Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Waar gaat de procedure over?
2.De procedure
- het verzoekschrift,
- het verweerschrift,
- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juni 2021. Bij die gelegenheid zijn
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak gaat het om een deelgeschil dat is ontstaan na een verkeersongeval waarbij de verzoeker, die letsel aan zijn rechterbeen heeft opgelopen, een schadevergoeding vraagt van de verweerster, Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V. De verzoeker heeft in het verleden meerdere operaties ondergaan en er is vastgesteld dat hij in de toekomst een knieprothese nodig zal hebben. De verzoeker verzoekt de rechtbank om een verklaring voor recht dat de begroting van zijn toekomstige schade, na afweging van goede en kwade kansen, bij voorbaat moet plaatsvinden. Hij wil dat de schadevergoeding in één keer wordt uitgekeerd, met een voorbehoud voor eventuele toekomstige schade die voortvloeit uit de knieprothese. De rechtbank heeft op 28 juli 2021 de verzoeken van de verzoeker afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gevolgen van de knieoperatie moeten worden meegenomen in de afweging van de goede en kwade kansen, zoals bedoeld in artikel 6:105 BW. De rechtbank benadrukte dat het verzoek van de verzoeker niet in overeenstemming was met de wet, omdat het voorbehoud dat hij wenste niet kon worden opgelegd in het kader van de buitengerechtelijke onderhandelingen. De rechtbank heeft ook de kosten van de deelgeschilprocedure aan de zijde van de verzoeker begroot op € 6.605,60.