Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
8 september 2022 op de verzoeken om voorlopige voorziening in de zaken tussen
[Naam] , uit [vestigingsplaats] ,
[Naam]uit [vestigingsplaats] ,
[Naam]uit [vestigingsplaats]
Zitting
Beslissing
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
- [Naam] heeft op 30 november 2016 aan verweerder verzocht om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een winkelruimte en het aanleggen van een uitweg op het perceel [adres] in [vestigingsplaats] .
- Bij besluit van 13 april 2017 heeft verweerder een omgevingsvergunning verleend.
- Verzoeksters hebben tegen deze omgevingsvergunning bezwaar gemaakt. Bij besluit van 23 januari 2018 heeft verweerder het bezwaar van verzoeksters niet-ontvankelijk verklaard.
- Tegen dit besluit hebben verzoeksters beroep ingesteld bij deze rechtbank en verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij mondelinge uitspraak van 12 april 2018 (reg.nrs. SHE 18/601 en SHE 18/599) heeft de voorzieningenrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tegen deze mondelinge uitspraak is hoger beroep ingesteld.
- Op 20 juli 2018 heeft [Naam] een supermarkt op het perceel [adres] geopend.
- Bij uitspraak van 22 mei 2019
- Op 14 februari 2022 heeft [Naam] bij verweerder een aanvraag ingediend om -in afwijking van het bestemmingsplan [Naam] en de [Naam] - toch een supermarkt te kunnen exploiteren op het perceel [adres] . Door de aanvrager is een “Memo behoefte bestaande [Naam] ” van RHO d.d. 14 februari 2022 overgelegd.
- Op verzoek van verweerder heeft bureau Ginder op 7 juli 2022 een “Notitie aanvraag omgevingsvergunningen supermarkten [adres] en [nummer] te [vestigingsplaats] ” opgesteld.
- Door RHO Adviseurs is op 11 juli 2022 een ruimtelijke motivering opgesteld.
- Bij besluiten van 30 juni 2020 heeft verweerder aan [Naam] en [Naam] een last onder dwangsom opgelegd. De lasten zien op het (laten) staken en gestaakt te (laten) houden van het zonder omgevingsvergunning exploiteren van een supermarkt ter plaatse van het perceel aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Tegen deze besluiten is, gelet op een lopende hoger beroepsprocedure tegen een uitspraak van de rechtbank van 13 januari 2020 (reg.nrs. 19/413 en 19/626) inzake de weigering om handhavend op te treden, direct beroep ingesteld.
- De Afdeling heeft bij uitspraak van 9 februari 2022
- De [Naam] aan de [adres] is al vier jaar open.
- Van deze openstelling gedurende vier jaar ondervindt de [Naam] aan het [adres] wel negatieve effecten, maar deze negatieve effecten hebben niet geleid tot het vertrek van de [Naam] aan het [adres] .
- De effecten van de [Naam] aan de [adres] op de [Naam] in het [Naam] winkelcentrum zijn volgens de notitie Ginder beperkt.