ECLI:NL:RBOBR:2022:1800

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
9032476 en 9088063
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor niet tijdig indienen NOW-1 subsidieaanvraag en betaling openstaande facturen

In deze gevoegde zaken heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 12 mei 2022 uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van Elan B.V. en Reno Beheer B.V. voor het niet tijdig indienen van een NOW-1 subsidieaanvraag door 200 Graden Catering B.V. en de betaling van openstaande facturen. In de eerste zaak, met zaaknummer 9032476, vorderde 200 Graden dat Elan en Reno aansprakelijk waren voor de schade die voortvloeide uit het niet tijdig indienen van de subsidieaanvraag. De rechtbank oordeelde dat Elan tekort was geschoten in haar verplichtingen, omdat de aanvraag niet tijdig was ingediend, en kende 200 Graden een schadevergoeding van € 1.200,- toe, evenals buitengerechtelijke incassokosten van € 180,-. In de tweede zaak, met zaaknummer 9088063, vorderde Reno betaling van openstaande facturen van 200 Graden, maar de rechtbank wees deze vordering af omdat er geen overeenkomst tussen Reno en 200 Graden was vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat voor een contractsovername medewerking van de andere partij vereist is en dat deze niet was aangetoond. De uitspraak bevestigt de noodzaak van tijdige actie bij subsidieaanvragen en de juridische implicaties van contractsovernames.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingslocatie 's-Hertogenbosch
Vonnis in gevoegde zaken van 12 mei 2022
in de zaak van met zaaknummer / rolnummer 9032476 CV EXPL 21-837 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
200 Graden Catering B.V.,
gevestigd te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch,
gemachtigde: mr. ing. H.J.M. Smelt,
eiseres,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Elan B.V.,

gevestigd te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze,
gemachtigde: [A] (bestuurder),
en

2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Reno Beheer B.V.,

gevestigd te Tilburg,
gemachtigde: [B] (bestuurder),
gedaagden,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 9088063 CV EXPL 21-1354 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Reno Beheer B.V.,
gevestigd te Tilburg,
gemachtigde: [B] (bestuurder),
eiseres,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
200 Graden Catering B.V.,
gevestigd te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch,
gemachtigde: mr. ing. H.J.M. Smelt,
gedaagde.
Partijen worden hierna 200 Graden, Elan en Reno genoemd.

1.Inleiding

1.1.
Er wordt vonnis gewezen in beide zaken.
1.2.
Het geschil in de zaak met zaaknummer 9032476 gaat in de kern over het antwoord op de vraag of de opdrachtnemer van 200 Graden tijdig een aanvraag voor NOW-1 subsidie heeft ingediend. 200 Graden meent van niet en vordert daarom onder meer vergoeding van het misgelopen subsidiebedrag als schade.
1.3.
Het geschil in de zaak met zaaknummer 9088063 gaat in de kern over het antwoord op de vraag of 200 Graden gehouden is de openstaande facturen van Reno te betalen.
1.4.
Beide zaken zijn gelet op de onderlinge samenhang ten aanzien van zowel de betrokken partijen als het onderwerp van het geschil op de rol gevoegd en nadien steeds gezamenlijk behandeld. Wat hierna wordt overwogen betreft dus beide zaken, tenzij uitdrukkelijk anders wordt vermeld.

2.Procesverloop

in beide zaken
2.1.
Op 3 juni 2021 is in beide zaken een tussenvonnis gewezen. Daarin staan de stukken opgesomd die tot op dat moment tussen partijen gewisseld zijn. Verder is in de tussenvonnissen bepaald dat een mondelinge behandeling zal worden gehouden en dat de zaken gevoegd zullen worden behandeld.
De mondelinge behandeling heeft op 13 september 2021 plaatsgevonden. Bij de mondelinge behandeling waren [C] en mr. Smelt, voornoemd, voor 200 Graden aanwezig, was [A] , voornoemd, voor Elan aanwezig en was [B] , voornoemd, voor Reno aanwezig. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft 200 Graden een productie overgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft 200 Graden een procesvolmacht voor [C] overgelegd. In overleg met partijen heeft de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling bepaald dat 200 Graden in de gelegenheid wordt gesteld zich schriftelijk uit te laten over de wijze waarop zij de door haar gestelde schade heeft berekend en dat Elan en Reno daarop aansluitend bij akte kunnen reageren. De navolgende stukken zijn ingediend:
een akte uitlating tevens akte vermeerdering eis tegen de roldatum van 14 oktober 2021, met producties, van de zijde van 200 Graden;
een akte tegen de roldatum van 9 december 2021, met producties, van de zijde van Reno. De griffie heeft daarop 200 Graden per brief van 10 december 2021 laten weten dat zij
alleen op de productiesgevoegd bij de akte van Reno mag reageren;
een akte tegen de roldatum van 23 december 2021, met producties, van de zijde van 200 Graden.
2.2.
Op 23 december 2021 is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

3.De feiten

in beide zaken
3.1. 200
200 Graden exploiteert een cateringbedrijf.
3.2.
Elan exploiteerde een administratiekantoor. [A] , voornoemd, is enig bestuurder en aandeelhouder van Elan. [A] heeft daarnaast ook een eenmanszaak (gevoerd) onder de naam Elan Advies.
3.3.
Reno exploiteert een administratiekantoor. [B] , voornoemd, is enig bestuurder en aandeelhouder van Reno.
3.4.
Elan heeft in opdracht van 200 Graden boekhoud- en administratieve werkzaamheden voor 200 Graden verricht. Toen Elan al boekhoud- en administratieve werkzaamheden verrichtte voor 200 Graden, zijn Reno en [A] overeengekomen dat Reno de activiteiten van Elan Advies zou overnemen per 1 januari 2019.
3.5.
Ten behoeve van 200 Graden zou een NOW-1 subsidie worden aangevraagd. De aanvraag moest vóór 5 juni 2020 door het UWV zijn ontvangen.
3.6.
Op 24 juli 2020 heeft [A] een aanvraag voor de NOW-1 subsidie ingediend. Het UWV heeft deze aanvraag per brief van 12 augustus 2020 afgewezen, omdat de aanvraag te laat was ontvangen. Het daartegen gerichte bezwaar is ongegrond verklaard.

4.Het geschil

in de zaak met zaaknummer 9032476
4.1. 200
200 Graden vordert na eiswijziging voor recht te verklaren dat Elan dan wel Reno aansprakelijk is voor het niet tijdig doen van de NOW-1 aanvraag en dat zij aansprakelijk is voor de schade die, naar de kantonrechter begrijpt, voortvloeit uit het niet tijdig doen van de NOW-1 aanvraag. 200 Graden vordert voorts Elan en Reno hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade, die zij begroot op € 19.612,-, te vermeerderen met rente. Verder vordert 200 Graden Elan en Reno hoofdelijk te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten (plus rente), de proceskosten (plus rente) en de nakosten.
4.2. 200
200 Graden legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Elan (en/of Reno) is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht door niet tijdig de subsidieaanvraag in te dienen en dat Elan (en/of Reno) op grond van artikel 6:74 BW gehouden is de schade die 200 Graden daardoor lijdt, bestaande uit € 18.412,- aan misgelopen subsidie en € 1.200,- aan advocatenkosten (totaal € 19.612,-) te vergoeden.
4.3.
Volgens Elan en Reno moeten de vorderingen worden afgewezen. Op hetgeen zij aan hun verweer ten grondslag leggen wordt onder 5, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.
in de zaak met zaaknummer 9088063
4.4.
Reno vordert dat 200 Graden wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van in totaal € 6.518,80, te vermeerderen met rente. Verder vordert Reno dat 200 Graden wordt veroordeeld in de buitengerechtelijke incassokosten, de proceskosten en de nakosten.
4.5.
Aan haar vorderingen legt Reno ten grondslag dat zij in opdracht van 200 Graden boekhoud- en administratieve werkzaamheden heeft verricht en dat 200 Graden facturen voor een totaalbedrag van € 6.518,80 onbetaald heeft gelaten. 200 Graden heeft de facturen niet voldaan ondanks dat zij daartoe is aangemaand en in gebreke is gesteld.
4.6.
Volgens 200 Graden moeten de vorderingen van Reno worden afgewezen. Hetgeen zij aan haar verweer ten grondslag legt wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, besproken.

5.De beoordeling

in de zaak met zaaknummer 9032476
5.1. 200
200 Graden heeft met haar akte tegen de roldatum van 14 oktober 2021 haar eis vermeerderd.
5.2.
Op grond van artikel 130 lid 1 Rv is de eiser bevoegd bij akte zijn eis te vermeerderen zolang geen eindvonnis is gewezen. Een gedaagde is bevoegd hiertegen bezwaar te maken op de grond dat de vermeerdering in strijd is met de goede procesorde. De rechter kan ook ambtshalve een eisvermeerdering weigeren op grond van strijd met de eisen van een goede procesorde. Ratio is met name het bieden van bescherming aan gedaagden die in persoon procederen. Voorts kan deze bevoegdheid van de rechter worden gezien als een uitwerking van de verplichting van de rechter om te waken tegen onredelijke vertraging van het geding zoals neergelegd in artikel 20 lid 1 Rv .
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de eisvermeerdering toelaatbaar. Elan en Reno hebben geen bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering. Van strijd met de goede procesorde is verder niet gebleken. Reno en Elan hebben op de eisvermeerdering kunnen reageren, omdat de eisvermeerdering verband houdt met een andere wijze van berekening van de schade door 200 Graden en Reno en Elan zijn na de akte van 200 Graden tegen de roldatum van 14 oktober 2021 in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de wijze waarop 200 Graden de schade heeft berekend.
5.4. 200
200 Graden en Reno hebben met hun akten de instructie (dat 200 Graden zich nog mocht uitlaten over hoe zij de schade had berekend, dat Elan en Reno daarop nog mochten reageren en dat 200 Graden mocht reageren op door Elan en Reno met hun laatste akte overgelegde producties) gedeeltelijk overschreden door in hun akten ook op andere onderwerpen in te gaan dan de schadeberekening. Ook is de instructie overschreden doordat 200 Graden in haar akte van 23 december 2021 op meer heeft gereageerd dan alleen op de producties en doordat Reno een akte heeft genomen nadat was bepaald dat vonnis zou worden gewezen. De kantonrechter oordeelt hierover als volgt.
5.5.
Op grond van artikel 19 lid 1 Rv, waarin het beginsel van hoor en wederhoor is neergelegd, moeten partijen in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over al hetgeen in de procedure naar voren komt en baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een partij, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten.
5.6.
Artikel 20 lid 1 Rv schrijft voor dat de rechter dient te waken tegen onredelijke vertraging van de procedure. De rechter kan zo nodig ambtshalve maatregelen treffen. Ook zijn partijen volgens artikel 20 lid 2 Rv tegenover elkaar gehouden onredelijke vertraging van de procedure te voorkomen.
5.7.
Over de aanduiding ‘onredelijke vertraging’ blijkt uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat:
“Of een bepaalde vertraging onredelijk is, valt niet in het algemeen aan te geven. Belangrijke elementen bij de bepaling of een vertraging onredelijk is, kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in de feitelijke of juridische ingewikkeldheid van de zaak, het gewicht van de zaak voor partijen, de vraag of de uitkomst van de zaak onherstelbare gevolgen heeft of nog kan worden gewijzigd (zoals bij voorlopige voorzieningen of bij beslissingen over levensonderhoud), of het beslag dat de zaak legt op de capaciteit van de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer grote aantallen getuigen gehoord worden)”
5.8.
Verder heeft de Hoge Raad overwogen dat bij de vaststelling of een vertraging onredelijk is enerzijds de belangen van partijen bij een spoedige uitspraak en anderzijds de belangen van een zorgvuldig onderzoek (in het kader van de waarheidsvinding) en de goede procesorde tegen elkaar moeten worden afgewogen . Ook blijkt uit jurisprudentie van de Hoge Raad dat de rechter op grond van de plicht te waken tegen onredelijke vertraging van de procedure neergelegd in artikel 20 lid 1 Rv het in een zeer laat stadium van de procedure overleggen van bepaalde stukken kan weigeren .
5.9.
In het licht van deze maatstaf is de kantonrechter van oordeel dat voor zover partijen met hun akten de instructie hebben overschreden het toelaten van deze overschrijdingen tot een onredelijke vertraging zou leiden.
5.10.
Partijen hebben tot en met de mondelinge behandeling de gelegenheid gehad hun standpunten en de onderbouwing daarvan naar voren te brengen. Daarop is in overleg met partijen tijdens de mondelinge behandeling bepaald dat partijen zich schriftelijk mochten uitlaten over de wijze waarop de schade was berekend (en niet over andere kwesties) en dat zij dat mochten doen door daarover om de beurt een akte te nemen. Partijen hebben daar geen bezwaar tegen gemaakt. Bovendien hebben partijen geen verklaring gegeven voor het late tijdstip van de overschrijdingen. In dit licht zou het tot een onredelijke vertraging leiden om de overschrijdingen alsnog toe te laten.
5.11.
Met uitzondering van het deel dat ziet op de eisvermeerdering worden de akten voor zover de instructie is overschreden buiten beschouwing gelaten. De akte die Reno aan de rechtbank heeft gestuurd nadat was bepaald dat vonnis zou worden gewezen, is op grond van het voorgaande aan Reno teruggestuurd en wordt buiten beschouwing gelaten.
5.12.
Vast staat dat 200 Graden een opdracht voor het verrichten van boekhoud- en administratieve werkzaamheden aan Elan heeft verstrekt. Elan en Reno voeren aan dat Elan haar activiteiten heeft overgedragen aan [A] (handelende onder de naam Elan Advies) die vervolgens de activiteiten per 1 januari 2019 heeft overgedragen aan Reno. Reno is daardoor vanaf 1 januari 2019 contractspartij van 200 Graden geworden, zowel wat betreft de boekhoud- en administratieve werkzaamheden als wat betreft de opdracht tot het aanvragen van de NOW-1 subsidie. 200 Graden betwist dat Reno op enig moment haar contractspartij is geworden en stelt dat Elan haar contractspartij was en is gebleven.
5.13.
De kantonrechter is van oordeel dat enkel tussen Elan en 200 Graden een overeenkomst van opdracht tot het verrichten van boekhoud- en administratieve werkzaamheden heeft bestaan. Daartoe overweegt hij als volgt.
5.14.
Voor een contractsovername is het vereist dat de andere partij (in dit geval 200 Graden) aan de contractsovername meewerkt en dat de overname is vastgelegd in een akte (artikel 6:159 BW). Zonder akte is de contractsoverneming nietig. Hetzelfde geldt voor het ontbreken van medewerking. Men mag er niet veronderstellenderwijs van uitgaan dat medewerking is verleend [1] .
5.15.
In het licht van deze maatstaf is de kantonrechter van oordeel dat van contractsovername geen sprake is. Dat de door de wet vereiste akten zijn opgesteld, is gesteld, noch gebleken. Evenmin staat vast dat 200 Graden heeft meegewerkt aan een contractsovername. Elan en Reno hebben aangevoerd dat 200 Graden op de hoogte is gesteld van de overnames, maar dat heeft 200 Graden gemotiveerd betwist. Elan en Reno hebben tegenover de betwisting door 200 Graden hun stellingname niet nader met feiten onderbouwd. Een algemene verwijzing tijdens de mondelinge behandeling naar overgelegde Whatsappberichten volstaat daartoe niet. Producties dienen enkel om standpunten nader te onderbouwen. Het is niet aan de kantonrechter om zelf uit de overgelegde producties conclusies te trekken. Dit heeft ook een belangrijke procesrechtelijke functie. De eisen van een behoorlijke rechtspleging brengen mee dat een partij die een beroep wil doen op uit bepaalde producties blijkende feiten en omstandigheden, dit op een zodanige wijze dient te doen dat voor de rechter duidelijk is welke stellingen hem ter beoordeling worden voorgelegd en dat voor de wederpartij duidelijk is waartegen zij zich dient te verweren [2] . De rechter heeft slechts te letten op de feiten waarop een partij ter ondersteuning van haar standpunt een beroep heeft gedaan, en de enkele omstandigheid dat uit door een partij overgelegde stukken een bepaald feit blijkt, impliceert niet dat zij zich ter ondersteuning van haar standpunt op dat feit beroept [3] .
Reno en Elan hebben tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat [A] vanaf 1 januari 2019 handelde namens Reno (en niet meer namens Elan respectievelijk als eenmanszaak Elan Advies) en dat dit voor 200 Graden kenbaar was, omdat vanaf 1 januari 2019 is gecorrespondeerd met [B] van Reno. 200 Graden heeft echter betwist dat zij wist dat [A] vanaf 1 januari 2019 namens Reno handelde. 200 Graden voert aan dat zij in de veronderstelling verkeerde dat Reno handelde als (onder)opdrachtnemer van Elan en niet andersom. Gezien deze gemotiveerde betwisting had het op de weg van Reno en Elan gelegen hun standpunt nader te onderbouwen, hetgeen zij niet hebben gedaan.
5.16.
Van contractsovername is geen sprake. Dit betekent dat uitsluitend Elan contractspartij van 200 Graden is en opdrachtnemer. Niet in geschil is dat de overeenkomst van opdracht ook omvat het aanvragen van een NOW-1 subsidie, zodat ook voor dat onderdeel Elan opdrachtnemer is.
5.17.
Vast staat dat de aanvraag voor de NOW-1 subsidie uiterlijk op 5 juni 2020 had moeten zijn ingediend.
5.18. 220
220 Graden stelt dat de aanvraag voor een NOW-1 subsidie niet tijdig bij het UWV is ingediend. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft zij erop gewezen dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) haar desgevraagd te kennen heeft gegeven dat zij geen enkele aanvraag voor een NOW-1 subsidie voor 200 Graden van vóór 5 juni 2020 in haar systemen heeft geregistreerd. Elan heeft niet betwist dat het UWV dit aan 200 Graden heeft bericht. 200 Graden heeft voorts ter onderbouwing van haar standpunt een beslissing op bezwaar van het UWV overgelegd. Elan heeft weliswaar betwist dat zij de aanvraag niet tijdig heeft gedaan, maar deze blote betwisting is in het licht van de onderbouwde stelling van 200 Graden onvoldoende. Elan heeft bijvoorbeeld geen ontvangstbevestiging overgelegd waaruit blijkt dat een aanvraag vóór 5 juni 2020 is gedaan. Weliswaar heeft Elan aangevoerd dat zij geen ontvangstbevestiging van de ingediende aanvraag heeft ontvangen, maar dat komt dan voor haar rekening en risico. Van een zorgvuldig handelende boekhouder / opdrachtnemer mag worden verwacht dat hij / zij over een ontvangstbewijs dan wel een vergelijkbaar document beschikt ten bewijze van de goede ontvangst door de geadresseerde van een (subsidie)aanvraag en dat hij / zij navraag doet indien zij een dergelijk bewijsstuk niet kort na verzending van de aanvraag ontvangt.
5.19.
Elan heeft ook aangevoerd dat zij de relatie met 200 Graden ruim vóór 5 juni 2020 (wegens wanbetaling) had beëindigd, hetgeen 200 Graden betwist. De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat Elan de relatie vóór 5 juni 2020 heeft beëindigd.. Zo heeft zij niet concreet inzichtelijk gemaakt wanneer zij de relatie heeft beëindigd en dat 200 Graden hiermee heeft ingestemd, althans hiervan tijdig in kennis is gesteld. Verder blijkt eerder het tegendeel uit het feit dat [A] nadien, op 24 juli 2020, de NOW-1 subsidie heeft aangevraagd. Elan heeft niet toegelicht waarom [A] dit heeft gedaan, hoewel de overeenkomst van opdracht in de visie van Elan al geruime tijd was beëindigd.
5.20.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat Elan is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis tot het aanvragen van een NOW-1 subsidie voor 200 Graden, nu zij de aanvraag niet tijdig heeft ingediend terwijl zij zich daartoe wel had verplicht.
5.21.
Partijen zijn het ook niet eens over de vraag of en hoe hoog de schade is die 200 Graden heeft geleden als gevolg van het niet tijdig indienen van een aanvraag voor de NOW-1 subsidie.
5.22. 200
200 Graden heeft na de mondelinge behandeling haar eis vermeerderd en de door haar gestelde schade (nader) onderbouwd. Volgens haar bedraagt de schade € 19.612,- bestaande uit een bedrag van € 18.412,- aan misgelopen NOW-1 subsidie en een bedrag van € 1.200,- aan advocatenkosten.
5.23. 200
200 Graden onderbouwt het bedrag van € 18.412,- aan misgelopen subsidie door erop te wijzen dat zij op grond van een regeling recht had op een NOW-1 subsidie. De regeling is bedoeld voor werkgevers die een substantieel omzetverlies hebben geleden (van tenminste 20%) en dit was bij haar het geval. Dat zij recht had op de NOW-1 subsidie blijkt volgens 200 Graden uit het feit dat aan haar een NOW-2 subsidie is verstrekt. Ter onderbouwing van de hoogte van de misgelopen subsidie verwijst 200 Graden naar een verklaring van een accountant, welke luidt:
200 Graden onderbouwt het bedrag van € 1.200,- aan advocatenkosten door erop te wijzen dat zij deze kosten heeft moeten maken voor een bezwaarschriftprocedure om vastgesteld te krijgen of Elan tijdig een subsidieaanvraag had ingediend (hetgeen niet het geval bleek te zijn).
5.24.
Elan betwist dat 200 Graden recht heeft op een bedrag van € 18.412,- aan misgelopen NOW-1 subsidie. Volgens haar heeft 200 Graden weliswaar omzetverlies geleden, maar dit komt door het verlies van een belangrijke klant en niet door (de maatregelen in verband met) het coronavirus. De subsidie is bedoeld voor het geval het omzetverlies verband houdt met (de maatregelen in verband met) het coronavirus. Ter onderbouwing daarvan wijst zij erop dat uit artikel 3 van de volgens haar toepasselijke regeling (die zij noemt “Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden d.d. 01-04-2020”) blijkt dat het doel van de subsidie is om werkgevers tegemoet te komen die een vermindering in bedrijvigheid hebben door “buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend” en, zo begrijpt de kantonrechter de stelling, daaronder valt niet het verlies van een klant.
Voorts betwist Elan dat de accountant van de juiste uitgangspunten is uitgegaan. Ter onderbouwing daarvan wijst zij erop dat de accountant is uitgegaan van € 6.773,64 aan loonkosten, maar dat uit de door 200 Graden zelf overgelegde loonstroken blijkt dat de loonkosten € 4.339,61 zijn. Ook betwist zij dat het percentage omzetverlies van 77% waar de accountant vanuit is gegaan juist is, omdat dit het algehele omzetverlies is terwijl alleen gekeken moet worden naar het omzetverlies dat verband houdt met (de maatregelen in verband met) het coronavirus en niet blijkt dat de accountant heeft gekeken naar dat omzetverlies.
Tegen de post van € 1.200,- aan advocatenkosten heeft Elan geen verweer gevoerd.
5.25.
De kantonrechter overweegt als volgt.
5.26. 200
200 Graden heeft in het licht van de gemotiveerde betwisting van Elan onvoldoende onderbouwd dat zij als gevolg van de te laat ingediende subsidieaanvraag een bedrag van
€ 18.412,- aan NOW-1 subsidie is misgelopen.
Vast staat dat 200 Graden een omzetverlies van meer dan 20% heeft geleden. Volgens 200 Graden had zij daarom recht op € 18.412,- aan NOW-1 subsidie.
Voor zover 200 Graden stelt dat de oorzaak van het omzetverlies niet van belang is (punt 10 van haar akte tegen de roldatum van 14 oktober 2021), heeft zij dat niet met feiten onderbouwd. Dat mag wel van haar worden verlangd, te meer nu Elan
heeft aangevoerd dat uit de toepasselijke regeling blijkt dat het omzetverlies verband moet houden met “buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend”. Volgens Elan voldoet 200 Graden niet aan die voorwaarde. De stelling van 200 Graden is bovendien in strijd met het ook door haar ingenomen standpunt (onder andere in punt 8 van haar akte tegen de roldatum van 14 oktober 2021) dat de subsidie is bedoeld voor werkgevers die
als gevolg van het coronaviruskampen met een substantieel omzetverlies van tenminste 20%.
200 Graden heeft ook onvoldoende onderbouwd dat zij tenminste 20% omzetverlies heeft geleden door (maatregelen in verband met) het coronavirus. 200 Graden heeft weliswaar gesteld dat zij voldoende omzet had tegenover het omzetverlies door het vertrek van een klant, maar dat bewijst zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet dat zij tenminste 20% aan omzetverlies door (de maatregelen in verband met) het coronavirus heeft geleden. Ook het feit dat 200 Graden een NOW-2 subsidie heeft ontvangen bewijst niet zonder meer, en meer is er niet, dat 200 Graden een bedrag van € 18.412,- aan NOW-1 subsidie is misgelopen. 200 Graden heeft niet toegelicht welk bedrag aan NOW-2 subsidie is toegekend en of die subsidie ook is vastgesteld (het vaststellingsbesluit is niet in het geding gebracht).
200 Graden heeft haar stelling dat zij een bedrag van € 18.412,- aan subsidie is misgelopen onderbouwd met verwijzing naar een brief van haar accountant, geciteerd in r.o. 6.15. De in deze brief opgenomen schadeberekening is echter onnavolgbaar. De accountant komt tot een schade van in totaal € 18.412,-, maar hoe hij tot dit bedrag is gekomen is niet na te rekenen (wel navolgbaar is hoe de accountant het omzetverlies van 77% heeft berekend, maar dat is niet relevant, omdat het feit dat een omzetverlies van meer dan 20% is geleden, niet is betwist). Bovendien is het niet gebleken dat bij de berekening van de accountant van de juiste uitgangspunten is uitgegaan. Uit de brief kan worden afgeleid dat de berekening (mede) is gebaseerd (a) op gestelde loonkosten van € 6.773,64 en (b) op een omzetverlies van 77%. Uit de door 200 Graden zelf overgelegde loonstroken blijkt dat de loonkosten € 4.339,61 zijn (en niet € 6.773,64). Voorts is, zoals hiervoor weergegeven, de NOW-1 subsidie bedoeld ter compensatie van omzetverlies als gevolg van (de maatregelen als gevolg van) het coronavirus. Dat het omzetverlies van 77% waar de account mee heeft gerekend verband houdt met (de maatregelen als gevolg van) het coronavirus blijkt ook nergens uit.
De conclusie is dan ook dat niet is komen vast te staan dat 200 Graden als gevolg van de te laat ingediende aanvraag een bedrag van € 18.412,- aan NOW-1 subsidie is misgelopen.
5.27. 200
200 Graden heeft verder gesteld dat zij € 1.200,- aan advocaatkosten heeft moeten maken voor een bezwaarschriftprocedure om vastgesteld te krijgen of tijdig een aanvraag was ingediend. Hiertegen is geen verweer gevoerd, zodat dit onderdeel van de vordering zal worden toegewezen.

6.Slotsom

in de zaak met zaaknummer 9032476
6.1.
De vordering van 200 Graden om te verklaren voor recht dat Elan aansprakelijk is voor het niet tijdig doen van de NOW-1 aanvraag en dat Elan aansprakelijk is voor de schade die daaruit voortvloeit zal worden toegewezen. Ook de vordering om Elan te veroordelen tot betaling van schadevergoeding zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.200,- in hoofdsom.
6.2. 200
200 Graden maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Aangezien een deel van de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen, worden de gevorderde buitengerechtelijke kosten toegewezen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag. Dit betekent dat aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 180,- zal worden toegewezen.
6.3.
Elan zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van 200 Graden. De kosten van 200 Graden worden begroot op € 2.595,67, bestaande uit € 90,67 aan explootkosten, € 1.013,- aan griffierecht en € 1.492,- aan salaris gemachtigde (= 4,0 punten x € 373,- (liquidatietarief)).
6.4.
De gevorderde rente over de hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten zal worden toegewezen zoals gevorderd, aangezien daartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd.
6.5.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen worden toegewezen zoals in de beslissing is vermeld.
in de zaak met zaaknummer 9088063
6.6.
De vorderingen van Reno op 200 Graden zullen worden afgewezen, omdat zij haar vorderingen heeft gestoeld op een verbintenis (namelijk de verbintenis tot betaling voor verrichte boekhoud- en administratieve werkzaamheden) uit een overeenkomst tussen Reno en 200 Graden en hiervoor is vastgesteld dat die overeenkomst er niet is.
6.7.
Reno zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in proceskosten van 200 Graden. De kosten van 200 Graden worden begroot op € 622,-, bestaande uit € 622,- aan salaris gemachtigde (= 2,0 punten x € 311,- (liquidatietarief)). De door 200 Graden gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen zoals gevorderd, aangezien daartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd. De door 200 Graden gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen worden toegewezen zoals in de beslissing is vermeld.

7.De beslissing

De kantonrechter:
in de zaak met kenmerk 9032476 CV EXPL 21-837:
7.1.
verklaart voor recht dat Elan aansprakelijk is voor het niet tijdig doen van de NOW-1 aanvraag en dat Elan aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade;
7.2.
veroordeelt Elan tot betaling van een bedrag van € 1.200,- aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW hierover vanaf 4 december 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
7.3.
veroordeelt Elan tot betaling van een bedrag van € 180,- aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW hierover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
7.4.
veroordeelt Elan in de proceskosten van 200 Graden, begroot op een bedrag van
€ 2.595,67, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW hierover vanaf de 15e dag na betekening van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
7.5.
veroordeelt Elan in de kosten die na dit vonnis ontstaan, begroot op een bedrag van
€ 124,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
7.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.7.
wijst het anders of meer gevorderde af;
in de zaak met kenmerk 9088063 CV EXPL 21-1354:
7.8.
wijst de vorderingen van Reno af;
7.9.
veroordeelt Reno in de proceskosten van 200 Graden, begroot op een bedrag van
€ 622,-, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW hierover vanaf de 15e dag na betekening van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
7.10.
veroordeelt Reno in de kosten die na dit vonnis ontstaan, begroot op een bedrag van € 124,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
7.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.A.M. van den Berk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2022.

Voetnoten

1.HR 5 maart 2004,
2.vgl. HR 23 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0729, NJ 1992/814 en HR 8 januari 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2810, NJ 1999/342.
3.vgl. HR 10 december 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1176, NJ 1994/686.