In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 24 december 2024, in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch, staat de eenmalige energietoeslag 2022 centraal. Eiser had op 1 november 2022 een aanvraag ingediend voor deze toeslag, maar het college had deze aanvraag afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het college een ongerechtvaardigd onderscheid heeft gemaakt tussen zelfstandig ondernemers en andere minima door bij de beoordeling van de aanvraag een andere inkomensperiode te hanteren. De rechtbank verklaart artikel 2, zesde lid, van de Beleidsregels onverbindend, voor zover daarin het jaartal 2021 staat vermeld. Dit betekent dat de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaart en het college opdraagt om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank benadrukt dat het college niet om inkomensgegevens over 2021 had mogen vragen, aangezien dit niet in lijn is met de regelgeving voor andere minima. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de behandeling van aanvragen voor de energietoeslag door zelfstandig ondernemers, die in de toekomst gelijk behandeld moeten worden met andere aanvragers.