ECLI:NL:RBOBR:2021:238
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
Op 26 januari 2021 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie en handel in metamfetamine. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het in vereniging bewerken en verwerken van grote hoeveelheden metamfetamine en metamfetamine HCL, alsook het in bezit hebben van deze harddrugs en het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in deze stoffen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de betrokkenheid bij de export van metamfetamine naar het buitenland, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldiging. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier jaar op, met aftrek van voorarrest, en overwoog daarbij de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in het geheel. De uitspraak is gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 29 oktober 2020 en 12 januari 2021, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie en de verdediging.