ECLI:NL:RBOBR:2022:2970
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. Serno
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek minderjarige om contactregeling met vader stop te zetten
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek van een minderjarige om de contactregeling met zijn vader stop te zetten. De minderjarige, die bij zijn moeder woont, heeft in een brief aan de rechter zijn wensen kenbaar gemaakt. Hij heeft aangegeven dat hij zijn vader niet meer wil zien, omdat hij in het verleden door zijn vader is geslagen en omdat hij zich stoort aan de alcoholverslaving van zijn vader. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag over hem. De rechter heeft in gesprekken met de ouders, de gecertificeerde instelling en de raad voor de kinderbescherming vastgesteld dat er al veel geprobeerd is om de minderjarige te helpen, maar dat dit tot nu toe niet voldoende is geweest.
De rechter heeft geconcludeerd dat het voor de ontwikkeling van de minderjarige van belang is om contact te hebben met beide ouders. Ondanks de negatieve ervaringen van de minderjarige met zijn vader, is de rechter van mening dat het afwijzen van het verzoek niet in het belang van de minderjarige is. De rechter heeft daarom besloten om het verzoek van de minderjarige af te wijzen en heeft de gecertificeerde instelling gevraagd om mogelijkheden te onderzoeken voor contactherstel tussen de minderjarige en zijn vader. De rechter heeft benadrukt dat professionele hulp en inzet van beide ouders noodzakelijk zijn om de situatie van de minderjarige te verbeteren.
De rechtbank heeft de beschikking openbaar uitgesproken en de ouders en de minderjarige zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beschikking. De rechter heeft het belang van de minderjarige vooropgesteld en benadrukt dat contact met beide ouders essentieel is voor zijn ontwikkeling.