Uitspraak
- een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (ongemaximeerd);
- een contactverbod met het slachtoffer en met haar werkgever;
- een locatieverbod voor zowel het woonadres van het slachtoffer als haar werkadres, telkens voor de duur van vijf jaren en een vervangende hechtenis van 7 dagen voor elke overtreding door verdachte.
Hoewel de reclassering meent dat slechts een forensisch klinische behandeling kan bijdragen aan recidivebeperking, heeft het PBC vanwege betrokkenes weigering niet tot diagnostiek kunnen komen en derhalve de noodzaak van een klinische behandeling niet kunnen onderzoeken en onderbouwen. Die is wel nodig om betrokkene voor een dergelijke behandeling aan te melden. In het kader van een reclasseringstoezicht met een ambulant behandeltraject, waarvoor betrokkene evenmin openstaat,voorziet de reclassering een ongunstig verloop met een hoge onttrekkingskans
.De reclassering schat de kans op recidive met letselschade in op hoog, zo ook het risico op onttrekken aan voorwaarden.
,zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden als blijkt dat betrokkene zich niet houdt aan voorwaarden zoals geformuleerd in het reclasseringsadvies d.d. 10 januari 2022 of wanneer betrokkene zich niet houdt aan eventuele voorwaarden ten tijden van een V.I.-toezicht.De reclassering voegt dit advies toe, (mede) omdat voor wat betreft het nakomen van bijzondere voorwaarden door verdachte hun prognose niet gunstig is
.