Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Salon Service Nederland B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
Geen bedrijfsmatig kapperswerk in de vrije tijd: De werknemer mag in zijn vrije tijd geen bedrijfsmatige arbeid verrichten die verband houdt met het Kappersbedrijf. Dit verbod geldt ongeacht of:
- de werknemer dit voor zichzelf of voor anderen doet;
- het om betaalde of onbetaalde arbeid gaat;
- er concurrerend wordt gewerkt.
Er is een werkgerelateerd probleem wat werkhervatting verhinderd (…) Het eigen werk is medisch gezien uitvoerbaar (…) Er dient een oplossing te komen voor de werkgerelateerde problematiek (…) Om tot werkhervatting te kunnen komen wordt dringend geadviseerd om gezamenlijk te zoeken naar een oplossing voor de ontstane situatie. Hiervoor kunnen beide partijen zich juridisch bij laten staan. De casemanager kan hierin ook adviseren. Wanneer dit onvoldoende blijkt kan de inzet van een mediator overwogen worden(…)”.
De bedrijfsarts heeft mij aangegeven dat ik mijn werkzaamheden pas kan en hoef te hervatten als er een passende oplossing is gevonden voor het probleem dat jullie hebben gecreëerd (…) Natuurlijk ben ik bereid mee te werken aan het vinden van een oplossing en het liefste werk ik ook heel erg graag. Het probleem is echter dat jullie allerlei lelijke verhalen vertellen over mij en mijn vriend (…) vervolgens wordt ik door jullie volledig genegeerd maar ook door mijn naasten collega’s. Het is zelfs zo erg dat jullie mij inmiddels ook hebben verwijderd uit de systemen, waardoor ook een rooster inzien of de agenda voor mij onmogelijk wordt gemaakt. Daarnaast hebben jullie laatst een deel van mijn salaris te laat betaald (…) Vanaf het moment dat jullie een goede oplossing hebben gevonden voor het probleem ben ik direct bereid om weer te komen werken (…) Op dit moment vraag ik mij af of de arbeidsrelatie door jullie handelen dusdanig is verstoord dat ik mij afvraag of ik de werkzaamheden überhaupt nog kan oppakken (…) Graag zou ik van jullie een passende oplossing ontvangen(…)”.
In deze kwestie doet zich een verregaande complicatie voor, die bestaat uit een conflict tussen beide voormalige eigenaren van Salon Service Nederland B.V. waarbij de ene eigenaar sinds kort een affectieve relatie met uw cliënte heeft gekregen. Zonder inhoudelijk uit te wijden over de ontstane problematiek kan ik u wel reeds meedelen dat de escalatie van dien aard is, dat toekomstige samenwerking tussen de compagnons onmogelijk is geworden. Dit maakt een herstel van de werkrelatie met uw cliënt ook moeizaam. Ook is voor cliënte moeilijk te verkroppen dat zijn uittredende compagnon 2 dagen voor vertrek (…) de in februari 2020 aflopende arbeidsovereenkomst met uw cliënt nu reeds verlengt met een periode van 18 maanden. Gevolg hiervan zou zijn dat de vriendin van de uitgetreden eigenaar plotseling in loondienst is bij cliënte tot 1 juni 2021, dit terwijl zij welhaast per direct na de contractverlenging haar werk heeft neergelegd vanwege een arbeidsconflict. De rechtsgeldigheid van deze afspraak staat ter discussie. In dat kader heb ik met cliënte kunnen bespreken om uw voorstel in overweging te nemen. Cliënte meent echter dat het voorstel geen recht doet aan de gegeven situatie. Uw cliënte is niet medisch arbeidsongeschikt geacht, maar voert geen werk uit (…) Bovendien heeft uw cliënte inmiddels elders een dienstbetrekking aanvaardt, althans is zij het in kappersvak voor eigen rekening en risico werkzaamheden gaan verrichten. Uw cliënte is feitelijk dus ook niet beschikbaar voor het verrichten van werk(…)”.
De heer [B] heeft vernomen dat uw cliënte actief is aangevangen met het opstarten van een eigen kapsalon. Dit doet zij terwijl zij zich bij Salon Service Nederland B.V. heeft ziekgemeld en in dat kader de bedongen werkzaamheden uit haar arbeidsovereenkomst niet langer uitvoert.
te vinden. Het is bijzonder om te zien dat op de website als openingstijden voor afspraken de volledige werkdagen vermeld staan die uw cliënte normaliter voor cliënte behoort te werken.
3.Het verzoek
4.Het tegenverzoek
5.De beoordeling
herhaaldelijkheeft opgeroepen, waarop [verzoekster] niet is ingegaan, is overigens niet gebleken. Aannemelijk is dat [verzoekster] geen gehoor heeft gegeven aan de oproep om op 11 oktober 2019 te komen praten omdat er inmiddels door haar gemachtigde het voorstel was gedaan om te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. In dat verband heeft hij meegedeeld dat [verzoekster] op 11 oktober 2019 niet aanwezig zou zijn bij het gesprek (zie hiervoor onder 2.10 en 2.11) wat in de geschetste situatie te begrijpen is.
Binnenkort lanceert Colori-Kappers Boxmeer haar nieuwe bedrijfsnaam (…) De nieuwe naam komt voort uit een aantal bedrijfsmatige wijzigingen. Daar hoort een mooie naam bij die een frisse, nieuwe start symboliseert! Wij hebben er enorm veel zin in om onder de nieuwe naam weer heel veel mensen mooi te gaan maken.
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).