Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
zij op of omstreeks 8 juni 2017 te Amsterdam en/of te Valkenswaard althans te Nederland, als werkgever, al dan niet opzettelijk, handelingen heeft verricht of nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en/of de daarop berustende bepalingen, door een werknemer genaamd [slachtoffer] werkzaamheden laten verrichten bestaande uit het monteren van (een) veiligheidsnet(ten) aan een (staal)constructie staande op een sport van een ladder, waardoor hij op een hoogte werkte waarbij sprake was van valgevaar, immers heeft zij al dan niet opzettelijk in strijd met
zij op of omstreeks 8 juni 2017 te Amsterdam en/of te Valkenswaard althans te Nederland grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en of nalatig heeft gehandeld door haar werknemer [slachtoffer] werkzaamheden te laten verrichten bestaande uit het monteren van (een) veiligheidsnet(ten) aan een (staal)constructie staande op een sport van een ladder,
waardoor het aan haar schuld te wijten is dat het slachtoffer [slachtoffer] , van de ladder is gevallen en daarbij zodanig letsel heeft bekomen dat hij aan de gevolgen daarvan is overleden;
waardoor het aan haar schuld te wijten is geweest dat het slachtoffer [slachtoffer] , van de ladder is gevallen en zwaar lichamelijk letsel, te weten een schedelbasisfractuur en/of een kneuzing van de hersenen, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de beroepsbezigheden van deze was ontstaan.
De formele voorvragen.
De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.
De toedracht
T.a.v. feit 1
T.a.v. feit 2 primair
De bewezenverklaring.
op 8 juni 2017 te Nederland, als werkgever opzettelijk handelingen heeft verricht of nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet of de daarop berustende bepalingen, door een werknemer genaamd [slachtoffer] werkzaamheden te laten verrichten bestaande uit het monteren van veiligheidsnetten aan een (staal)constructie staande op een sport van een ladder, waardoor hij op een hoogte werkte waarbij sprake was van valgevaar, immers heeft zij al dan niet opzettelijk in strijd met
immers werd de ladder gebruikt voor het monteren van valnetten, hetgeen een grote krachtuitoefening kan vergen wegens het gewicht van de netten, terwijl een ladder volgens de gebruiksaanwijzing alleen gebruikt mag worden voor lichte werkzaamheden; en
op 8 juni 2017 te Nederland aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig heeft gehandeld door haar werknemer [slachtoffer] werkzaamheden te laten verrichten bestaande uit het monteren van veiligheidsnetten aan een (staal)constructie staande op een sport van een ladder,
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partijen.
T.a.v. benadeelde partij [benadeelde 1][overleden nabestaande van het slachtoffer [slachtoffer] ]
T.a.v. benadeelde partij [benadeelde 2][nabestaande van het slachtoffer [slachtoffer] ]
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Een geldboete van € 70.000,-[zeventigduizend euro].
€ 35.000,-[vijfendertigduizend euro]
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van drie jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partij
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan [benadeelde 1] [overleden nabestaande van het slachtoffer [slachtoffer] ] van een bedrag van
€ 974,93(zegge: negenhonderdvierenzeventig euro en drieënnegentig eurocent), bestaande uit materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.