ECLI:NL:RBOBR:2023:2669

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
22/2651
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van Ziektewet-uitkering op basis van verdiencapaciteit en medische beoordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering door het UWV per 14 oktober 2021. Eiseres, die zich op 14 september 2020 ziek meldde, ontving een ZW-uitkering die door het UWV was toegekend. Het UWV beëindigde de uitkering omdat eiseres meer dan 65% van haar eerdere loon zou kunnen verdienen. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met haar medische situatie, waaronder fibromyalgie en andere klachten. De rechtbank beoordeelde of het UWV terecht had besloten dat eiseres in staat was om meer dan 65% van haar loon te verdienen. De rechtbank concludeerde dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de medische beoordeling door de verzekeringsarts B&B adequaat was. Eiseres had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de noodzaak voor een andere beoordeling zouden rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts alle relevante informatie had meegewogen en dat er geen reden was om aan de vastgestelde belastbaarheid van eiseres te twijfelen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering door het UWV standhield. Eiseres kreeg geen proceskosten vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: SHE 22/2651

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. S. Maachi),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. A.P.J. Mijs).

Inleiding

Het UWV heeft de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) van eiseres per 14 oktober 2021 beëindigd, omdat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 23 september 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres is voor het laatst werkzaam geweest als huishoudelijke hulp voor gemiddeld 20,00 uur per week. Op 14 september 2020 heeft eiseres zich ziekgemeld. Zij is ziek uit dienst getreden en het UWV heeft eiseres vervolgens per 3 april 2021 een ZW-uitkering toegekend, waar de werkgever (eigenrisicodrager) verantwoordelijk voor was.
2. Eiseres is vanwege een medisch onderzoek in verband met de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb) opgeroepen voor een spreekuur. Daarna heeft een arbeidskundig onderzoek plaatsgevonden. Hierna heeft het UWV besloten dat de ZW-uitkering van eiseres stopt op 14 oktober 2021
,omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Na een nieuw medisch en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV met het bestreden besluit het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Wat vindt het UWV

4. Het UWV vindt dat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd en heeft daarom besloten om de ZW-uitkering met ingang van 14 oktober 2021 te beëindigen.
5. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 9 september 2022
.De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 3 september 2021
.
6. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 15 september 2022
.

Wat vindt eiseres

7. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat het UWV op basis van onvoldoende medisch onderzoek ten onrechte minder beperkingen aanneemt en heeft daarmee eiseres ten onrechte hersteld gemeld voor de ZW. Eiseres acht het medisch onderzoek onzorgvuldig, omdat de verzekeringsarts B&B onder andere lopende behandelingen, het revalidatietraject en/of onderzoeken niet heeft afgewacht. Hierdoor is essentiële informatie uit de curatieve sector mogelijk niet meegewogen. Eiseres lijdt aan lichamelijke klachten (fibromyalgie, malaiseklachten en leukocytose). Eiseres volgde via Blixembosch een observatiebehandeling. Ook heeft zij gekozen voor medicamenteuze therapie en is zij gestart met revalidatie. Mogelijk zijn er ook klachten veroorzaakt door het ASIA-syndroom, hiervoor loopt nog een onderzoek. Er is sprake van langdurige klachten. Als pijnstilling is een verhoogde dosis Amitriptyline voorgeschreven. Eiseres is hierdoor zeer energetisch beperkt in haar doen en laten. Dit geldt ook in preventieve zin. Verder ervaart eiseres dagelijks zeer vaak pijnlijke steken. Het enige wat eiseres dan kan doen is plat op bed liggen en wachten tot de pijn weer wegtrekt. Een dergelijke pijnaanval duurt ongeveer anderhalf uur tot een hele dag of de rest van de dag. De pijn kan ieder moment opkomen zonder dat daar enige aanleiding voor hoeft te zijn. Eiseres moet dagelijks zware medicatie slikken vanwege haar pijnklachten. Door deze medicatie heeft zij nauwelijks energie om te functioneren. Hoewel de medicatie de pijnen weliswaar tijdelijk iets verdraagzamer maakt, blijft zij hierdoor inactief. Door de (energetische) beperkingen kan eiseres geen normaal dagritme hebben. Eiseres is van mening dat de FML moet worden aangepast met de volgende beperkingen: doelmatig handelen, zelfstandig handelen en handelingstempo. Verder moet een forse urenbeperking worden aangenomen op energetische (grote noodzaak tot recuperatie) en preventieve gronden. Het UWV heeft hierbij ten onrechte de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid buiten beschouwing gelaten.
8. Daarnaast heeft het UWV een onjuist arbeidskundig onderzoek laten verrichten naar de theoretische arbeidsmogelijkheden van eiseres. Eiseres is van mening dat zij de functies, waaronder administratief ondersteunend medewerker, niet kan verrichten. Zij stelt dat de problematiek aan de handen en vingers, waardoor het hand-, vingergebruik nagenoeg onmogelijk is, onjuist is toegepast door de arbeidsdeskundige bij het duiden van de functies. Ook zijn het functies waarbij veel gezeten wordt, hetgeen een contra-indicatie is vanwege de sterke beperking met zitten (tijdens werk). De belastbaarheid wordt in ieder geval op deze twee punten overschreden.

Wat vindt de rechtbank

9. De vraag is of het UWV de ZW-uitkering van eiseres terecht per 14 oktober 2021 heeft beëindigd, omdat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres meer kan verdienen dan 65% van het loon dat zij verdiende voor zij ziek werd, en daarom per 14 oktober 2021 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
11. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Hij heeft eiseres gezien en gesproken tijdens de hoorzitting en de door eiseres ingebrachte medische informatie meegewogen in zijn beoordeling. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
12. Het standpunt van eiseres, dat de verzekeringsarts B&B onder andere lopende behandelingen, het revalidatietraject en/of onderzoeken niet heeft afgewacht en dat daarom het onderzoek onzorgvuldig is, volgt de rechtbank dan ook niet. Uit het rapport van de verzekeringsarts B&B volgt dat hij kennis heeft genomen van de dossiergegevens en tijdens de bezwaarprocedure medische informatie (huisartsendossier inclusief specialistenbrieven) heeft verkregen en deze heeft meegenomen in zijn beoordeling. Verder stelt de verzekeringsarts B&B dat de lopende behandelingen en het re-integratietraject terecht niet zijn afgewacht. Noch ten tijde van de beoordeling door de arts, noch nadien en ten tijde van de beoordeling in bezwaar, zijn nieuwe medische gegevens geobjectiveerd op grond waarvan meer dan wel andere beperkingen hadden moeten worden aangenomen. Ook zijn er geen gegevens naar voren gekomen op grond waarvan de verzekeringsarts B&B had moeten wachten met de beoordeling. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze toelichting van de verzekeringsarts B&B niet te volgen. Bovendien had het op de weg van eiseres gelegen om in beroep alsnog medische informatie te overleggen als zij vindt dat die informatie van belang is.
De beoordeling van de belastbaarheid
13. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Tijdens de bezwaarprocedure is gebleken dat het ASIA-syndroom niet is vastgesteld en geen indicatie is gesteld voor het multidisciplinair traject. Ook wordt voor (een deel van) de door eiseres gebruikte pijnmedicatie geen medische noodzaak gezien. Verder kan niet worden gesteld dat sprake is van een situatie van medisch volledige arbeidsongeschiktheid (geen benutbare mogelijkheden), omdat eiseres niet aan de criteria voldoet die hiervoor zijn gesteld. Voor de door eiseres geclaimde beperking in de duurbelasting (urenbeperking) kan geen medische grondslag worden gevonden volgens de verzekeringsarts B&B. Bij eiseres zijn er geen energetische tekorten die herleidbaar zijn tot een medisch objectiveerbare oorzaak die een beperking in de duurbelasting zou rechtvaardigen. Ook is geen sprake van niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt wegens een medische behandeling. Ten slotte zijn er ook geen aanwijzingen dat de werkzaamheden op deze tijden tot een verslechtering van de gezondheidstoestand van eiseres leiden (er is geen sprake van een ziektebeeld waarbij eiseres zich continue overschat) en hiermee een beperking op preventieve gronden rechtvaardigen.
14. Eiseres voert aan dat de verzekeringsarts B&B onterecht minder beperkingen aanneemt en onvoldoende rekening heeft gehouden met haar klachten. Zij acht zich onder andere meer beperkt op het vlak van persoonlijk functioneren en werktijden. Eiseres heeft haar standpunt niet met medische informatie onderbouwd. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan het standpunt van de verzekeringsarts B&B te twijfelen. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die zijn vastgesteld in de FML van 3 september 2021.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
15. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 3 september 2021 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als huishoudelijke hulp, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en twee reservefuncties) opgeleverd.
Het gaat om:
- ( SBC-code 315133) Medewerker post;
- ( SBC-code 315120) Medewerker ontvangst centrale hal;
- ( SBC-code 315100) Teamondersteuner.
En als reservefuncties (SBC-code 111180) Montagemedewerker/bestukker en (SBC-code 315173) Telefonisch verkoper.
16. De arbeidsdeskundigen hebben in hun rapporten en het resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundigen hebben de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Uit het resultaat functiebeoordeling van 12 september 2021 volgt dat in de functies die zijn geduid in de SBC-codes 315133, 315120 en 315100 geen overschrijding is van de belastbaarheid van eiseres op de items toetsenbord bedienen en muis hanteren, en zitten. Wel is er in de geduide functies sprake van een signalering voor de items repetitieve handelingen en knijp- en/of grijpkracht. De arbeidsdeskundige heeft hierover overleg gehad met de verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft in dit overleg toegelicht dat eiseres beperkt is op dit item als er grotere krachten voor nodig zijn, een beetje kracht zetten is mogelijk. De arbeidsdeskundige heeft hierover in zijn rapport van 12 september 2021 gesteld dat het werk betreft zonder grote knijp-/grijpkracht en repetitieve hand-/vingerbewegingen met grotere krachten komen niet voor. In het resultaat functiebeoordeling van 12 september 2021 heeft de arbeidsdeskundige per signalering gemotiveerd waarom er geen sprake is van overschrijding van de belastbaarheid. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk.
17. Het standpunt van eiseres dat de geduide functies niet passend zijn en dat de belastbaarheid in ieder geval wordt overschreden met betrekking tot de problematiek aan de handen en vingers (waaronder hand- en vingergebruik) en zitten, volgt de rechtbank daarom niet. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiseres in staat is de functies te vervullen. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies verder in twijfel te trekken.
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie geduide functies 88,72% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.

Conclusie en gevolgen

19. Het UWV heeft terecht besloten om per 14 oktober 2021 de ZW-uitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
20. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 31 mei 2023 door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Maas, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.