ECLI:NL:RBOBR:2021:237

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 januari 2021
Publicatiedatum
25 januari 2021
Zaaknummer
01/993256-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot metamfetamine

Op 26 januari 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten in strijd met de Opiumwet. De verdachte, geboren in 1980 en woonachtig te Nieuwegein, werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, met name met betrekking tot metamfetamine. De tenlastelegging omvatte vier feiten, waaronder het exporteren van grote hoeveelheden metamfetamine naar Duitsland en het voorbereiden van de productie en handel in deze harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in vereniging met anderen handelingen heeft verricht die in strijd zijn met de Opiumwet, waaronder het bewerken, verwerken en vervoeren van metamfetamine en metamfetamine HCl. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van voorarrest, en heeft de gevangenneming van de verdachte bevolen. De uitspraak is gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 12 januari 2021, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/993256-20
Datum uitspraak: 26 januari 2021
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren [geboortejaar 1] 1980,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 januari 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 6 november 2020.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2020 tot en met 14 april 2020 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of Bilthoven, gemeente De Bilt, en/of een of meer (andere) plaatsen in Nederland en/of een of meer plaatsen in België en/of Halle (D) en/of een of meer (andere) plaatsen in Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, (een) hoeveelhe(i)d(en) kristallen en/of brokken (van een materiaal bevattende) metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een materiaal bevattende) enig(e) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 februari 2020 tot en met 30 juni 2020 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of Bilthoven, gemeente De Bilt, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) kristallen (van een materiaal bevattende) metamfetamine en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) metamfetamine HCl en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een vloeistof bevattende metamfetamine HCl, zijnde metamfetamine en/of zout van metamfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een materiaal/vloeistof bevattende) enig(e) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op of omstreeks 01 juli 2020 te Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- (in totaal) ongeveer 200 liter, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een vloeistof bevattende metamfetamine HCl en/of
- (in totaal) ongeveer 6,58 gram, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), kristallen (van een materiaal bevattende) metamfetamine, zijnde metamfetamine en/of zout van metamfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 februari 2020 tot en met 22 juli 2020 te Nieuwegein en/of Utrecht en/of Bilthoven, gemeente De Bilt, en/of Snelrewaard, gemeente Oudewater, en/of een of meer (andere) plaatsen in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) kristallen (van een materiaal bevattende) metamfetamine en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) metamfetamine HCl en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een vloeistof bevattende metamfetamine HCl, zijnde metamfetamine en/of zout van metamfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een materiaal/vloeistof bevattende) enig(e) ander(e) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen (sub 1°) en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen (sub 2°) en/of
- (een) voorwerp(en) en/of vervoermiddel(en) en/of stof(fen) en/of geld(en) en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) (sub 3°),

hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens)

- drie, althans een of meer, destillatie-opstellingen - (elk) bestaande uit een elektrisch bedienbare verwarmingsmantel met daarin een glazen rondbodemkolf - en/of een of meerdere jerrycans en/of emmers en/of trechters en/of maatbekers en/of een speciekuip en/of (andere) hardware voorhanden en/of ter beschikking gehad en/of gebruikt en/of
- (een) partij(en) bierflesjes en/of apparatuur/goederen voor het reinigen en/of vullen van flessen en/of inpak-/verpakkingsmateria(a)l(en) besteld en/of laten leveren en/of voorhanden en/of ter beschikking gehad en/of opgeslagen/ondergebracht en/of gebruikt en/of gelost en/of opgehaald en/of
- (een) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) metamfetamine en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) metamfetamine HCl vermengd met en/of opgelost in een vloeistof en/of de (aldus) vloeibaar gemaakte/vloeibare hoeveelhe(i)d(en) metamfetamine (HCl) (vervolgens) gebotteld en/of ingepakt/verpakt en/of ingeladen en/of laten ophalen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of laten leveren en/of
- (een) hoeveelhe(i)d(en) kristallen (van een materiaal bevattende) metamfetamine ingepakt/verpakt en/of ingeladen en/of gelost en/of laten ophalen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of laten leveren en/of
- (hiertoe) een bedrijfspand/loods op/aan de [adres 2] te Nieuwegein gehuurd en/of ter beschikking gehad en/of gebruikt en/of
- in het kader van voornoemde activiteit(en) (een) voertuig(en) gehuurd en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt en/of (een) ontmoeting(en) gehad en/of met elkaar en/of (een) afnemer(s) en/of (een) ander(en) telefonisch (afgeschermd/beveiligd) contact gehad en/of gehouden;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Door de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, werd op 24 april 2020 van het Team Criminele Inlichtingen een afschermproces-verbaal ontvangen waarin stond vermeld dat verdachte zich tezamen met de medeverdachte bezig hield met de productie en uitvoer van synthetische drugs. Naar aanleiding van die informatie is onderzoek naar verdachte en de medeverdachte ingesteld. Er is gebruik gemaakt van diverse opsporingsbevoegdheden waaronder observatie, het plaatsen van peilbakens onder de auto’s in gebruik bij verdachten en het plaatsen van camera’s op loodsen. Op 1 juli 2020 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een loods aan de [adres 2] te Nieuwegein.
Op 2 juli 2020 ontving het onderzoeksteam informatie vanuit het opsporingsonderzoek 26Lemont. De officieren van justitie van onderzoek 26Lemont gaven toestemming voor het gebruik van deze gegevens in het onderhavige onderzoek. De verkregen informatie bevat onder andere chatberichten tussen gebruikers van de chatdienst van het bedrijf Encrochat en telecomlocatiegegevens van Encrochat-gebruikers en informatie verkregen uit observatie. Verdachte en zijn medeverdachte maakten gebruik van Encrochat.
Verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij zich al dan niet met anderen schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer van metamfetamine en dat hij betrokken is geweest bij de productie/bewerking van en handel in metamfetamine en metamfetamine HCL. Tevens wordt hem verweten dat hij al dan niet met anderen metamfetamine en metamfetamine HCL in bezit heeft gehad en dat hij voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van en handel in metamfetamine en metamfetamine HCL.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de hiervoor beschreven ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
Omdat verdachte voortvluchtig is, is hij niet door de politie gehoord. Hij is ook niet in persoon ter terechtzitting verschenen. Zijn raadsvrouw heeft ter terechtzitting een schriftelijke verklaring van de verdachte overgelegd. Daarin heeft verdachte het verwerken/bewerken van de metamfetamine bekend, maar de uitvoer ontkend.
De verdediging heeft verweer gevoerd ten aanzien van de ten laste gelegde periode voor
feit 2.
Bewijsbijlage.
Omwille van de leesbaarheid van de overwegingen, wordt voor wat de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen betreft verwezen naar de uitwerking en opsomming daarvan in de bijlage. Deze bewijsmiddelen dienen in onderlinge samenhang te worden beschouwd. Deze bijlage is gevoegd als bijlage A bij dit vonnis (pagina’s 12 tot en met 32).
Het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 1
Op grond van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat verdachte is geïdentificeerd als Encrochatgebruiker met de gebruikersnaam ‘ [naam 1] ’.
Uit de Encrochatgesprekken blijkt dat verdachte intensief contact heeft onderhouden met andere Encrochatgebruikers in verband met het vervoeren en leveren van metamfetamine in de ten laste gelegde periode. Uit deze communicatie blijkt dat meerdere partijen metamfetamine hebben vervoerd naar en afgeleverd in Duitsland. Dit volgt onder meer uit het gesprek tussen verdachte en Encrochatgebruiker ‘ [naam 2] ’ op 3 april 2020, waarbij [naam 2] aan verdachte mededeelt dat de ‘ice’ (de rechtbank begrijpt dat hiermee metamfetamine wordt bedoeld) niet aan de eisen voldoet en dat de levering in Duitsland wordt geweigerd. Vervolgens blijkt uit de communicatie dat de chauffeur de metamfetamine terug naar Nederland heeft vervoerd. Uit de daaropvolgende Encrochatgesprekken die verdachte heeft gevoerd, maakt de rechtbank op dat verdachte nogmaals de metamfetamine zal leveren. Verdachte geeft daarbij een omschrijving van het proces dat hij zal uitvoeren om de kristallen te drogen om ervoor te zorgen dat het product er bij de volgende levering beter uit zal zien. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de metamfetamine is bewerkt in de loods aan de [adres 2] te Nieuwegein. Verdachte heeft zelf opgeschreven dat de rol van hem en zijn mededader bestond uit het aannemen, met water vermengen en afgeven van het spul. Daarna wordt door verdachte een afspraak gemaakt om de metamfetamine om te wisselen voor een nieuwe lading van 15 kilo metamfetamine. Deze levering zou volgens de Encrochatberichten plaatsvinden op 4 april 2020.
Daarnaast blijkt uit de Encrochatgesprekken van 6 april 2020 tussen verdachte en gebruiker [naam 3] , [naam 4] en [naam 2] dat er opnieuw een bestelling wordt geplaatst welke is bestemd voor export naar Duitsland. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte in de periode van 7 april 2020 te 19.52 uur tot 10 april 2020 te 15.17 uur, gebruik heeft gemaakt van de Encrochattelefoon van de medeverdachte, die gebruik maakte van de bijnaam ‘ [naam 5] ’. Op 14 april 2020 ontvangt de medeverdachte, die inmiddels weer in het bezit is van zijn eigen Encrochattelefoon, berichten van [naam 2] die vraagt of er inmiddels een afleveradres in Duitsland bekend is. De medeverdachte legt deze vraag voor aan verdachte die vervolgens aangeeft dat ‘ [naam 6] ’ naar Duitsland is gereden en nu iets wil retourneren. Verdachte geeft daarbij aan dat hij ‘nu niets gaat terugnemen’.
Op grond van de inhoud van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich tezamen met anderen in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het buiten het grondgebied van Nederland, te weten naar Duitsland, exporteren van metamfetamine.

Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4

Onder verwijzing naar de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen overweegt de rechtbank ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 het volgende.
Op 1 juli 2020 vindt de doorzoeking plaats in de loods aan de [adres 2] te Nieuwegein. In de loods worden 40 jerrycans met in totaal 200 liter onbekende vloeistof in beslag worden genomen. De inhoud van de jerrycans is bemonsterd en door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) onderzocht. Uit deze onderzoeken blijkt dat alle jerrycans metamfetamine HCL in een waterige vloeistof bevatten.
Daarnaast zijn bij de doorzoeking de goederen, zoals omschreven in de tenlastelegging onder feit 4, aangetroffen. Alle aangetroffen goederen betreffen goederen waarmee de verdachte en de medeverdachte het bewerkingsproces voor metamfetamine en metafetamine HCL, konden uitvoeren. Er zijn monsters genomen van de kleurloze kristallen, die zich op en in diverse goederen die in de loods zijn aangetroffen bevonden. Het NFI heeft deze monsters onderzocht. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat metamfetamine in het onderzoeksmateriaal is aangetroffen.
Uit de getuigenverklaring van de verhuurder van de loods blijkt dat de medeverdachte vanaf 15 februari 2020 een loods, welke is gelegen aan de [adres 2] te Nieuwegein, heeft gehuurd. Gedurende de periode van 19 mei 2020 tot en met 1 juli 2020 heeft een observatie bij deze loods plaatsgevonden. Uit deze observaties is gebleken dat deze loods in de genoemde periode uitsluitend door drie personen, waaronder de verdachte en de medeverdachte, is betreden.
Uit de eigen schriftelijke verklaring van verdachte en de Encrochatgesprekken volgt dat de verdachte betrokken is geweest bij het bewerken en verwerken van de metamfetamine en metamfetamine HCL. Het bewerken en verwerken bestond uit het bewerken en klaar maken voor de export van de kristallen/brokken metamfetamine (zie feit 1) en het vloeibaar maken van metamfetamine door dit op te lossen in warm water (metamfetamine HCL). Bij dit laatste proces werden de lege jerrycans en bierflesjes schoongemaakt, gevuld met de vloeibare metamfetamine en vervolgens opnieuw afgesloten. De pallets werden dan opnieuw verpakt en verzonden. Dat verdachte een aandeel in dit proces heeft gehad blijkt uit het feit dat hij in de Encrochatberichten veelvuldig spreekt over het schoonmaken van de flessen, het koken van de metamfetamine, het bestellen van doppen om de jerrycans opnieuw mee af te kunnen sluiten en het bottelen van de vloeibare metamfetamine. Ook heeft verdachte hierover contact met de medeverdachte waarbij hij instructies en opdrachten geeft. Uit deze gesprekken blijkt de leidinggevende rol van verdachte en dat verdachte deze handelingen samen heeft verricht met de medeverdachte. De samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte wordt bevestigd door de observaties.
Gelet op de inhoud van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen en de hiervoor uiteengezette toelichting daarop, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen zich, voor zover hierna bewezen is verklaard, schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 2, 3 en 4 ten laste gelegde handelingen.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierna in de bewijsbijlage uitgewerkte dan wel opgesomde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
in de periode van 01 april 2020 tot en met 14 april 2020 in Nederland en Duitsland tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, hoeveelheden kristallen en/of brokken (van een materiaal bevattende) metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
in de periode van 15 februari 2020 tot en met 30 juni 2020 te Nieuwegein tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft bewerkt en verwerkt en afgeleverd en vervoerd hoeveelheden kristallen van een materiaal bevattende metamfetamine en hoeveelheden van een vloeistof bevattende metamfetamine HCl, zijnde metamfetamine en zout van metamfetamine middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
op 01 juli 2020 te Nieuwegein, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- in totaal ongeveer 200 liter van een vloeistof bevattende metamfetamine HCl en
- in totaal ongeveer 6,58 gram kristallen van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine en zout van metamfetamine middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
in de periode van 7 februari 2020 tot en met 22 juli 2020 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden kristallen (van een materiaal bevattende) metamfetamine en hoeveelheden metamfetamine HCl en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een vloeistof bevattende metamfetamine HCl, zijnde metamfetamine en zout van metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- zich en anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen (sub 2°) en
- voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van die feiten (sub 3°),

hebbende verdachte en verdachtes mededaders

- drie destillatie-opstellingen - elk bestaande uit een elektrisch bedienbare verwarmingsmantel met daarin een glazen rondbodemkolf - en meerdere jerrycans en emmers en trechters en maatbekers en een speciekuip en andere hardware voorhanden en ter beschikking gehad en/of gebruikt en
- partijen bierflesjes en apparatuur/goederen voor het reinigen en/of vullen van flessen en inpak-/verpakkingsmaterialen besteld en/of laten leveren en/of voorhanden en/of ter beschikking gehad en
- hoeveelheden van een materiaal bevattende metamfetamine opgelost in een vloeistof en de aldus vloeibaar gemaakte metamfetamine (HCl) vervolgens gebotteld en ingepakt/verpakt en ingeladen en laten ophalen en vervoerd en laten vervoeren en
- hoeveelheden kristallen van een materiaal bevattende metamfetamine ingepakt/verpakt en ingeladen en gelost en laten ophalen en vervoerd en laten vervoeren en laten leveren en
- een loods aan de [adres 2] te Nieuwegein gehuurd en ter beschikking gehad en gebruikt en
- in het kader van voornoemde activiteiten voertuigen gehuurd en afspraken gemaakt en ontmoetingen gehad en met elkaar en afnemers en/of anderen telefonisch (afgeschermd/beveiligd) contact gehad en gehouden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar en vordert dat door de rechtbank de gevangenneming van verdachte wordt bevolen.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De officier van justitie maakt kenbaar voornemens te zijn een vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging bepleit verdachte gelet op zijn minimale rol in het geheel een lagere straf op te leggen dan is gevorderd door de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het exporteren van een grote hoeveelheid metamfetamine(tientallen kilograms) naar Duitsland, het in vereniging bewerken/verwerken/vervoeren van grote hoeveelheden (materiaal/vloeistof bevattende) metamfetamine en metamfetamine HCL(van meer dan 300 kilograms metamfetamine), alsmede het in bezit hebben van deze harddrugs en het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie/bewerking van en handel in metamfetamine en metamfetamine HCL.
Verdachte heeft daarmee ernstige drugsdelicten gepleegd. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs, eenmaal in handen van gebruikers, ernstige gevaren voor de gezondheid van die gebruikers opleveren. Metamfetamine is voor de volksgezondheid zelfs een van de meest gevaarlijke harddrugs die er op dit moment in omloop zijn. Het gebruik daarvan is bijzonder verslavend en heeft op de gezondheid van de mens een verwoestende uitwerking.
Daar komt nog bij dat de productie van en handel in harddrugs veel maatschappelijke onrust veroorzaken en leiden tot toename van gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers. Vaak gaat de productie en verkoop van verdovende middelen gepaard met ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit, waarbij het gebruik van geweld niet wordt geschuwd. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen.
Daarnaast heeft de verdachte de door hem gepleegde strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband en heeft hij bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag. De rechtbank heeft daarbij geconstateerd dat verdachte bij het plegen van de strafbare feiten een bepalende rol vervulde. Verdachte was degene die via een cryptotelefoon communiceerde met de opdrachtgevers en instructies gaf aan de medeverdachte en de vervoerders van de harddrugs. De rechtbank begrijpt dat verdachte niet aan de top van de organisatie stond, nu hij slechts een schakel in het geheel betrof.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. Bepalend hierbij is onder meer de hoeveelheid harddrugs die is uitgevoerd/verwerkt/bewerkt/voorhanden was. Voor meer dan 20 kilogram harddrugs hanteert de rechtspraak een oriëntatiepunt beginnend bij 72 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren.
Bevel gevangenneming.
Gelet op de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten en de strafoplegging, ziet de rechtbank aanleiding om met onmiddellijke ingang de gevangenneming van de verdachte te bevelen. Deze beslissing is bij aparte beschikking geminuteerd. Een kopie van deze beslissing is als bijlage B aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
art. 47, 55, 56, 57 van het Wetboek van Strafrecht
art. 2, 10, 10a van de Opiumwet

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij.
het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:

T.a.v. feit 1:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A vande Opiumwet gegeven verbodT.a.v. feit 2:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B vande Opiumwet gegeven verbodT.a.v. feit 3:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C vande Opiumwet gegeven verbodfeit 2 en 3 in voortgezette handeling gepleegdT.a.v. feit 4:medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen, zich en anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit

In eendaadse samenloop gepleegd met feit 2.

verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straf.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. E. Boersma en mr. A.M. Kooijmans-de Kort, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F.H.R.M. Robbers, griffier,
en is uitgesproken op 26 januari 2021.
.

Bijlage B – Bevel gevangenneming