Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De standpunten.
Het oordeel van de rechtbank.
Bewijsmiddelen
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
De bewezenverklaring.
delict 1
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De vorderingen van de benadeelde partijen.
1. de verzekeringsmaatschappijen:
2. de natuurlijke personen:
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 1] (delict 1) is niet-ontvankelijk.
- De vordering [naam verzekeringsmaatschappij 2] (delict 11) is niet-ontvankelijk; subsidiair toewijsbaar tot een bedrag van € 2.273,97 en voor het overige niet-ontvankelijk;
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 3] (delict 12) is toewijsbaar tot een bedrag van € 7.120,55 en voor het overige niet-ontvankelijk;
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 4] (delict 13) kan deels worden toegewezen, zoals de officier van justitie heeft gevorderd;
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 5] (delict 15) is niet-ontvankelijk, wegens onvoldoende onderbouwing en een gebrek in de machtiging van de indiener;
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 1] (delict 17) is niet-ontvankelijk;
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 6] (delict 18) is niet-ontvankelijk;
- De vordering van [naam verzekeringsmaatschappij 7] (delict 20) dient te worden afgewezen, subsidiair niet-ontvankelijk te worden verklaard, meer subsidiair gematigd te worden;
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is:
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich detoegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Feit 3
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen en maatregelen:
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3:gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27
waarvan 12 maanden voorwaardelijkmet een
proeftijd van 3
Verklaart niet-ontvankelijk in de vorderingen de benadeelde partijen:
[slachtoffer 1]van een bedrag van 150 euro (zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat uit materiële schade (post eigen risico). Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 1]van een bedrag van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro), te weten materiële schade (post eigen risico). Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 5]van een bedrag van € 213,99 (zegge: tweehonderddertien euro en negenennegentig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen gijzeling. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding (post twee paar wandelschoenen, kerstboom, paraplu, CD cursus Italiaans en zakmes). Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 5], van een bedrag van € 213,99 (zegge: tweehonderddertien euro en negenennegentig eurocent ), te weten materiële schadevergoeding (post twee paar wandelschoenen, kerstboom, paraplu, CD cursus Italiaans en zakmes). Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.