ECLI:NL:RBOBR:2023:2112
Rechtbank Oost-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Leges voor omgevingsvergunning met binnenplanse afwijking; geschil over aanslag en zorgvuldigheidsbeginsel
In deze zaak heeft eiser een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de aanbouw aan zijn woning, waarbij de goothoogte van de aanbouw 3,1 meter bedraagt. Het bestemmingsplan staat een maximale goothoogte van 3 meter toe, met een afwijkingsmogelijkheid van 10%. De gemeente Helmond heeft de aanvraag goedgekeurd, maar eiser is aangeslagen voor leges, waaronder een bedrag voor de binnenplanse afwijking. Eiser betwist de leges voor de binnenplanse afwijking, omdat hij meent dat de gemeente hem had moeten wijzen op de overschrijding van het bestemmingsplan, zodat hij zijn bouwplan had kunnen aanpassen.
De rechtbank heeft op 2 mei 2023 het beroep van eiser behandeld en geconcludeerd dat de aanslag voor de binnenplanse afwijking terecht is. Eiser heeft niet aangetoond dat hij voorafgaand aan de aanvraag heeft aangegeven dat het voor hem belangrijk was om binnen de planregels te blijven. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders niet onzorgvuldig heeft gehandeld door eiser niet te wijzen op de overschrijding. Eiser had zelf de overschrijding kunnen vaststellen door het bestemmingsplan online te raadplegen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en merkt op dat de invorderingskosten in deze procedure niet aan bod komen. Eiser heeft het bedrag van € 327 voor de leges tot op heden niet voldaan, wat heeft geleid tot extra invorderingskosten. De rechtbank kan de rechtmatigheid van de invordering niet beoordelen, en eiser moet zich hiervoor wenden tot de invorderingsambtenaar. De uitspraak op bezwaar is niet in strijd met de wet, en de rechtbank ziet geen aanleiding om het beroep gegrond te verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. A.F. Vink, rechter, in aanwezigheid van mr. L.T.H. Verhagen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2023.