De gemeente voert daartegen, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
Het ontbreekt Metabletica aan voldoende spoedeisend belang. Metabletica heeft namelijk te lang stil gezeten. Zij had al veel eerder een vordering kunnen instellen tegen de gemeente.
De gemeente betwist ook de door Metabletica gestelde financiële noodsituatie. Metabletica heeft dat niet onderbouwd.
De gemeente loopt ook een groot restitutierisico. Metabletica heeft in het verleden blijk van gegeven van financieel wanbeleid. Daarnaast geldt dat de gemeente naar alle waarschijnlijkheid een aanzienlijke tegenvordering heeft op Metabletica in verband met onjuiste declaraties.
De gemeente doet daarnaast in verband met die tegenvordering een beroep op opschorting op grond van artikel 6:52 en 6:262 BW dan wel de onzekerheidsexceptie van artikel 6:263 BW. De gemeente vreest op goede grond dat Metabletica haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst niet naar behoren zal nakomen.
Metabletica dient niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vorderingen omdat zij niet de juiste partijen heeft gedagvaard. Er is sprake van een ondeelbare rechtsverhouding tussen de gemeente Eindhoven en de regiogemeenten. Die gemeenten zijn tezamen partij bij de Overeenkomt en opdrachtgever van Metabletica. Metabletica had daarom ook de andere gemeenten moeten dagvaarden.
Metabletica is zonder protest akkoord gegaan met de tariefwijziging door ondertekening van de Overeenkomst. Metabletica heeft dus geen contractuele aanspraak op een hogere vergoeding zoals door haar gevorderd.
De gemeente heeft Metabletica terecht verboden om na 1 mei 2019 nog de zorgproducten 45J06 en 45J07 te declareren. Metabletica leverde die producten namelijk niet. De door Metabletica verleende zorg valt binnen het product 45J23. Of het verbod van de gemeente terecht is, is in het kader van dit kort geding overigens niet relevant omdat de looptijd van de voor 1 mei 2019 gegeven indicaties inmiddels is verstreken. De indicaties die na die datum zijn gegeven zijn gebaseerd op indicatiebesluiten die formele rechtskracht hebben.
De gemeente betwist dat de nieuwe tarieven niet op rechtmatige wijze tot stand zijn gekomen. De tarieven voldoen aan de daaraan te stellen eisen en zijn reëel en zorgvuldig tot stand gekomen. Metabletica miskent dat het er niet om gaat dat de tarieven voor Metabletica kostendekkend zijn.
Voor zover de nieuwe tarieven al geen stand houden, dan geldt dat Metabletica niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij recht zou hebben op een dubbele vergoeding zoals zij primair vordert.
Metabletica heeft ook niet onderbouwd waarom het door haar subsidiair gevorderde uurtarief van € 127,49 wel reëel zou zijn.