Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 december 2022
- de akte indienen producties 3, 4, 5 en 6 van [gedaagde]
- de brief van [eisers] van 24 november 2022 met producties 27 en 28.
2.De feiten
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en [gedaagde] te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding ter hoogte van de herstelkosten, te weten een bedrag van € 80.603,16, met rente,
- subsidiair,
4.De beoordeling
‘Voornamelijk op de volgende locaties: Achtergevel binnenmuur in souterrain, in halletje
‘sprake (geweest)’- , niet of er sprake was van in het verleden bestaande problemen of van op dat moment bestaande problemen. Bovendien blijkt uit die beantwoording – ‘Ja’ en ‘Souterrain’- niets over de ernst en omvang van de problemen terwijl daarover meer bij [gedaagde] bekend was. [gedaagde] heeft gesteld dat hij aan zijn verkoopmakelaar heeft meegedeeld dat de problemen niet waren verholpen maar [eisers] hebben gesteld dat die makelaar dat niet aan hen heeft meegedeeld maar juist heeft verklaard dat er in het verleden op een aantal plekken sprake is geweest van een vochtprobleem dat is opgelost, hetgeen door [gedaagde] niet is betwist en door de makelaar bij e-mail van 16 november 2020 nog is bevestigd. Bovendien heeft de makelaar in zijn door [gedaagde] in het geding gebrachte e-mail van 15 augustus 2022 verklaard dat [gedaagde] hem heeft meegedeeld dat de vochtproblemen waren verholpen. [eisers] hebben betwist dat [gedaagde] de vragenlijst voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst aan hen heeft verstrekt maar ook in het geval dat dit wel is gebeurd, dan moet ook nog worden vastgesteld dat [gedaagde] , gelet op hetgeen daarover bij hem bekend was, in de vragenlijst onvoldoende mededeling heeft gedaan van de bestaande vochtproblemen. Ook via zijn makelaar heeft [gedaagde] onvoldoende over de bestaande vochtproblemen medegedeeld. Dat de vochtproblemen minder groot waren dan wel door [gedaagde] als minder ernstig werden ervaren dan de problemen waarmee [eisers] werden geconfronteerd, doet niet af aan de verplichting van [gedaagde] om van de door hem ervaren vochtproblemen aan [eisers] mededeling te doen. De mededelingsplicht van [gedaagde] stond voorop. De antwoorden op de vragen 5 a en c van de vragenlijst in combinatie met de mededelingen van de makelaar wezen niet op het (nog steeds) bestaan van een serieus vochtprobleem en hoefden voor [eisers] ook daarom geen aanleiding te zijn nader onderzoek te doen. [gedaagde] heeft niet aan zijn mededelingsplicht voldaan en kan in verband daarmee niet aan [eisers] tegenwerpen dat zij niet aan hun onderzoeksplicht hebben voldaan.