ECLI:NL:RBOBR:2022:1923
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak en de onderbouwing van de heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om de waardering van een woning in Veghel, vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad op € 168.000,- per waardepeildatum 1 januari 2019. Eiser, eigenaar van de woning, heeft tegen deze waardering beroep ingesteld, waarbij hij een lagere waarde van € 147.000,- bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar zijn indexeringspercentages voldoende heeft onderbouwd met een permanente marktanalyse en dat eiser geen toetsbare gegevens heeft ingebracht om de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde te betwisten. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de kenmerken van de woning en de relevante verschillen met vergelijkingsobjecten. Eiser heeft niet aangetoond dat de waarde te hoog is vastgesteld en zijn beroep is ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A.F. Vink op 13 mei 2022.