ECLI:NL:RBOBR:2023:3989
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de hoogte van de WOZ-waarde van een woning in verband met nieuwbouwprojecten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning aan de [adres] te [woonplaats]. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde vastgesteld op € 233.000 voor het kalenderjaar 2022. Eiser is het niet eens met deze waarde en stelt dat de realisatie van een nieuwbouwproject, Heem van Selis, een waardeverlaging van 25% zou moeten rechtvaardigen. De rechtbank heeft op 9 augustus 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde WOZ-waarde niet te hoog is. De rechtbank wijst erop dat de heffingsambtenaar bij de waardebepaling rekening heeft gehouden met vergelijkingsobjecten en dat de verschillen in ligging en andere factoren adequaat zijn gecorrigeerd. Eiser's verwijzing naar een eerdere WOZ-waarde wordt door de rechtbank niet relevant geacht, omdat de WOZ-waarde jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld op basis van actuele marktgegevens. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 augustus 2023 en partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.