Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2021 met 5 producties
- de conclusie van antwoord
- de mondelinge behandeling via Skype op 19 mei 2021.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, met het verzoek om vervangende toestemming te verlenen voor een reis met hun minderjarige kind [A] naar Saoedi-Arabië. De vrouw heeft eerder toestemming gevraagd voor een reis naar Syrië, maar de man heeft deze geweigerd uit vrees dat de vrouw met [A] naar Syrië zou doorreizen, wat hij als onveilig beschouwt. De vrouw heeft haar verzoek aangepast naar een reis naar Saoedi-Arabië, maar de man blijft ook voor deze reis zijn toestemming weigeren.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling het belang van het kind [A] vooropgesteld. Hij oordeelt dat de vrouw onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de reis naar Saoedi-Arabië in het belang van [A] is. De man heeft gegronde redenen om te vrezen dat de vrouw niet terug zal keren uit Syrië, gezien de onveilige situatie daar. De voorzieningenrechter wijst erop dat de vrouw niet voldoende concrete informatie heeft verstrekt over de reis naar Saoedi-Arabië, zoals waar zij zal verblijven en wie zij daar zal bezoeken.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van de vrouw afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. E. Loesberg op 31 mei 2021.