Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord terzake artikel 1018c lid 5 Rv en ten principale, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie, met 10 producties.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, die voorligt bij de Rechtbank Oost-Brabant, betreft het een collectieve actie ingesteld door de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) tegen MEBIN B.V. De zaak draait om de inzetbaarheid van het spaarurenmodel zoals vastgelegd in de CAO Mebin 2021-2022. FNV stelt dat Mebin in strijd handelt met de wet en de cao door spaaruren af te boeken van het saldo van werknemers in verband met vorstdagen en onvoldoende werk. FNV heeft een uitvoerige vordering geformuleerd, waarin zij onder andere vraagt om voor recht te verklaren dat het spaarurenmodel niet mag worden ingezet bij onwerkbaar weer en om Mebin te veroordelen tot het uitbetalen van de opgebouwde spaaruren. Mebin heeft verweer gevoerd en stelt dat FNV niet ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat niet voldaan zou zijn aan de eisen voor collectieve acties. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak voldoet aan de ontvankelijkheidseisen en heeft besloten dat er een tweede schriftelijke debatronde moet plaatsvinden om de ontvankelijkheidsvragen te behandelen. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en zal op 4 januari 2023 weer op de rol komen voor het nemen van een conclusie van repliek door FNV.