In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is op 10 april 2024 een vonnis gewezen in een incident tot niet-ontvankelijk verklaring. De eiser in het incident, die tevens gedaagde is in de hoofdzaak, is de boedelgevolmachtigde en stelt dat zij ten onrechte niet in die hoedanigheid is gedagvaard. De eiseres in de hoofdzaak is de bewindvoerder van de volmachtgever. De vorderingen in de hoofdzaak zijn gericht op de periode waarin de volmacht liep en de periode daarna, waarbij het gaat om vorderingen van de volmachtgever op de gevolmachtigde.
De procedure betreft de nalatenschap van de moeder van de rechthebbende, die onder beschermingsbewind is gesteld. De beschermingsbewindvoerder heeft een boedelvolmacht afgegeven aan Duet Advies, die bevoegd was om de rechthebbende te vertegenwoordigen. De eiseres in de hoofdzaak vordert onder andere een veroordeling tot het afleggen van rekening en verantwoording door Duet Advies, alsook terugbetaling van gelden die niet zijn verantwoord. Duet Advies vordert in het incident dat de rechtbank de eiseres niet-ontvankelijk verklaart, omdat zij niet in haar hoedanigheid van gevolmachtigde is gedagvaard.
De rechtbank oordeelt dat de boedelvolmacht van Duet Advies niet van rechtswege is geëindigd door de toepassing van de schuldsanering. De vorderingen van de eiseres hebben zowel betrekking op het handelen van Duet Advies tijdens de boedelvolmacht als daarna. De rechtbank wijst de incidentele vordering van Duet Advies af en veroordeelt haar in de proceskosten van het incident. De zaak zal op 24 april 2024 weer op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.