Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 november 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. Eiser had op 3 oktober 2021 minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, volgens het UWV, en zijn aanvraag werd afgewezen. Eiser was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat de verzekeringsarts te weinig beperkingen had aangenomen en dat er geen adequaat lichamelijk onderzoek had plaatsgevonden door een geregistreerde verzekeringsarts. Tijdens de zitting op 7 september 2023 werd er een huisartsenjournaal gepresenteerd dat niet eerder bekend was bij de rechtbank en het UWV. De rechtbank heeft de zitting geschorst om het UWV de gelegenheid te geven op dit nieuwe bewijs te reageren. Na beoordeling van de medische situatie van eiser, concludeerde de rechtbank dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser op een overtuigende wijze had gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat de stelling van eiser dat hij volledig arbeidsongeschikt was, niet kon worden gevolgd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht had op de WIA-uitkering en dat de proceskosten niet vergoed zouden worden.