ECLI:NL:RBOBR:2021:5706

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
2 november 2021
Zaaknummer
C/01/371793 / HA ZA 21-396
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident inzake algemene voorwaarden en vernietiging daarvan

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 3 november 2021, staat een bevoegdheidsincident centraal tussen de besloten vennootschappen Renewi Nederland B.V. en Wij Afval B.V. Renewi vordert betaling van achterstallige facturen van Wij Afval, die zich beroept op een gebrek aan kennisname van de algemene voorwaarden van Renewi. Wij Afval stelt dat de hyperlink naar de algemene voorwaarden niet correct was, waardoor zij geen redelijke mogelijkheid had om deze kennis te nemen. De rechtbank oordeelt dat de onjuiste vermelding in de url een tikfout betreft en dat het voor Wij Afval voldoende duidelijk was dat het om de algemene voorwaarden ging. De rechtbank concludeert dat Renewi aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat Wij Afval geen beroep kan doen op vernietiging van de voorwaarden. De vordering van Wij Afval wordt afgewezen en de rechtbank verklaart zich bevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen. Wij Afval wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer / rolnummer: C/01/371793 / HA ZA 21-396
Vonnis in incident van 3 november 2021
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RENEWI NEDERLAND B.V.,
gevestigd in Maarheeze, gemeente Cranendonck,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. A.M. van Heest te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WIJ AFVAL B.V.,
gevestigd in Teylingen en kantoorhoudend in Sassenheim,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. I.O. Svensson te Leiden.
Partijen zullen hierna Renewi en Wij Afval genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
- de inleidende dagvaarding van 8 juni 2021 met (15) producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van Wij Afval
met (4) producties;
- de conclusie van antwoord in het (bevoegdheids)incident van Renewi met producties (16 t/m 25).
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten

2.1.
Renewi drijft een onderneming die zich bezighoudt met inzameling, sortering, verwerking, verwijdering en recycling van zowel huishoudelijk afval als bedrijfsafval.
2.2.
Wij Afval drijft een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het verrichten van werkzaamheden op het gebied van afvalverwerking en afvalrecycling.

3.De vordering en het verweer

in de hoofdzaak:

3.1.
Renewi vordert Wij Afval te veroordelen tot betaling van een bedrag van
€ 203.764,05 vanwege achterstallige facturen voor door haar verrichte diensten en werkzaamheden in de periode van 2019 tot en met 2021, te vermeerderen met rente en kosten.
3.2.
Wij Afval heeft, voordat zij inhoudelijk ingaat op de vordering, een bevoegdheidsincident opgeworpen.
in het incident:
3.3.
Wij Afval vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vordering van Renewi en de zaak verwijst naar de rechtbank Den Haag, met veroordeling van Renewi in de kosten van de procedure.
3.4.
Wij Afval legt hieraan het volgende ten grondslag. Renewi heeft een beroep gedaan op de forumkeuze in haar algemene voorwaarden. De tekst van de algemene voorwaarden is echter niet bijgevoegd toen de offertes aan Wij Afval werden voorgelegd. De verwijzing (url) naar de algemene voorwaarden (als vermeld op de laatste pagina van de offertes) is foutief en de betreffende hyperlink geeft standaard een foutmelding. Onderzoek wijst uit dat bij het Handelsregister ook geen algemene voorwaarden zijn gedeponeerd. Kortom, Renewi heeft Wij Afval geen redelijke mogelijkheid geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden in de zin van artikel 6:234 BW jo. 6:230c BW. Wij Afval heeft ook niet de mogelijkheid gehad om de algemene voorwaarden op te slaan als bedoeld in artikel 6:234 lid 2 BW. Wij Afval beroept zich dan ook op vernietiging van de voorwaarden. De bevoegde rechtbank moet worden aangewezen op basis van de hoofdregel van artikel 99 Rv jo. artikel 1:10 jo. 1:14 BW. Omdat Wij Afval woonplaats heeft in Sassenheim, ligt een verwijzing naar de rechtbank Den Haag in de rede, aldus Wij Afval.
3.5.
Renewi voert verweer. Partijen deden jarenlang zaken met elkaar. Renewi stuurde jaarlijks langs elektronische weg een tariefopgave, die gold als raamovereenkomst. Op basis daarvan gaf Wij Afval aan Renewi ophaalopdrachten. Uit de prijsopgaves 2019, 2020 en 2021 volgt dat de algemene voorwaarden rechtsgeldig van toepassing zijn verklaard door Renewi. Ook op alle facturen staat dat haar algemene voorwaarden gelden, hetgeen bij een bestendigde handelsrelatie als de onderhavige volstaat voor de toepasselijk verklaring van die voorwaarden. Het beroep op vernietiging van Wij Afval moet dan ook worden verworpen gelet op het bepaalde in artikel 6:234 lid 1 BW. Renewi heeft de voorwaarden ter beschikking gesteld door deze gemakkelijk toegankelijk te maken op een door haar medegedeeld adres (url). Dat het op de tariefopgaves vermelde adres en de betreffende link niet helemaal juist waren, brengt daarin geen verandering. Er verschijnt op de pagina van de foutmelding namelijk een directe link naar de voorwaarden. Op de (798) facturen stond bovendien het juiste webadres. De voorwaarden kunnen als pdf-bestand worden gedownload en opgeslagen. Subsidiair voert Renewi nog aan dat het beroep op vernietiging van de voorwaarden in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Wij Afval probeert de verschrijving in de tariefopgaves op onheuse wijze in haar voordeel te gebruiken, aldus Renewi.
3.6.
Op de (overige) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Hoofdregel is dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde partij bevoegd is op grond van artikel 99 lid 1 Rv. Artikel 108 lid 1 Rv biedt partijen echter de mogelijkheid om bij overeenkomst een relatief bevoegde rechter aan te wijzen (forumkeuzebeding). De volgens een forumkeuze bevoegde rechter is in beginsel bij uitsluiting bevoegd om van het geschil tussen partijen kennis te nemen.
4.2.
De rechtbank stelt vast dat Wij Afval niet heeft weersproken dat in artikel 13 van de algemene voorwaarden van Renewi een forumkeuze is opgenomen en dat die bepaling inhoudt dat deze rechtbank (rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch) bevoegd is. Wij Afval heeft de toepasselijkheid van de voorwaarden op de overeenkomsten tussen partijen evenmin weersproken. Wij Afval doet echter een beroep op vernietiging, omdat haar door Renewi geen redelijke mogelijkheid zou zijn geboden om kennis te nemen van de voorwaarden. De vraag is dus of Renewi die redelijke mogelijkheid heeft geboden. De rechtbank is van oordeel dat deze vraag bevestigend beantwoord moet worden en overweegt hiertoe als volgt.
4.3.
De onjuiste vermelding in het webadres (url) in de overeenkomsten (tariefopgaves) van Renewi betreft de vermelding van het woord ‘algemen’ in plaats van ‘algemene’. Naar het oordeel van de rechtbank had Wij Afval moeten begrijpen dat het hier om een tikfout ging. Dit volgt uit het feit dat ‘algemen’ - en overigens niet ‘algemenen’ zoals Wij Afval ten onrechte stelt - geen Nederlands woord is, en ook omdat in de alinea in de overeenkomsten waarin de url voorkomt staat dat de ‘algemene voorwaarden’ - en niet de ‘algemen voorwaarden’ - van toepassing zijn. Bovendien staat in de (798) facturen die Wij Afval van Renewi heeft ontvangen, de juiste url vermeld.
Daar komt nog bij dat op de pagina die Wij Afval bereikte door de onjuiste url te gebruiken, een verwijzing naar de ‘Algemene inkoop- en verkoopvoorwaarden’ staat. Niet gesteld of gebleken is dat het aanklikken van die ‘Algemene inkoop- en verkoopvoorwaarden’ niet direct leidt naar de tussen partijen overeengekomen algemene voorwaarden waarop Renewi zich beroept.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat Renewi aan Wij Afval een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de tussen partijen toepasselijke voorwaarden.
4.4.
Dat Wij Afval na die kennisneming de voorwaarden niet zou hebben kunnen opslaan, is door haar onvoldoende onderbouwd. Wij Afval heeft immers niet gesteld dat zij de url ‘www.renewi.com/nl-nl/algemene-voorwaarden’ heeft aangeklikt (althans geraadpleegd) en dat het vervolgens niet mogelijk bleek om de voorwaarden op te slaan.
4.5.
Aan het voorgaande doet niet af dat Wij Afval heeft geconstateerd dat er door Renewi geen algemene voorwaarden zijn gedeponeerd onder de door haar in de overeenkomsten genoemde vindplaats. Bij gebreke van gedeponeerde algemene voorwaarden is er, anders dan Wij Afval betoogt, geen sprake van twee mogelijk verschillende sets algemene voorwaarden.
4.6.
De slotsom is dat Renewi heeft voldaan aan haar verplichtingen als bedoeld in artikel 6:234 lid 1 BW jo. 6:230c (aanhef en onder 3) BW. Wij Afval heeft kennis kunnen nemen van de algemene voorwaarden van Renewi en kan dus geen beroep doen op vernietiging van die voorwaarden op de voet van artikel 6:233b BW.
Dat wat Renewi subsidiair nog heeft aangevoerd ter weerlegging van het verweer van Wij Afval, kan in dit licht verder onbesproken blijven.
4.7.
De incidentele vordering van Wij Afval zal worden afgewezen en de rechtbank zal zich in de hoofdzaak op de voet van artikel 108 lid 1 Rv (relatief) bevoegd verklaren om van het geschil tussen partijen kennis te nemen.
4.8.
Wij Afval zal in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De rechtbank,
in het incident:
5.1.
wijst de vordering van Wij Afval af;
5.2.
veroordeelt Wij Afval in de kosten van het incident, aan de zijde van Renewi tot op heden begroot op € 2.491,00;
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak:
5.4.
verklaart zich bevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen;
5.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 15 december 2021voor conclusie van antwoord aan de zijde van Wij Afval.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2021.