Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Zorgen voor een goede service en een correcte klachtenbehandeling.”Daar valt onder: “
indien de klant het wenst, ruilingen correct afhandelen en aangekochte artikelen terugnemen conform de servicegarantie.”In de hiervoor genoemde arbeidsovereenkomst staat verder dat het gemiddeld aantal werkzame uren per week is vastgesteld op 0 tot 12 uur. Het uurloon bedraagt € 10,05 bruto (exclusief toeslagen).
3.Het verzoek van [verzoekster]
de kantonrechter gaat er vanuit dat bedoeld is lid 11) verzoekt zij haar een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst toe te kennen (het bruto loon vanaf 1 september 2020 tot en met 11 december 2020). Verder verzoekt zij op basis van artikel 7:681 lid 1 sub a BW haar een billijke vergoeding toe te kennen van € 20.000,00 bruto (voor een specificatie van dit bedrag zie onderdelen 43 en 44 van het verzoekschrift). Ook verzoekt [verzoekster] betaling van achterstallig loon van in totaal € 889,30 netto. Daarnaast verzoekt zij afgifte van deugdelijke bruto-netto specificaties. Tot slot verzoekt [verzoekster] betaling van de maximale wettelijke verhoging conform artikel 7:625 BW en de wettelijke rente.
4.Het verweer van [verweerder]
- op alle ruilbonnen is vermeld “bon gezien” of “afschrift gezien”; bij geen van de ruilbonnen is de originele kassabon achtergevoegd;
- de desbetreffende ‘klant’ heeft in alle gevallen contant geld teruggevraagd. De ‘klant’ ruilde de artikelen dus niet om;
- de adressen komen in een aantal gevallen niet overeen met de postcodes van de ‘klanten’, zoals genoteerd op de ruilbonnen en zijn dus fictief. Ook zijn er ongeldige (niet bestaande) postcodes vermeld op de ruilbonnen;
- op alle ruilbonnen is het personeelsnummer van [verzoekster] vermeld ( [personeelsnummer] ) en haar handtekening is op de ruilbonnen te zien;
- op alle tijdstippen van de betreffende ruilhandelingen was [verzoekster] werkzaam voor [verweerder] in het filiaal in [plaats] , terwijl ten tijde van de betreffende ruilhandelingen verder sprake was van een wisselende samenstelling van het personeel. [verzoekster] was de enige constante factor.
allepartijen op te geven. Daarna zal een datum voor het verhoor worden bepaald. Partijen dienen ermee rekening te houden dat het doen van fysieke zittingen in deze tijd nog maar beperkt mogelijk is. Zij dienen daarom hun verhinderdata op te geven voor de komende zes maanden.
6.De beslissing
allepartijen voor de komende zes maanden op te geven;