Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2]
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 januari 2022 met 10 producties;
- de nadere producties 11 tot en met 19 van [eiseres] ;
- de mondelinge behandeling op 9 februari 2022 die via een skypeverbinding heeft plaatsgevonden;
- de pleitnota van mr. van der Steen met 3 producties;
- de spreekaantekeningen van mr. Yadegari.
2.De relevante feiten
in een verzorgingshuis is opgenomen en bij haar definitieve opname in een verpleegtehuis”.
3.Het geschil in conventie
- € 134.736,24, het bedrag dat zonder recht of titel van haar rekening is overgemaakt naar [gedaagde sub 1] en naar derden;
- € 4.858,30, het bedrag aan houderschapslasten, onderhoudskosten en APK-keuring van de [automerk] ;
- € 6.122,79, proceskosten voorlopig getuigenverhoor;
- € 2.051,23, buitengerechtelijke kosten;
- € 73.217,00, restschuld koop ouderlijke woning.
- het spoedeisend belang ontbreekt en de zaak leent zich niet voor kort geding;
- [gedaagde sub 1] erkent dat zij in totaal € 124.639,38 heeft overgemaakt naar haar eigen rekening, die van haar kinderen en naar die van [gedaagde sub 2] . Deze bedragen zijn door [gedaagde sub 1] gedaan als voorschot op de nalatenschap van erflater. De 4 x schenkingsbedragen heeft [gedaagde sub 1] verricht op verzoek van [eiseres] ;
- De kosten met betrekking tot de woning heeft [eiseres] altijd aan [gedaagde sub 1] vergoed;
- [gedaagde sub 1] heeft een opeisbare vordering op [eiseres] uit hoofde van het testament van erflater;
- [gedaagde sub 1] houdt vast aan de 1e berekening van de notaris met betrekking tot haar kindsdeel, te weten € 152.005,00. Rekening houdend met het totaalbedrag [gedaagde sub 2] € 124.639,38 waarover [gedaagde sub 1] beschikt, heeft zij nog € 27.365,62 tegoed van [eiseres] ;
- [gedaagde sub 1] heeft € 30.000,00 naar [eiseres] overgemaakt. Dit bedrag betreft geen schenking. [gedaagde sub 1] heeft dus nog € 57.365,62 van [eiseres] te vorderen;
- Op de resterende koopprijs van de woning van € 266.850,00 zijn jaarlijks door de ouders van [gedaagde sub 1] en na de dood van wijlen haar vader door [eiseres] jaarlijks bedragen kwijtgescholden ten titel van schenking. Laatstelijk in 2019 heeft [eiseres] € 5.428,00 en € 67.789,00 kwijtgescholden. Dit betekent dat [eiseres] uit dien hoofde geen vordering meer heeft op [gedaagde sub 1] ;
- De vordering van [eiseres] terzake de [automerk] wordt door [gedaagde sub 1] betwist. Uit niets blijkt dat [eiseres] vanaf haar hersenbloeding vond dat [gedaagde sub 1] de kosten van de [automerk] diende over te nemen. [gedaagde sub 1] heeft in de zomer van 2020 de auto overgeschreven op haar naam om te voorkomen dat de vaste lasten van [eiseres] hierover zouden doorlopen.
- Het bedrag van € 626,17 (de helft van de notariskosten voor het opstellen van de herziene berekening van het kindsdeel van [gedaagde sub 1] ) hoeft [gedaagde sub 1] niet te betalen. [gedaagde sub 1] heeft geen opdracht gegeven voor deze tweede berekening;
- Voor de gevorderde buitengerechtelijke kosten bestaat geen grondslag;
- [eiseres] heeft [gedaagde sub 2] ten onrechte betrokken in de onderhavige procedure. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn niet gehuwd in gemeenschap van goederen.
4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie
5.De beoordeling in conventie
De procespositie van [gedaagde sub 2]
6.De beoordeling in (voorwaardelijke) reconventie
7.De beslissing
€ 8.692,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2019 door overboeking van dit bedrag op de bankrekening van [eiseres] ;
€ 92.228,85 (€ 122.228,85 minus 30.000,00), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2020 door overboeking van dit bedrag op de bankrekening van [eiseres] ;