ECLI:NL:RBOBR:2022:863
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-aanvraag na wachttijd; beoordeling medische belastbaarheid en geschiktheid functies
Op 11 maart 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van eiser tegen het UWV, betreffende de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering. Eiser had zich ziekgemeld na een bedrijfsongeval en na het doorlopen van de wachttijd van 104 weken, diende hij op 4 maart 2020 een aanvraag in voor een WIA-uitkering. Het UWV heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiser ging hiertegen in bezwaar, maar het UWV handhaafde zijn standpunt in het bestreden besluit van 16 februari 2021. Eiser stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat zijn beperkingen onvoldoende waren erkend.
Tijdens de zitting op 23 februari 2022, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, werd het standpunt van het UWV verdedigd door een gemachtigde via een skype-verbinding. De rechtbank oordeelde dat het UWV zijn besluit op een zorgvuldige wijze had genomen, waarbij de verzekeringsarts dossierstudie had verricht en eiser had gezien tijdens een spreekuur. De rechtbank concludeerde dat de belastbaarheid van eiser correct was ingeschat en dat de geduide functies geschikt waren. Eiser had geen nieuwe medische informatie ingebracht die zijn standpunt onderbouwde.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiser per 24 mei 2020 geen recht had op een WIA-uitkering. De kosten die eiser had gemaakt in deze procedure werden niet vergoed, aangezien het beroep ongegrond werd verklaard.