ECLI:NL:RBOBR:2024:517
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde woning en onzorgvuldigheid heffingsambtenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een woning. Eiser, eigenaar van een twee-onder-een-kapwoning, had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Reusel-De Mierden, die de waarde op € 338.000 had vastgesteld voor het kalenderjaar 2022. Eiser stelde dat de heffingsambtenaar onzorgvuldig had gehandeld door de door hem overgelegde foto’s niet mee te nemen in de beoordeling van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank oordeelde dat deze onzorgvuldigheid in beroep was hersteld, aangezien de foto’s alsnog waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was, en dat de vergelijkingsobjecten die waren gebruikt voor de waardebepaling voldoende vergelijkbaar waren met de woning van eiser. Eiser had geen onderbouwing gegeven voor zijn bepleite waarde van € 258.000, waardoor de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.