ECLI:NL:RBOBR:2022:4314

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
C-01-384545 - HA ZA 22-434
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een geldleningsovereenkomst met terugbetalingsverplichting en contractuele rente

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde tot nakoming van een geldleningsovereenkomst. De zaak is behandeld in enkelvoudige aanleg en vond plaats in 's-Hertogenbosch. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Koeslag, vorderde gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 42.871,78, vermeerderd met contractuele rente van 10% per maand, en tot betaling van beslagkosten en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor er verstek is verleend.

De rechtbank heeft de vordering van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat de gevorderde bedragen toewijsbaar zijn. De beslagkosten zijn begroot op € 1.819,76 en de buitengerechtelijke incassokosten op € 975,00. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van eiseres begroot op € 2.226,03. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld.

In de beslissing heeft de rechtbank gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de contractuele rente, de beslagkosten, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken op 14 september 2022 door mr. E.J.C. Adang.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/384545 / HA ZA 22-434
Vonnis van 14 september 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. P. Koeslag te Schijndel,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • het tegen gedaagde verleende verstek;
  • de door eiseres overgelegde beslagstukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 705,76 voor verschotten en € 1.114,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 1.114,00).
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
In het lichaam van de dagvaarding en in de aanmaning uit productie 6 begroot eiseres de buitengerechtelijke incassokosten op € 975, -. Dit bedrag is in lijn met de staffel uit het besluit buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
2.4.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- griffierecht 987,00 [1]
- salaris advocaat
1.114,00(1,0 punt × tarief € 1.114,00)
Totaal € 2.226,03

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 42.871,78 (tweeënveertig duizendachthonderdéénenzeventig euro en achtenzeventig eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van 10% per maand over het toegewezen bedrag met ingang van 10 juli 2022 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.819,76,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de buitengerechtelijke incassokosten, begroot op € 975, -,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 2.226,03, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na wijzing van dit vonnis,
3.5.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.

Voetnoten

1.Rekening gehouden met de beslagkostenveroordeling: € 1.301, - minus € 314, -