Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verzoekster] , te [woonplaats 1] , verzoekster
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden, verweerder
[naam 1]te [woonplaats 2] , gemachtigde: [naam 2]
Procesverloop
Beslissing
- schorst het bestreden besluit tot de uitspraak op bezwaar, maar in ieder geval tot 15 juli 2021;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan verzoeksters te vergoeden en een reiskostenvergoeding van € 16,64.
Overwegingen
Rechtsmiddel
Bijlage Wettelijk kader:
- 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag:
- a. een beschermde houtopstanden te vellen of te doen vellen;
- b. een houtopstand die is aangelegd op basis van een herplant- en instandhoudingsverplichting op grond van artikel 8 en 9 te vellen of te doen vellen.
- 2. De in de eerste lid geldende verboden gelden niet voor:
- a. een beschermde houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van het bevoegd gezag, onverminderd het bepaald in artikel 8 en 9 van deze verordening;
- b. het periodiek vellen van een beschermde houtopstand zoals hakhout of het periodiek snoeien van een beschermde houtopstand zoals een haag, ter uitvoering van het reguliere onderhoud;
- c. het periodiek scheren, knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij een beschermde houtopstand zijnde vormbomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud;
- d. een beschermde houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld;
- e. beschermde houtopstanden die moeten worden geveld, gedund of gesnoeid in het kader van een beheerplan.