ECLI:NL:RBOBR:2021:3702

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
13 juli 2021
Zaaknummer
371014 / KG ZA 21-304
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over overdracht van SDE+ subsidies voor zonnepanelen tussen Siro Vastgoed B.V. en Solar Valley Holding B.V.

In deze zaak vordert Siro Vastgoed B.V. in kort geding dat Solar Valley Holding B.V. meewerkt aan de overdracht van SDE+ subsidies die op naam van Solar Valley staan voor zonnepanelen op de daken van bedrijfspanden van Siro Vastgoed. De overeenkomst tussen partijen, gesloten op 10 oktober 2018, werd voortijdig beëindigd door Solar Valley, waarna Siro Vastgoed zelf de projecten heeft gerealiseerd. Siro Vastgoed stelt dat er afspraken zijn gemaakt over de overdracht van de subsidies, terwijl Solar Valley betwist dat zij daartoe verplicht is. De voorzieningenrechter oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat Solar Valley gehouden is om mee te werken aan de overdracht van de subsidiebeschikkingen, en dat zij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van die verbintenis. De vorderingen van Siro Vastgoed worden toegewezen, inclusief een dwangsom voor niet-nakoming. Daarnaast wordt Solar Valley veroordeeld tot het verstrekken van inzage in de ontvangen subsidiebedragen en het doorbetalen van deze bedragen aan Siro Vastgoed. De proceskosten worden eveneens aan Solar Valley opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/371014 / KG ZA 21-304
Vonnis in kort geding van 8 juli 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIRO VASTGOED B.V.,
gevestigd te Elshout,
eiseres,
advocaat mr. M.W. Steenpoorte te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOLAR VALLEY HOLDING B.V.,
gevestigd te Waalwijk,
gedaagde,
advocaat mr. M. van Bladel-Oltean te Waalwijk.
Partijen zullen hierna Siro Vastgoed en Solar Valley genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 juni 2021 met 17 producties
  • de conclusie van antwoord met 19 producties
  • de mondelinge behandeling via Skype op 23 juni 2021
  • de pleitnota tevens houdende (akte van) eiswijziging van mr. Steenpoorte
  • de spreekaantekeningen van mr. Van Bladel-Ortean.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Solar Valley produceert zonne-energie met behulp van zonnestroominstallaties die zij plaatst op daken van bedrijfspanden in Waalwijk en omgeving. De zonnestoominstallaties zijn eigendom van Solar Valley op basis van een recht van opstal dat door de eigenaren van de panden aan Solar Valley wordt verleend. De eigenaren van de bedrijfspanden ontvangen daarvoor een vergoeding van Solar Valley. Solar Valley exploiteert de installaties vervolgens voor eigen rekening.
2.2.
Siro Vastgoed is eigenaar van een aantal bedrijfspanden.
2.3.
Op 10 oktober 2018 heeft Siro Vastgoed met Solar Valley een “overeenkomst van opdracht en vertegenwoordiging” gesloten (hierna te noemen: de Overeenkomst). Uit hoofde van die overeenkomst zou Solar Valley kort gezegd zonnepanelen plaatsen op de daken van een viertal bedrijfspanden van Siro Vastgoed, respectievelijk aangeduid met de projecten Siro 1, Siro 2, Siro 3 en Siro 4. Siro Vastgoed zou aan Solar Valley een recht van opstal verlenen en de zonnestroominstallaties zouden door Solar Valley worden geëxploiteerd. Siro Vastgoed heeft aan Solar Valley een volmacht verleend om het project te organiseren en te realiseren, inclusief het aanvragen van zogenaamde SDE+ subsidies bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna te noemen: de RvO).
2.4.
Solar Valley heeft vervolgens de SDE+ subsidies aangevraagd bij de RvO.
2.5.
Artikel 4.2. van de Overeenkomst luidt als volgt:
“Indien Solar Valley een SDE+beschikking voor dit Project heeft verkregen en Opdrachtgever besluit alsnog geen recht van opstal overeenkomst aan te gaan met Solar Valley, is Solar Valley gerechtigd om de tot dan toe gemaakte kosten aan Opdrachtgever in rekening te brengen met een maximum van € 2.500,- per project.”
2.6.
In maart 2019 heeft de RvO een SDE+ subsidie toegekend voor het project Siro 1. In augustus 2019 zijn ook de subsidies voor de projecten Siro 2 en Siro 3 toegekend. De beschikkingen waarin de subsidies zijn toegekend staan op naam van Solar Valley.
2.7.
Bij e-mail van 27 oktober 2020 heeft de bestuurder van Solar Valley, de heer [A] (hierna: [A] ), aan de heren [B] (hierna: [B] ) en [C] (hierna: [C] ), beiden bestuurders van Siro Vastgoed, bericht dat hij niet tevreden is over de voortgang van de Siros-projecten. [A] besluit de e-mail met:
“Beste [C] en [B] , wij kunnen en willen niet verder op deze manier. Het is trekken aan dood paard. We stoppen daarom
per onmiddellijkmet de projecten van Siro Vastgoed.”
2.8.
Geen van de vier projecten was op dat moment gerealiseerd.
2.9.
In reactie op de mail van [A] antwoordt [C] diezelfde dag per e-mail namens Siro Vastgoed onder meer het volgende:
“Jammer dat jij besluit te stoppen maar dat is jouw keus en die respecteren we dan maar.
Laten we wel de SDE svp op een correcte manier overdragen, immers iedereen heeft belang bij meer zonne-energie en minder co2 uitstoot.”
2.10.
Op 28 oktober 2020 stuurt [B] namens Siro Vastgoed de volgende e-mail aan [A] :
“Refererend aan onderstaande mail dat met onmiddellijke ingang het project met [D] nu is gestopt, zouden we graag de toegekende SDE+beschikkingen overschrijven naar 1 van onze vennootschappen. Voor zover ik me kan voorstellen zijn die beschikkingen nu namelijk op naam van Solar Valley geregistreerd.
Zou je het bijgaande formulier voor jullie gedeelte kunnen invullen en aan mij willen mailen samen met de SDE-beschikkingen?”
2.11.
Op 30 oktober 2021 om 10:42 stuurt [C] aan [A] een WhatsApp-bericht met de volgende inhoud:
“Dag [A] , je reageert niet op mails en neemt de telefoon niet op. Jouw keus is duidelijk, de realisatie gaan jullie niet doen. Natuurlijk jammer als de subsidie verloren zou gaan. Graag vandaag even een bericht hoe we de SDE subsidie omgezet krijgen op een correcte manier. Als je verder niet reageert zal ik dit maandag aankaarten bij de rvo om zo de omzetting te organiseren, voorkeur is echter dit correct met jullie af te wikkelen maar dan moet er wel contact mogelijk zijn. Mvrgr [C] ”.
2.12.
[A] heeft daar diezelfde dag om 11:45 via WhatsApp het volgende op geantwoord:
“Hallo [C] , dank voor je bericht. Het is zeker geen onwil maar een volle agenda met veel afspraken, Later vandaag krijg je bericht van mij. Mvg [A] ”
2.13.
Later die dag stuurt [A] om 17:14 aan [B] en [C] een e-mail met de volgende inhoud:
“Hallo [B] en [C] ,
Hierbij stuur ik je de eindafrekening overeenkomstig de eerder gemaakte afspraken. Zodra deze factuur voldaan is kunnen de volgende stappen gezet worden voor overdracht van de projecten.
Voor projecten SIRO-1 (SDE1826596) en SIRO-2 (SDE1916147) is alles met Enexis gereed om de projecten te kunnen aansluiten: de nieuwe aansluitovereenkomst, terugleververgunning en groene EAN codes zijn in jullie bezit.
Voor projecten SIRO-3 (SDE1911144) is de terugleververgunning in behandeling bij Enexis. Wij hebben geen indicaties dat er beperkingen zijn m.b.t. de netwerkcapaciteit op Haven 7 en verwachten at e.e.a. overeenkomstig onze aanvraag in orde zal komen. Op enig moment krijgen jullie hierover bericht onder vermelding van de groene EAN-codes en is het alleen nog een kwestie van een handtekening zetten.
Voor het project SIRO-1 is onlangs uitstel verkregen m.b.t. ingebruikname. Projecten SIRO-2 en SIRO-3 dienen uiterlijk per 01 februari in gebruik genomen te zijn. Uitstel is eventueel nog wel mogelijk maar dit gaat ten koste van het reservejaar (het 16e jaar) van de SDE subsidie en dit is niet aan te bevelen.
De SDE beschikkingen stuur ik via We Transfer.
Verzoeken voor aanvullende informatie of dienstverlening worden alleen in behandeling genomen indien nieuwe afspraken zijn gemaakt.
Met vriendelijke groet,
[A] ”.
Bij de e-mail zit als bijlage een factuur van Solar Valley waarin voor de dienstverlening voor ieder van de projecten Siro 1, Siro 2 en Siro 3 door Solar Valley aan Siro Vastgoed een bedrag van € 2.500,-- exclusief BTW in rekening wordt gebracht en een bedrag van € 125,-- exclusief BTW met als beschrijving “Behandeling SDE overdrachtsformulier”. Het totale factuurbedrag bedraagt € 9.226, 25 inclusief BTW.
2.14.
Op verzoek van Siro Vastgoed heeft Solar Valley bij e-mail van 8 december 2020 een creditnota aan Siro Vastgoed verzonden voor een bedrag van € 1.210,--. Siro Vastgoed heeft het restantbedrag (€ 9.226,25 minus € 1.210,--) aan Solar Valley betaald.
2.15.
Siro Vastgoed heeft in december 2020 en januari 2021 vervolgens meerdere malen tevergeefs aan Solar Valley verzocht om de formulieren om de subsidiebeschikkingen over te zetten op naam van Siro Vastgoed te ondertekenen.
2.16.
Solar Valley heeft op 21 januari 2021 aan de RvO bericht dat zij instemt met uitstel van de projecten Siro 2 en Siro 3.
2.17.
Op 27 januari 2021 heeft de RvO aan Solar Valley bericht dat ontheffing wordt verleend voor ingebruikname van project Siro 3 tot 23 februari 2022.
2.18.
Bij e-mail van 27 januari 2021 schrijft [C] aan [A] dat als hij blijft weigeren om mee te werken aan overdracht van de subsidies, Siro Vastgoed het dossier zal overdragen aan haar advocaat.
2.19.
Bij e-mail; van 28 januari 2021 antwoordt [A] dat lopende projecten voor Solar Valley op dat moment prioriteiten hebben. [A] schrijft onder meer:
“Voor de goede orde: wij zijn wij op geen enkele manier in gebreke. De
behandelingvan het SDE overdrachtsformulier is fase 2 in dit traject en gaat echter over iets meer dan alleen een handtekening zetten onder een formulier van het Ministerie van RVO. Gezien jullie communicatie vermoed ik dat er sprake is van een minsverstand of domweg naïviteit.”
2.20.
Bij brief van 3 februari 2021 van haar advocaat, mr. Steenpoorte, heeft Siro Vastgoed Solar Valley verzocht om de benodigde stappen te zetten om overdracht van de projecten te realiseren.
2.21.
Bij e-mail van 11 februari 2021 reageert Solar Valley op de brief van mr. Steenpoorte. In de e-mail stelt Solar Valley zich op het standpunt dat zij niet verplicht is om de SDE-beschikkingen over te dragen. Dat is volgens Solar Valley niet overeengekomen. Solar Valley geeft aan dat zij bereid is na te denken over een oplossing, maar dat Siro Vastgoed daarbij wel de schade die Solar Valley heeft geleden als gevolg van het niet tot stand komen van het recht van opstal vergoed moet worden.
2.22.
Mr. Steenpoorte betwist in een e-mail van 24 februari 2021 dat Siro Vastgoed schadeplichtig is jegens Solar Valley. Ook betwist Siro Vastgoed dat Solar Valley niet verplicht zou zijn om de subsidiebeschikkingen over te dragen. Mr. Steenpoorte sommeert Solar Valley om mee te werken aan ingebruikname en overdracht van de subsidiebeschikkingen van de projecten Siro 2 en Siro 3.
2.23.
Partijen hebben vervolgens gecorrespondeerd over het treffen van een regeling, maar zijn daar uiteindelijk niet in geslaagd.

3.Het geschil

3.1.
Siro Vastgoed vordert samengevat en na wijziging van eis – om bij vonnis in kort geding, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Solar Valley op grond van artikel 3:296 BW te gebieden om binnen vijf dagen:
  • het formulier verzoek tot wijziging subsidieontvanger organisaties ten aanzien van project Siro 1 te ondertekenen en aan Siro Vastgoed te verstrekken;
  • medewerking te verlenen aan ingebruikname van project Siro 2 en Siro 3 en vervolgens ondertekenig en toezending aan Siro Vastgoed van het formulier verzoek tot wijziging subsidieontvanger organisaties project Siro 2 en Siro 3;
  • al datgene te doen wat in redelijkheid van Solar Valley mag worden gevergd en nodig is om tot overdracht van de subsidiebeschikkingen aan Siro Vastgoed te komen;
Dit alles op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag met een maximum van 500.000,--;
II. Solar Valley te gebieden ex atikel 843a Rv inzage te geven in documentatie waaruit de ontvangen subsidiebedragen van RvO ter zake de Siro-projecten blijkt, op staffe van een dwangsom van van € 5.000,-- per dag met een maximum van 500.000,--;
III. Solar Valley te gebieden om binnen tien dagen het totaalbedrag van de ontvangen subsidiebedragen aan Siro Vastgoed af te dragen;
IV. Solar Valley te veroordeeln in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en in de nakosten.
3.2.
Siro Vastgoed legt daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
Solar Valley is verplicht om de subsidiebeschikkingen die op haar naam staan over te dragen aan Siro Vastgoed. Primair vloeit die verplichting voort uit een tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. Partijen zijn bij beëindiging van de overeenkomst namelijk overeengekomen dat Solar Valley de subsidiebeschikkingen zou overdragen tegen vergoeding door Siro Vastgoed van de in artikel 4.2 van de Overeenkomst genoemde bedragen. Siro Vastgoed heeft aan haar betalingsverplichting voldaan, maar Solar Valley weigert om de beschikkingen aan Siro Vastgoed over te dragen. Inmiddels verkeert Solar Valley in verzuim.
Subsidiair kwalificeert de weigering van Solar Valley om mee te werken aan overdracht van de subsidiebeschikkingen aan Siro Vastgoed als een onrechtmatige daad. Solar Valley handelt in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Solar Valley heeft ook geen belang meer bij de subsidiebeschikkingen. Zij wekt zelf geen elektriciteit op met de zonnepanelen op de daken van Siro Vastgoed. Dat doet Siro Vastgoed zelf. Solar Valley is door Siro Vastgoed ook betaald voor haar werkzaamheden.
Het belang van Siro Vastgoed bij overdracht vn de beschikkingen is groot. Siro Vastgoed kan met de subisdie een deel van haar investeringen terug verdienen.
Solar Valley is door de ontvangen subsidiebedragen ongerechtvaardigd verrijkt en dient de als gevolg daarvan door Siro Vastgoed geleden schade te vergoeden.
Siro Vastgoed weet niet welke bedragen Solar Valley aan subsidie inmiddels heeft ontvangen. Siro Vastgoed vordert daarom primair op grond van artikel 843a Rv inzage in documenten waaruit dat blijkt.
Subsidiair vordert Siro Vastgoed om Solar Valley op grond van artikel 22 Rv te bevelen om toe te lichten en met documenten te onderbouwen welke bedaregn zij heeft ontvangen.
3.3.
Solar Valley voert daartegen, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
Siro Vastgoed dient niet ontvankelijk verklaard te worden in haar vorderingen. De zaak leent zich namelijk niet voor behandeling in kort geding. De gevolgen van het treffen van de gevorderde voorzieningen zijn disproportioneel en leiden tot een onomkeerbare situatie.
Het ontbreekt Siro Vastgoed ook aan voldoende spoedeisend belang gelet op het tijdsverloop sinds de beëindiging van de Overeenkomst. Siro Vastgoed heeft Solar Valley ook nooit verzocht om mee te werken aan de aanmelding van project Siro 3. Voor zover bij Solar Valley bekend is dat project ook nog niet gerealiseerd. Siro Vastgoed heeft ook nauwelijks geprobeerd om de kwestie in der minne op te lossen terwijl Solar Valley daar wel toe bereid was.
Solar Valley betwist dat zij verplicht is om mee te werken aan overdracht van de subsidiebeschikkingen aan Siro Vastgoed. Een dergelijke verplichting vloeit niet voort uit de Overeenkomst. Het was bij het sluiten van de Overeenkomst ook niet de bedoeling van partijen dat bij beëindiging de subsdiebeschikkingen zouden worden overegedragen. Solar Valley betwist ook dat partijen dat hebben afgesproken bij beëindiging van de Overeenkomst.
De weigering om de subsidiebeschikingen over te dragen levert ook geen onrechtmatige daad op. Siro Vastgoed heeft geen recht op de subsidies dus Solar Valley schendt ook geen ongeschreven norm. Solar Valley kan onder de gegeven omstandigheden ook geen beroep doen op de redelijkheid en billijkheid.
Van ongerechtvaardigde verrijking door Solar Valley ten koste van Siro Vastgoed is geen sprake. Siro Vastgoed heeft namelijk geen recht op de subsidies.
Aan de vereisten van artikel 843a Rv voor inzage wordt niet voldaan. Siro Vastgoed heeft geen rechtmatig belang bij de inzage. Siro Vastgoed is ook geen partij bij de rechtsbetrekking tussen Solar Valley en RvO.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in dit kort geding om SDE+ subsidies die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) aan Solar Valley zijn verleend voor het opwekken van elektriciteit met behulp van de zonnestroominstallaties die zijn geplaatst, of nog zullen worden geplaatst, op daken van een viertal bedrijfsgebouwen van Siro Vastgoed, aangeduid met respectievelijk Siro 1, Siro 2, Siro 3 en Siro 4. Partijen hebben de afspraken daarover vastgesteld in een overeenkomst van opdracht en vertegenwoordiging (hierna: de Overeenkomst). Het was ten tijde van het aanvragen van de subsidies de bedoeling van partijen dat de installaties zouden worden gerealiseerd door Solar Valley en dat Solar Valley daar ook de eigendom van zou verkrijgen door het vestigen van een recht van opstal door Siro Vastgoed ten gunste van Solar Valley. Solar Valley zou de installaties vervolgens voor eigen rekening gaan exploiteren. Het was daarom ook de bedoeling dat Solar Valley de SDE+subsidies zou ontvangen. Het zou in totaal gaan om een bedrag van maximaal ruim € 2,2 mio voor de vier projecten samen. Het is uiteindelijk anders gelopen. Solar Valley heeft de Overeenkomst beëindigd nog voordat de eerste installatie (Siro 1) gerealiseerd was. Siro Vastgoed is vervolgens in eigen beheer verder gegaan met het realiseren van de projecten. Siro 1 is inmiddels gerealiseerd en in gebruik genomen. Ook project Siro 2 is gerealiseerd maar onduidelijk is of het project ook al formeel in gebruik is genomen. De subsidiebeschikkingen voor de projecten staan echter nog steeds op naam van Solar Valley. Siro Vastgoed ontvangt dus geen subsidie voor de projecten. De vraag die in dit kort geding centraal staat is of Solar Valley moet meewerken aan overdracht van de subsidiebeschikkingen aan Siro Vastgoed zodat de subsidies alsnog bij Siro Vastgoed terechtkomen.
4.2.
Het verweer van Solar Valley dat de zaak zich niet leent voor kort geding, faalt. Het enkele feit dat een beslissing in kort geding mogelijk onomkeerbare gevolgen heeft, is daarvoor onvoldoende. Bovendien is het maar de vraag in dit geval sprake is van onomkeerbare gevolgen. Van een constitutieve beslissing is in ieder geval geen sprake.
4.3.
Siro Vastgoed heeft ook voldoende spoedeisend belang bij de overdracht van de subsidiebeschikkingen. Siro Vastgoed stelt dat de periode waarover subsidie kan worden ontvangen steeds korter wordt als de projecten niet in gebruik worden genomen. Voor ingebruikname van de projecten Siro 2 en 3 heeft Siro Vastgoed de medewerking van Solar Valley nodig, zo stelt zij. De projecten moeten ook tijdig in gebruik worden genomen omdat de subsidies anders dreigen te vervallen. Bovendien heeft Solar Valley in correspondentie met Siro Vastgoed in het kader van het treffen van een regeling aangegeven voornemens te zijn om de RvO te verzoeken de subsidiebeschikkingen in te trekken (zie e-mail van Solar Valley van 5 maart 2021, prod. 14 bij dagvaarding). Van Siro Vastgoed kan onder de gegeven omstandigheden dan niet worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht omdat zij dat het risico loopt dat (een deel van) de subsidiebedragen niet meer beschikbaar is. In dat kader overweegt de voorzieningenrechter dat de vorderingen van Siro Vastgoed niet kwalificeren als een geldvordering in kort geding. Strekking van de vordering is dat de subsidiebeschikkingen die recht geven op het ontvangen van subsidie van de RvO worden overgedragen. De strenge voorwaarden die gelden voor de beoordeling van een geldvordering in kort geding zijn hier dan ook niet van toepassing.
4.4.
Uitgangspunt bij beoordeling van de vorderingen van Siro Vastgoed is dat de Overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd. Solar Valley heeft de Overeenkomst opgezegd en Siro Vastgoed heeft expliciet verklaard dat zij in die opzegging berust. Tussen partijen is ook niet in geschil dat de subsidies formeel aan Siro Vastgoed kunnen worden overgedragen. Gesteld noch gebleken is dat de betreffende regelgeving zich tegen de overdracht verzet.
4.5.
De vraag is of Solar Valley gehouden is om mee te werken aan die overdracht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk geworden dat dit het geval is. Uit de door partijen overgelegde correspondentie blijkt dat partijen naar aanleiding van het beëindigen van de Overeenkomst door Solar Valley hebben gesproken over overdracht van de subsidiebeschikkingen. Uit die correspondentie ontstaat de indruk dat partijen het daarover ook eens zijn geworden. Daarbij wijst de voorzieningenrechter met name op de e-mail- en WhatsApp-berichten van 30 oktober 2020. [C] van Siro Vastgoed vraagt aan [A] van Solar Valley in een WhatsApp-bericht hoe de overdracht van de SDE-subsidies moet worden geregeld. [A] reageert daarop inhoudelijk in een e-mail later die dag. Daarin schrijft hij niet dat Solar Valley niet gehouden zou zijn om mee te werken aan de overdracht. In plaats daarvan stuurt hij Siro Vastgoed een “eindafrekening overeenkomstig de eerder gemaakte afspraken.” Ook schrijft hij:
“Zodra deze factuur voldaan is kunnen de volgende stappen gezet worden voor overdracht van de projecten”.
Verderop in de e-mail schrijft hij:
“De SDE beschikkingen stuur ik via We Transfer.”
Dat wijst er naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dat partijen afspraken hebben gemaakt over overdracht van de SDE-beschikkingen door Solar Valley aan Siro Vastgoed tegen betaling van het bedrag zoals vermeld in de eindafrekening. Vast staat dat Siro Vastgoed het door Solar Valley gefactureerde bedrag, na correctie van het totaalbedrag conform een door Solar Valley opgemaakte creditfactuur, heeft voldaan.
4.6.
De afspraken lijken ook in lijn met het bepaalde in de Overeenkomst. Solar Valley verwijst in de eindafrekening uitdrukkelijk naar artikel 4.2. van de Overeenkomst. Dat artikel voorziet in een recht op een financiële vergoeding voor Solar Valley in geval geen recht van opstal tot stand komt en Solar Valley dus geen eigenaar wordt van de installaties maar Solar Valley wel al een subsidiebeschikking heeft verkregen. Dat is hier in feite het geval, zij het dat het Solar Valley zelf is geweest die de samenwerking formeel heeft beëindigd. Solar Valley brengt in de eindafrekening het in artikel 4.2. genoemde maximumbedrag van € 2.500,-- per project bij Siro Vastgoed in rekening.
4.7.
Het lijkt op het eerste gezicht ook logisch dat de SDE-beschikkingen aan Siro Vastgoed worden overgedragen. Toen de subsidies door Solar Valley werden aangevraagd was het de bedoeling dat Solar Valley eigenaar zou worden van de installaties en zelf voor eigen rekening daarmee elektriciteit zou gaan opwekken. Zover is het niet gekomen omdat het recht van opstal niet tot stand is gekomen en de Overeenkomst voortijdig is beëindigd. Siro Vastgoed heeft vervolgens zelf in eigen beheer de projecten gerealiseerd, althans is daarmee bezig en wekt daarmee zelf de elektriciteit op. Niet in geschil is dat Siro Vastgoed in dat kader ook aanzienlijke investeringen heeft gedaan. Dat Solar Valley zelf niet langer aanspraak kan maken op de subsidies staat ook niet ter discussie. Zij heeft de installaties uiteindelijk niet gerealiseerd en wekt ook geen elektriciteit op. Solar Valley geeft in dat kader zelf ook aan dat de subsidiebeschikkingen ingetrokken moeten worden (zie pleitnota mr. Van Bladel-Oltean, randnummer 1).
4.8.
Slotsom is dat voldoende aannemelijk is geworden dat Solar Valley uit hoofde van met Siro Vastgoed gemaakte afspraken gehouden is om medewerking te verlenen aan overdracht van de SDE-beschikkingen. Voldoende aannemelijk is ook dat Solar Valley toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van die verbintenis. Zij weigert immers mee te werken aan de overdracht. Onderdeel 1 van de vordering is daarmee toewijsbaar. Afweging van de wederzijdse belangen leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij overweegt de voorzieningenrechter dat voor zover Solar Valley stelt dat Siro Vastgoed schadeplichtig is jegens haar omdat zij tekort is geschoten in haar verplichting om het recht van opstal te realiseren, dat niet rechtvaardigt dat de aanspraak van Siro Vastgoed op de subsidie mogelijk verloren gaat. Daar heeft Solar Valley immers ook geen belang bij. Vordering 1. zal daarom worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing. De voorzieningenrechter ziet onder de gegeven omstandigheden ook voldoende grond om daaraan een dwangsom te verbinden.
4.9.
De vordering onder II. is gegrond op artikel 843a Rv en strekt tot het verkrijgen van inzage in de documenten waaruit blijkt welke subsidiebedragen door Solar Valley zijn ontvangen voor de Siro-projecten. Solar Valley stelt zich op het standpunt dat niet is voldaan aan alle voorwaarden die artikel 843a Rv stelt aan het verkrijgen van inzage. Volgens Solar Valley heeft Solar Valley geen rechtmatig belang bij de inzage en is Siro Vastgoed geen partij bij de rechtsbetrekking. Die verweren treffen geen doel. Zoals hierboven is overwogen is voldoende aannemelijk dat Solar Valley dient mee te werken aan overdracht van de SDE-beschikkingen aan Siro Vastgoed. Siro Vastgoed heeft dan een rechtmatig belang bij inzage in documenten waaruit blijkt welk bedrag aan subsidie inmiddels door Solar Valley is ontvangen. Zoals Siro Vastgoed terecht stelt dient het vereiste van de rechtsbetrekking niet zo strikt te worden uitgelegd dat Siro Vastgoed zelf partij bij moet zijn bij die rechtsbetrekking, zoals in dit geval waar het gaat om de rechtsbetrekking tussen Solar Valley als subsidieaanvrager en de RvO als subsidieverlener. Het gaat er om dat de bescheiden relevant zijn voor de beoordeling van het geschil met het oog waarop inzage wordt gevraagd. Dat is in dit geval het geschil tussen Siro Vastgoed en Solar Valley over de overdracht van de subsidiebeschikkingen. Daarmee is voldoende aannemelijk dat is voldaan aan de vereisten van artikel 843 a Rv. Ook vordering II. zal daarom worden toegewezen met daaraan verbonden een dwangsom zoals vermeld in de beslissing.
4.10.
Onderdeel III. van de vordering strekt ertoe dat Solar Valley wordt geboden om de reeds ontvangen subsidiebedragen door te betalen aan Siro Vastgoed. Ook die vordering zal worden toegewezen. Zoals hierboven is overwogen dient Solar Valley naar het oordeel van de voorzieningenrechter mee te werken aan overdracht van de SDE-beschikkingen aan Siro Vastgoed. Daaruit volgt dat Solar Valley de uit hoofde van die beschikkingen reeds ontvangen subsidiebedragen dient door te betalen aan Siro Vastgoed. Voldoende aannemelijk is dat die bedragen aan Siro Vastgoed en niet aan Solar Valley toekomen. Afweging van de wederzijdse belangen leidt niet tot een ander oordeel.
4.11.
Solar Valley zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Siro Vastgoed worden begroot op:
- dagvaarding € 109,41
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.792,41

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Solar Valley om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis:
- het “formulier verzoek tot wijziging subsidieontvanger organisaties” ten aanzien van het project Siro 1 (SDE1826596) te ondertekenen en aan Siro Vastgoed te vertrekken;
- medewerking te verlenen aan ingebruikname van de projecten Siro 2 (SDE1916147) en Siro 3 (SDE1911144) en de “formulieren verzoek tot wijziging subsidieontvanger organisaties” ten aanzien van die projecten te ondertekenen en aan Siro Vastgoed toe te zenden,
- al datgene te doen wat in redelijkheid van haar mag worden gevergd en nodig is om tot overdracht van de hiervoor bedoelde subsidiebeschikkingen aan Siro Vastgoed te komen;
5.2.
veroordeelt Solar Valley om aan Siro Vastgoed een dwangsom te betalen van € 1.000,-- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt,
5.3.
veroordeelt Solar Valley om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis aan Siro Vastgoed volledige inzage te verschaffen in de documenten waaruit blijkt welke subsidiebedragen Solar Valley van de RvO heeft ontvangen in het kader van de Siro-projecten;
5.4.
veroordeelt Solar Valley om aan Siro Vastgoed een dwangsom te betalen van € 1.000,-- voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt,
5.5.
veroordeelt Solar Valley om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis de reeds van de RvO ontvangen subsidiebedragen ter zake de Siro-projecten aan Siro Vastgoed door te betalen,
5.6.
veroordeelt Solar Valley in de proceskosten, aan de zijde van Siro Vastgoed tot op heden begroot op € 1.792,41, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
veroordeelt Solar Valley in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Solar Valley niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2021.