is. Haar antwoord ‘dat is akkoord’ op de vraag over de spilliften zonder bouwkundige aanpassingen houdt volgens [gedaagde] geen afwijking in van de aanbestedingsleidraad waarin expliciet is gesteld dat bouwkundige aanpassingen toegestaan zijn. Het ‘akkoord’ houdt volgens [gedaagde] enkel in dat het de opdrachtnemer is toegestaan een spillift te plaatsen zonder dat daarvoor een bouwkundige voorziening nodig is.
Verder stelt [gedaagde] dat voor het plaatsen van een traplift bijna altijd bouwkundige aanpassingen zullen moeten worden gedaan. Dit leert de ervaring uit het verleden en is de reden dat in deze aanbesteding het maximum bedrag waarvoor bouwkundige aanpassingen zonder expliciet akkoord van [gedaagde] mogen worden uitgevoerd (in de vorige aanbesteding gesteld op € 300,-) verhoogd is naar € 500,-. [gedaagde] heeft ook gewezen op de paragrafen 4.2 en 4.2.2 van de aanbestedingsleidraad waarin wordt in gegaan op ‘bouwkundige werkzaamheden’ (zie ook bovenstaand citaat onder rechtsoverweging 2.2.), en op haar antwoord in de nota van inlichtingen naar aanleiding van een vraag – die afkomstig was van Otolift – of bouwkundige kosten in alle gevallen voor rekening van [gedaagde] zijn, ook als deze een bedrag van € 500,- overschrijden (waarop [gedaagde] antwoordde ‘ja dat klopt’).
4.6.
De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] in haar stelling dat uit vraag 112844 en haar antwoord op die vraag niet volgt dat het installeren van een spillift zonder bouwkundige aanpassingen een (minimum-)vereiste is.
Uit het antwoord ‘dat is akkoord’ in samenhang met de daaraan voorafgaande vraag kan de behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende (potentiële) inschrijver niet afleiden dat – in afwijking van hetgeen volgt uit de in de aanbestedingsleidraad gestelde eisen – het plaatsen van een traplift aan de spilzijde zonder bouwkundige aanpassingen moet (kunnen) plaatsvinden. Een dergelijke interpretatie vindt verder ook geen steun in de aanbestedingsstukken. Zowel in de verschillende paragrafen van de aanbestedingsleidraad als in de nota van inlichtingen komt het onderwerp ‘bouwkundige werkzaamheden’ aan de orde terwijl daarin door [gedaagde] op geen enkele wijze wordt aangegeven dat een vereiste is dat de spillift moet (kunnen) worden geplaatst zonder bouwkundige aanpassingen. Otolift kan er enkel op basis van het antwoord van [gedaagde] ‘dat is akkoord’ op vraag 112844 dus niet van uit gaan dat [gedaagde] daarmee een eis aan het programma van eisen van de aanbesteding zou hebben toegevoegd.
4.7.
Otolift heeft verder gesteld dat Handicare niet voor gunning in aanmerking komt omdat zij niet voldoet aan het vereiste dat een door haar te leveren ‘spillift’ geschikt is voor steile trappen met één of meer bochten van ten hoogste 70 graden (welke trappen volgens Otolift de ‘meest voorkomende trappen’ zijn). Otolift wijst erop dat Handicare slechts spilliften kan leveren voor een hellingshoek van maximaal 60 graden.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat de spillift één van de twee specifieke liften is (naast de heavy duty-lift) die zij heeft uitgevraagd en dat de inschrijver in de regel zal worden gevraagd een traplift aan de buitenzijde van de trap te plaatsen. Van een eis dat een spillift een hellingshoek van 70 graden aan moet kunnen is volgens [gedaagde] geen sprake. Een dergelijke eis zou volgens [gedaagde] overigens geen probleem opleveren voor Handicare omdat gebleken is dat, in het geval er een traplift aan de spilzijde moet worden geplaatst bij een trap van een hellingshoek van meer dan 60 graden tot 70 graden Handicare deze van dezelfde (derde-) leverancier kan betrekken als degene van wie zij de heavy-duty liften betrekt.
4.8.
De stelling van [gedaagde] dat de spillift en de heavy duty-lift een uitzonderingscategorie vormen, vindt bevestiging in paragraaf 1.2 van de aanbestedingsleidraad waarin deze twee liften als ‘specifieke liften’ genoemd worden, en in paragraaf 4.2 van de aanbestedingsleidraad waarin is opgemerkt dat deze liften uitsluitend na goedkeuring van de Wmo-consulent en de leidinggevende worden verstrekt. De opdrachtnemer moet in staat zijn deze liften (desnoods via een derde) te leveren.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat Handicare (uit eigen assortiment) spilliften kan leveren en plaatsen die een hellingshoek van 60 graden aan kunnen. Hiermee voldoet Handicare dus aan de uitvraag van [gedaagde] in de aanbestedingsleidraad (onder paragraaf 1.2 en 4.2) naar ‘trapliften aan de spilzijde’.
Haar stelling dat in de aanbesteding als (minimum-)eis is gesteld dat de spilliften kunnen worden geleverd en geplaatst bij trappen met een hellingshoek van 70 graden heeft Otolift onvoldoende onderbouwd. Niet duidelijk is waarop Otolift deze stelling heeft gebaseerd. Een dergelijke eis volgt niet uit de aanbestedingsstukken.
Het feit dat Handicare deze liften niet zou kunnen leveren zou dus niet leiden tot een ongeldige inschrijving. Overigens levert de onmogelijkheid van Handicare tot levering van spilliften voor hellingshoeken van meer dan 60 graden uit haar eigen assortiment in dit geval geen probleem op gelet op de verklaring van [gedaagde] dat Handicare kenbaar heeft gemaakt dat zij (ook) deze liften kan betrekken van een derde-leverancier.
4.9.
In reactie op de door Otolift overgelegde producties met e-mailberichten van [gedaagde] van april en juli van dit jaar, waarin Otolift gevraagd is een offerte uit te brengen voor bepaalde liften die aan de spilzijde van de trap moesten worden aangebracht, omdat de contractant Handicare niet in staat was deze te leveren, heeft [gedaagde] – terecht – opgemerkt dat deze offertes in het kader van dit kort geding niet relevant zijn omdat deze zijn gevraagd tijdens de looptijd van de opdracht in het kader van de vorige aanbesteding, waarbij andere eisen golden. Dat Handicare niet in staat was/is bepaalde specifieke trapliften (uit eigen assortiment) te leveren betekent niet dat haar inschrijving in deze aanbesteding ongeldig is.
4.10.
Bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de inschrijving van Handicare ongeldig was waardoor [gedaagde] ten onrechte aan Handicare heeft gegund. Evenmin is er aanleiding om aan te nemen dat [gedaagde] – na de verificatie van de inschrijving van Handicare naar aanleiding van het door Otolift ingediende bezwaar – nog nader onderzoek had moeten doen naar de juistheid van de door Handicare verstrekte (product)informatie en bewijsmiddelen.
De primaire en de subsidiaire vorderingen van Otolift worden dan ook afgewezen.
4.11.
Nu haar vorderingen worden afgewezen wordt Otolift veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op:
- griffierecht € 656,00
- salaris gemachtigde
€ 980,00
Totaal € 1.636,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Otolift in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 1.636,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2020.