ECLI:NL:RBOBR:2021:5156

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
27 september 2021
Zaaknummer
372674 / KG ZA 21-417
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis in kort geding over energielevering en aansluitingen

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Enexis Netbeheer B.V. verzet aangetekend tegen een verstekvonnis dat op 9 juli 2021 was gewezen in een kort geding. De zaak betreft een geschil over de afsluiting van gas- en elektriciteitsaansluitingen aan een woonhuis, waar Enexis als netwerkbeheerder verantwoordelijk is voor de aansluiting. De stichting Stichting Bewaarder 2G Vastgoed had in het kort geding gevorderd dat Enexis de aansluitingen zou herstellen, nadat deze waren afgesloten omdat er geen energieleverancier was aangemeld. Enexis stelde dat zij de aansluitingen terecht had afgesloten, omdat er geen geldige overeenkomst met een energieleverancier bestond. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de dagvaarding op de juiste wijze was betekend en dat Enexis niet was verschenen, waardoor verstek werd verleend. In het verzet heeft Enexis aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van het verstekvonnis, maar de rechter oordeelde dat dit risico voor rekening van Enexis kwam. De rechter bekrachtigde het verstekvonnis en veroordeelde Enexis in de proceskosten van de verzetprocedure. Het vonnis werd openbaar uitgesproken op 24 september 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/372674 / KG ZA 21-417
Vonnis in verzet in kort geding van 24 september 2021
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
opposante,
advocaat mr. G.E.M.C. Reinartz te Eindhoven,
tegen
de stichting
STICHTING BEWAARDER 2G VASTGOED,
gevestigd te [plaats] ,
geopposeerde,
gemachtigde J.G.C.B. van Ginneken te Den Haag.
Partijen zullen hierna Enexis en Stichting Bewaarder 2G Vastgoed genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 9 juli 2021 gewezen verstekvonnis (C/01/372674 / KG ZA 21-417) tussen Stichting Bewaarder 2G Vastgoed als eiseres en Enexis als gedaagde
  • de dagvaarding in verzet van 4 augustus 2021, met acht producties
  • de mondelinge behandeling die plaats vond op 21 september 2021, door middel van een verbinding via Skype. De mondelinge behandeling in deze zaak heeft gelijktijdig plaatsgevonden met de mondelinge behandeling in de zaak tussen dezelfde partijen met nummer 9332488 CV EXPL 21-3343.
  • de pleitnota van Enexis
  • de pleitnota van Stichting Bewaarder 2G Vastgoed.
1.2.
De kantonrechter heeft bepaald dat uiterlijk op 24 september 2021 vonnis zal worden gewezen.

2.Het geschil

2.1.
Bij dagvaarding in verzet van 4 augustus 2021 heeft Enexis vernietiging gevorderd van het tussen partijen gewezen verstekvonnis van 9 juli 2021, en veroordeling van Stichting Bewaarder 2G Vastgoed om de door Enexis op basis van het vonnis van 9 juli 2021 betaalde bedragen (dwangsommen) aan Enexis terug te betalen, met veroordeling van Stichting Bewaarder 2G Vastgoed in de kosten van de verstek- en de verzetprocedure.
2.2.
Aan haar vorderingen heeft Enexis – zakelijk weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd. Enexis is de netwerkbeheerder in de regio waar de plaats [plaats] onder valt. Enexis verzorgt derhalve het aan- en afsluiten op het gasnet en elektriciteitsnet van woningen en bedrijven in [plaats] , waaronder het woonhuis aan de [adres] te [plaats] . Een netwerkbeheerder (Enexis) mag geen elektriciteit/gas leveren aan afnemers. De levering gebeurt door energieleveranciers die de afnemers zelf kiezen. Wanneer de leveringsovereenkomst met een afnemer wordt beëindigd zonder dat er een nieuwe energieleverancier is kan er een situatie ontstaan die in strijd is met de wet omdat de netwerkbeheerder op dat moment energieleverancier dreigt te worden. De netwerkbeheerder moet er zorg voor dragen dat een dergelijke situatie niet ontstaat door, indien er geen nieuwe leverancier voor de aansluiting wordt aangemeld, de energie op dat adres af te sluiten.
De eigenaar van het woonhuis aan de [adres] te [plaats] had tot 17 juni 2021 een overeenkomst voor de levering van energie met Pure Energie. Op enig moment heeft Pure Energie aan Enexis laten weten dat de leveringsovereenkomst per 17 juni 2021 zou worden beëindigd. Hierop heeft Enexis meerdere brieven gestuurd aan het adres van het woonhuis aan de [adres] met de mededeling dat voor de datum van beëindiging van het leveringscontract een geldige (nieuwe) leveringsovereenkomst voor de aansluiting nodig is, bij gebreke waarvan Enexis over zal gaan tot het afsluiten van de energie. De brieven heeft Enexis overgelegd bij haar verzetdagvaarding.
Daarnaast heeft Enexis meerdere malen een (afsluit)bezoek gebracht aan het woonhuis te [plaats] maar telkens trof zij niemand bij de woning aan en was het (dus) niet mogelijk om binnen te treden en in overleg te treden.
Het derde en laatste afsluitbezoek dat Enexis heeft gebracht aan het woonhuis was op 28 juni 2021. Bij dit bezoek, waar (wederom) niet open werd gedaan, is een brief achtergelaten (productie 4 bij de verzetdagvaarding) met de mededeling dat geprobeerd is het adres (binnen en buiten) af te sluiten van energie omdat er geen nieuwe energieleverancier bekend is, maar dat het afsluiten (binnen) niet gelukt is.
Omdat ook na 28 juni in het Centraal Aansluitregister (CAR) geen nieuwe leverancier op het adres aan de [adres] te [plaats] geregistreerd was, is Enexis door gegaan met de aangekondigde afsluitprocedure.
Op 9 juli 2021 om 13.03 heeft de afsluitploeg van Enexis de elektriciteitsaansluiting op het adres [adres] te [plaats] afgesloten en om 13.04 de gasaansluiting.
Op 9 juli 2021 om 15.49 uur is aan de receptie van het kantoor van Enexis te ’s-Hertogenbosch de inleidende dagvaarding betekend voor het kort geding dat op diezelfde dag om 17.00 uur plaats heeft gevonden.
Dagvaarding op zo’n zeer korte termijn is hoogst ongebruikelijk en de medewerkers bij Enexis waren er dan ook niet op bedacht dat er diezelfde dag nog een kort gedingzitting zou plaats vinden.
Op 9 juli 2021 om 18.17 uur is voor het adres [adres] te [plaats] een energieleverancier geregistreerd in het CAR en vanaf dat moment was het voor Enexis dus pas kenbaar dat er voor dat adres een overeenkomst met een leverancier was. Bij de aanvang en tijdens de mondelinge behandeling in het kort geding was er dus nog geen sprake van een energieleverancier op het adres en was het Enexis op basis van de wet niet toegestaan om dat adres aan te sluiten op het energienetwerk. Enexis heeft de afsluiting ruim voor de datum per brief, per ingesproken voicemail bij de afnemer aangekondigd. Omdat elke reactie van de afnemer uitbleef heeft hij zelf de situatie in het leven geroepen waarin de afsluiting zou plaats vinden. De vordering van Stichting Bewaarder 2G Vastgoed zou indien Enexis verweer had gevoerd dan ook zijn afgewezen.
De vordering zou ook zijn afgewezen omdat deze onredelijk en onjuist was. De vordering was onjuist omdat herstel gevraagd werd van de aansluitingen gas en elektriciteit, terwijl Stichting Bewaarder 2G Vastgoed niet de laatste geregistreerde afnemer op het aansluitadres was. Dat was de Holding [bedrijfsnaam] Stichting Bewaarder 2G Vastgoed had dus geen heraansluiting maar een nieuwe aansluiting moeten aanvragen.
De vordering was onredelijk omdat het vonnis pas op vrijdagmiddag na 17.00 uur gewezen en betekend is. Het was dus voor Enexis onmogelijk om kennis te nemen van het vonnis en daaraan te voldoen.
2.3.
Stichting Bewaarder 2G Vastgoed voert verweer waarop hierna, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
In zaken als de onderhavige, waarin een woonhuis op vrijdagmiddag is afgesloten van gas en elektriciteit, is er een evident (zeer) spoedeisend belang bij het vragen van een voorlopige voorziening zodat het plannen van een mondelinge behandeling op zeer korte termijn in de meeste gevallen geboden is. De voorzieningenrechter oordeelde dat in dit geval een dergelijk zeer spoedeisend belang aan de orde was en heeft daarom toestemming gegeven voor een verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv.
Na het betekenen van de inleidende dagvaarding op vrijdag 9 juli 2021 om 15.49 uur heeft op vrijdag 9 juli 2021 om 17.00 uur de mondelinge behandeling plaats gevonden.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de dagvaarding op de juiste wijze aan Enexis is betekend aan de op het exploot van dagvaarding vermelde persoon die op dat moment op het kantoor van Enexis aanwezig en werkzaam was.
Volgens de verklaring ter zitting in deze verzetzaak van mr. P. Wetzels, advocaat van Enexis (hierna: mr. Wetzels) is het dagvaardingsexploot na ontvangst op 9 juli 2021 door de medewerker ingescand en gemaild naar mr. Wetzels, die deze mail pas op de maandagochtend daarna, op 12 juli 2021 heeft gezien. Deze omstandigheid, die er kennelijk ook de reden van was dat namens Enexis niemand bij de mondelinge behandeling op 9 juli 2021 om 17.00 uur is verschenen, dient voor risico van Enexis te komen. Bij de mondelinge behandeling op 9 juli 2021 is terecht verstek verleend aan Enexis.
3.2.
De voorzieningenrechter heeft na het verlenen van het verstek aan Enexis op basis van de voorliggende dagvaarding en de stukken kunnen oordelen dat het gevorderde hem niet onrechtmatig of ongegrond voor kwam zodat de vordering, met matiging van de dwangsom, is toegewezen.
3.3.
Het verstekvonnis is op vrijdag 9 juli 2021 om 19.45 uur betekend aan het adres van het kantoor van Enexis te ’s-Hertogenbosch en op vrijdag 9 juli 2021 om 19.55 uur aan het woonadres van de bestuurder van Enexis, de heer [A] .
Net als het dagvaardingsexploot is ook het vonnis op de juiste wijze betekend. Volgens mr. Reinartz is betekening aan het kantoor van Enexis op vrijdagavond ‘op voorhand een zinloze actie’ omdat er op dat tijdstip niemand meer aanwezig is. Het feit dat de kans groot is dat van een vonnis dat op vrijdagavond aan het adres van een kantoor betekend niet terstond kennis wordt genomen, neemt niet weg dat deze wijze van betekening conform de wettelijke voorschriften is, zodat deze omstandigheid in beginsel voor risico van degene aan wie het vonnis wordt betekend moet komen. Dit risico is in dit geval bovendien door Stichting Bewaarder 2G Vastgoed ingeperkt door het vonnis niet alleen aan het kantoor van Enexis, maar ook aan het woonhuis van één van de bestuurders van Enexis te doen betekenen. Daarnaast is van belang dat Enexis er weet van had (kunnen hebben) dat een spoed kort geding zou dienen en derhalve rekening had kunnen en moeten houden met betekening van een vonnis in kort geding op vrijdag 9 juli 2021.
3.4.
In het vonnis is Enexis veroordeeld om binnen twee uur na betekening van het vonnis tot herstel van de gas en elektra aansluitingen aan het adres [adres] te [plaats] over te gaan, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- eenmalig indien Enexis niet binnen vier uur na betekening van het vonnis aan de veroordeling heeft voldaan, en op straffe van een dwangsom van € 10.000,- eenmalig indien Enexis niet binnen acht uur na betekening van het vonnis aan de veroordeling heeft voldaan.
Tegen de stelling van Enexis dat het adres [adres] te [plaats] terecht is afgesloten omdat er geen overeenkomst bestond met een energieleverancier heeft Stichting Bewaarder 2G Vastgoed aangevoerd dat die overeenkomst er (wel) was, namelijk op 29 juni 2021 maar dat er bij de leverancier onduidelijkheid bestond over EAN-nummers en dat hierover voorafgaand aan de afsluiting op 9 juli 2021 contact is geweest met mr. Wetzels.
Wat hier ook van zij, feit is dat het op 9 juli 2021 om 18.17 uur voor Enexis kenbaar was dat er een overeenkomst met een leverancier was aangegaan voor het adres [adres] te [plaats] . De afnemer had in ieder geval vanaf dat moment dus recht op aansluiting op het gas- en elektriciteitsnetwerk. Vanaf dat moment had Enexis dus aan de veroordeling in het vonnis moeten voldoen door voor aansluiting op het elektriciteitsnetwerk moeten zorgen. Dat er sprake was van een andere afnemer (Stichting Bewaarder 2G Vastgoed in plaats van Holding [bedrijfsnaam] ) en of Stichting Bewaarder 2G Vastgoed heraansluiting dan wel aansluiting had moeten vorderen doet hier niet aan af. Het was en is voor Enexis immers helder waarop het geschil en de vordering betrekking had (het afsluiten van het elektriciteitsnetwerk aan het adres [adres] te [plaats] ).
3.5.
Nu is vastgesteld dat er in ieder geval vanaf 9 juli 2021 om 18.17 uur een energieleverancier voor de [adres] te [plaats] bekend was en de afnemer aldus het recht had om (weer dan wel opnieuw) op het netwerk te worden aangesloten, had Enexis vanaf dat moment aan de in het verstekvonnis uitgesproken veroordeling kunnen en moeten voldoen. Nu voorts vast staat dat Enexis (pas) op maandagochtend 12 juli het adres [adres] te [plaats] heeft aangesloten, heeft Enexis vanaf het moment van betekening van het vonnis, op 9 juli 2021 om 19.45 uur en 19.55 uur tot maandag 12 juli 11.31 uur, dwangsommen verbeurd.
3.6.
Bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat het verzet ongegrond is en dat het verstekvonnis dient te worden bekrachtigd.
3.7.
Enexis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het verzet worden veroordeeld. De kosten van de verzetprocedure aan de zijde van Stichting Bewaarder 2G Vastgoed worden begroot op € 200,- aan salaris gemachtigde.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verklaart het verzet ongegrond,
4.2.
bekrachtigt het op 9 juli 2021 met zaaknummer C/01/372674 KG ZA 21-417 gewezen verstekvonnis,
4.3.
veroordeelt Enexis in de proceskosten, aan de zijde van Stichting Bewaarder 2G Vastgoed tot op heden begroot op € 200,-
4.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2021.