Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 januari 2021;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 juni 2021 en de daarin genoemde processtukken;
- de brief van [gedaagden] van 12 juli 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de brief van [eiseres] van 14 juli 2021 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
– zo begrijpt de rechtbank – is zij, nu ze dit niet gedaan heeft niet ontvankelijk in haar vorderingen.
“ [D] refereert aan een verhoogd risico op herblessure. Dat is correct, echter op het moment dat een paard weer goed loopt, mag deze weer belast worden. Vergelijk: als een humane patiënt geopereerd is aan kanker, is er altijd risico op recidief. Echter als het goed gaat met de patiënt mag deze weer van het leven genieten”.Anders dan [eiseres] meent, hoefde [gedaagden] haar daarom niet op dat risico te wijzen. Als het risico zich vervolgens na de levering verwezenlijkt, kan [eiseres] zich dus niet met succes op non-conformiteit beroepen. Ook niet als het paard door dat recidief niet meer geschikt is als dressuurpaard voor de hogere sport. [eiseres] heeft het paard gekocht wetende dat het zeer recent een peesblessure had gehad en het gevaar voor herhaling van die blessure komt daarmee voor haar rekening en risico.
een omvangstoename van de getoonde schenkel met enkele hypoechogene gedeelten’duidelijk aanwezig was op de scan van 7 juli 2020, dat ‘
de peesblessure een duidelijke chronische component heeft’en dat de huidige blessure een
‘opflikkering van een oude blessure’is. Dit wijst erop dat de peesblessure nog niet volledig was genezen en de huidige en de oude blessure dus een en dezelfde zijn. Maar [D] heeft ook verklaard dat de echografische beelden van
7 juli 2020 naar zijn mening onvoldoende te beoordelen zijn, omdat de beelden erg donker zijn. Daarnaast zijn er ook aanwijzingen dat het paard van de eerdere blessure was hersteld en op het moment van levering geen blessure had. Zo heeft [B] verklaard dat naar zijn mening, gelet op de beelden van 7 juli 2020 en de verklaring van [gedaagden] dat het paard weer normaal getraind en belast werd, het paard weer volledig gebruikt kon worden als sportpaard. Ook heeft [C] het in zijn rapportage over een
nieuweblessure en een
nieuweverscheuring van de latere tak.
5.De beslissing
woensdag 6 oktober 2021voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over het voorgenomen deskundigenbericht (zie 4.13),