ECLI:NL:RBOBR:2024:1681

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
C/01/398287 / FT RK 23-600 C/01/397978 / FT RK 23-588 C/01/402345 FT RK 23-162
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing inzake intrekking aanwijzing herstructureringsdeskundige en opheffing afkoelingsperiode in besloten akkoordprocedure

Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. De rechtbank heeft de verzoeken van de herstructureringsdeskundige beoordeeld, die onder andere vroeg om de intrekking van zijn aanwijzing, de opheffing van de afkoelingsperiode en de vaststelling van zijn salaris. De herstructureringsdeskundige heeft aangegeven dat er een unaniem aanvaard akkoord is bereikt tussen de schuldenares en de betrokken schuldeisers, waardoor homologatie niet nodig is. Tevens is er geen belang meer bij het handhaven van de afkoelingsperiode, aangezien niet langer voldaan wordt aan de wettelijke vereisten. De rechtbank heeft besloten om de afkoelingsperiode op te heffen en de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige in te trekken. Het verzoek om vaststelling van het salaris van de herstructureringsdeskundige is ook ingewilligd, waarbij het salaris is vastgesteld op € 34.314,95 exclusief btw. De beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank OOST-BRABANT

Team Toezicht, Insolventies – meervoudige kamer
intrekken aanwijzing herstructureringsdeskundige, opheffen afkoelingsperiode en vaststellen salaris
zaak-/rekestnummer:
C/01/398287 / FT RK 23-600
C/01/397978 / FT RK 23-588
C/01/402345 FT RK 23-162
uitspraakdatum: 22 april 2024
beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 371 en artikel 376 lid 11 Faillissementswet (Fw) in de besloten akkoordprocedure van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
hierna te noemen: schuldenares
advocaat: mr. S.A.L.L. Caris

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- de startverklaringen ex artikel 370 lid 3 Fw, gedeponeerd op 23 oktober 2023;
- de beschikking van 10 november 2023, aanwijzen herstructureringsdeskundige en afkondigen afkoelingsperiode;
- de verslagen van de herstructureringsdeskundige van 7 december 2023, 9 januari 2024, 13 februari 2024 en 8 maart 2024;
- de beschikking van 4 maart 2024, vaststellen verhoogd budget herstructureringsdeskundige;
- de beschikking van 15 maart 2024, afkondigen verlenging afkoelingsperiode;
- het verzoekschrift van de herstructureringsdeskundige ex artikel 371 en artikel 376 lid 11 Fw van 16 april 2024;
1.2.
De rechtbank heeft de uitspraak bepaald op vandaag.

2.Het verzoek

De herstructureringsdeskundige heeft – voor zover voor de beoordeling van belang – in het verzoekschrift (samengevat) het volgende aangevoerd.
2.1.
Er is een akkoord aangeboden en alle betrokken schuldeisers hebben met het akkoord ingestemd. Omdat aldus een unaniem aanvaard akkoord tussen schuldenares en de betrokken schuldeisers tot stand is gekomen, kan homologatie achterwege blijven.
2.2.
Als gevolg van de totstandkoming van het akkoord is er geen belang meer bij
handhaving van de afkoelingsperiode en wordt niet langer voldaan aan de vereisten
van artikel 376 leden 1 en 4 Fw. De herstructureringsdeskundige verzoekt de rechtbank daarom de afkoelingsperiode op te heffen.
2.3.
Daarnaast zijn de taken van de herstructureringsdeskundige tot een einde gekomen, zodat de herstructureringsdeskundige om intrekking van zijn aanwijzing verzoekt.
2.4.
De door de herstructureringsdeskundige gemaakte kosten overschrijden het door rechtbank vastgestelde (verhoogde) budget, onder meer doordat de herstructureringsdeskundige nog een verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode heeft ingediend en er verder meer tijd dan begroot moest worden besteed aan het waarderingsrapport van [rapporteur] , de koppeling daarvan aan het akkoordvoorstel en het geïnformeerd houden van de betrokkenen. De herstructureringsdeskundige verzoekt het salaris vast te stellen op € 34.314,95 exclusief btw. Dit bedrag is voorafgaand aan het verzoek met schuldenares gecommuniceerd en door haar akkoord bevonden, aldus steeds de herstructureringsdeskundige.

3.De beoordeling

3.1.
In de beschikking van 10 november 2023 zijn de bevoegdheid van deze rechtbank en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld.
3.2.
De rechtbank ziet af van het opvragen van de zienswijze van schuldenares ten aanzien van de verzoeken van de herstructureringsdeskundige. In het licht van het unaniem aanvaarde onderhandse akkoord is er geen belang bij een zienswijze ten aanzien van de verzoeken tot opheffing van de afkoelingsperiode en tot intrekking van de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige. Verder heeft schuldenares het bedrag van het verzochte salaris volgens mededeling van de herstructureringsdeskundige akkoord bevonden.
3.3.
Nu niet langer wordt voldaan aan de in de wet gestelde eisen voor het handhaven van de afkoelingsperiode, zal de rechtbank deze opheffen.
3.4.
De wet voorziet niet in een beëindiging van de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige van rechtswege als een unaniem aanvaard onderhands akkoord is bereikt. Nu het WHOA-traject is geëindigd, zal de rechtbank de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige intrekken.
3.5.
Het verzoek om vaststelling van het salaris van de herstructureringsdeskundige komt de rechtbank redelijk voor en de rechtbank zal het salaris dienovereenkomstig vaststellen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- heft de afkoelingsperiode op;
- trekt de aanwijzing van mr. J. Beerens als herstructureringsdeskundige in de besloten akkoordprocedure van schuldenares in;
- stelt het salaris van de herstructureringsdeskundige vast op € 34.314,95 exclusief btw;
- bepaalt dat voornoemd salaris ten laste van schuldenares komt;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.A.M. de Bruijn, voorzitter, mr. J.H. Steverink en mr. G. Konings, rechters, en in aanwezigheid van mr. J.B. Biezen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 22 april 2024.
De griffier is buiten staat deze
beschikking mede te ondertekenen