ECLI:NL:RBOBR:2024:3377
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep wegens niet tijdig beslissen door eiseres tegen het UWV
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat het UWV volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag van 15 maart 2022. De aanvraag van eiseres betreft een verzoek om herbeoordeling van het uitkeringsrecht van haar (ex-)werknemer, dat eerder was toegekend op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres na het laatste contact met het UWV meer dan een jaar heeft gewacht voordat zij beroep instelde. Eiseres heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een standpunt in te nemen over de tijdigheid van haar beroep. De rechtbank wijst erop dat een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet aan een termijn gebonden is, maar dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het onredelijk laat is ingediend. In dit geval heeft eiseres haar aanvraag op 15 maart 2022 ingediend en het UWV heeft op 18 juli 2022 een dwangsombesluit genomen. Eiseres heeft pas op 10 april 2024 beroep ingesteld, wat de rechtbank als onredelijk laat beschouwt. De rechtbank heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunt in te nemen, maar er is geen reactie ontvangen. Daarom concludeert de rechtbank dat het beroep van eiseres onredelijk laat is ingediend en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.