Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Bewijsmiddelen
i.v.m. gevaarzetting (p. 35). Voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Ik hoorde [persoon 6] zeggen:
- Dat zowel links als rechts van de kamer van verdachte [verdachte] cliënten aanwezig waren ten tijde van de brandstichting.
- Dat er door de brandstichting ontzettend veel rook ontwikkeling was.
- Dat er vijf personeelsleden aanwezig waren op de afdeling.
- Dat de gehele afdeling ontruimd is.
- Dat drie personeelsleden naar de eerste hulp zijn gegaan ivm ingeademde rook.
- Dat twee personeelsleden nog steeds lichamelijk last hebben van, duizeligheid, hoesten en keelpijn door de ingeademde rook.
T.a.v. 01-126278-19 feit 2:
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Concluderend wordt een chronisch psychotische stoornis bij betrokkene vastgesteld, geclassificeerd als schizofrenie. Daarbij zijn er aanwijzingen voor een onderliggende neurobiologische ontwikkelingsstoornis, waarbij wordt gedacht aan een autismespectrum-stoornis. Deze kan door onderzoekers echter niet eigenstandig worden vastgesteld. Ditzelfde geldt voor de stoornis in het gebruik van een middel.
Zowel de psychotische klachten als kenmerken van autisme zijn bij betrokkene in de periode van de ten laste gelegde feiten zoals reeds aangegeven chronisch aanwezig en leidden bij betrokkene tot ernstige oordeels- en kritiekstoornissen. Betrokkene geeft meermaals aan weg te willen uit [verpleeginrichting] , omdat hij het niet eens is met de ingestelde behandeling en kondigt aan delicten te zullen plegen als aan dit verzoek geen gehoor wordt gegeven. Hoewel dit in eerste instantie berekenend overkomt, spelen volgens onderzoekers de onderliggende oordeels- en kritiekstoornissen, grotendeels veroorzaakt door de psychotische stoornis, maar tevens door stoornis in het denken die kunnen worden gezien bij een autismespectrumstoornis zoals rigiditeit of het letterlijk nemen van informatie, een grote rol.
Op basis van de klinische inschatting wordt het recidiverisico voor soortgelijke feiten, indien bewezen, alsmede algemeen geweld hoog geacht. De laatste jaren heeft meermaals geweld plaatsgevonden door betrokkene gericht op hulpverleners. Ook als betrokkene op dit moment vrij zou komen, zou hij vanwege de chronische psychiatrische problematiek, onder behandeling moeten komen en medicatie moeten gebruiken. Betrokkene vertrouwt hulpverleners niet, waardoor het moeilijk zal zijn een behandelrelatie op te bouwen. Ook is het voor het beperkte steunsysteem onvoldoende mogelijk gebleven betrokkene hierin te begeleiden. Door de combinatie van ontbrekend ziekte-inzicht, psychotische symptomen met achterdocht en een rigide denkpatroon zal dit vermoedelijk op korte termijn weer leiden tot onvrede en oplopende spanning. In het huidige onderzoek benoemt betrokkene dat anderen hem adviseren of dwingen tot geweld en hoewel hij aangeeft liever geen geweld te gebruiken, lijkt hij het geweld ook te rechtvaardigen. Er is moeilijk zicht te krijgen in betrokkenes psychiatrische toestand en betrokkene is eerder beschreven als impulsief. Drugsgebruik kan hierin een versterkende rol spelen.
Vanwege de onvoorspelbaarheid van betrokkenes agressieve impulsdoorbraken, adviseren onderzoekers een behandeling waarbij in eerste instantie wordt gericht op beveiliging van de behandelomgeving tegen de mogelijke agressie van betrokkene. Van daaruit kan de behandeling van de psychiatrische problematiek veilig worden ingezet. Hierbij dient zowel aandacht te zijn voor de behandeling van de op de voorgrond staande psychotische problematiek als voor de vermoede onderliggende autismespectrumproblematiek. Ook een eventuele stoornis in het gebruik van een middel dient bij de behandeling te worden betrokken. De hoop is dat het betrokkene in een veilige, duidelijke, gestructureerde omgeving lukt om een langdurende behandelrelatie op te bouwen, waarin gewerkt kan worden aan duurzame stabilisatie en op de langere termijn resocialisatie aansluitend bij de mogelijkheden en beperkingen van betrokkene.