ECLI:NL:RBOBR:2024:6780

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
C/01/410931 / FA RK 24-5119
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een minderjarige betrokkene in een GGZ-accommodatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 december 2024 uitspraak gedaan over de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige betrokkene. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die op 10 december 2024 was verleend, gewijzigd op verzoek van de officier van justitie. De advocaat van de betrokkene betwistte de rechtmatigheid van de voortzetting van de crisismaatregel, stellende dat er geen sprake zou zijn van een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde echter dat zij niet kon toetsen aan de rechtmatigheid van de primaire beslissing, omdat deze niet voorlag in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een dreigende noodsituatie, waarbij de betrokkene suïcidale plannen heeft en fysiek agressief is geweest. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat de betrokkene zorg nodig heeft. Daarom heeft de rechtbank de gevraagde wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel toegewezen, waarbij de maatregelen van insluiten en toezicht zijn opgelegd. De machtiging geldt tot en met 31 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/410931 / FA RK 24-5119
Datum uitspraak: 18 december 2024
Beschikking wijziging crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [betrokkene] ,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat: mr. A.J.C.W. Scholte-van de Ven te Oss.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 16 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • [betrokkene] , bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam] , psychiater;
  • [naam] , groepsbegeleider.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 31 december 2024. [betrokkene] verblijft met deze machtiging in een accommodatie van [hulpverlener] .

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, zoals die op 10 december 2024 voor [betrokkene] is afgegeven.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De advocaat van [betrokkene] heeft bepleit dat een wijziging van de voortzetting van de crisismaatregel niet mogelijk is, nu die beslissing niet op de juiste grond is genomen en dus onrechtmatig is. Er zou namelijk geen sprake zijn van een psychische stoornis, waardoor de Wvggz niet van toepassing zou zijn. De rechter gaat niet mee in dit standpunt van de advocaat, nu de primaire beslissing tot voortzetting van de crisismaatregel niet voorligt. Om de rechtmatigheid van deze maatregel te toetsen, ligt een andere wettelijke voorziening voor. Nu de rechter niet gaat over de rechtmatigheid van deze beslissing, is het mogelijk te beslissen op het verzoek tot wijziging van de voortzetting van de crisismaatregel.
4.3.
Uit de stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. [betrokkene] maakt suïcidale plannen en brengt ze tot uitvoering wat gevaar voor haar leven oplevert. De afgelopen week was verblijf op de afdeling niet veilig en is [betrokkene] fysiek agressief geweest naar haar moeder en naar een verpleegkundige. Zij heeft daarnaast meerdere strangulatiepogingen gedaan. [betrokkene] is daarom onder nood ingesloten in de separeer. Pogingen haar toe te laten tot de afdeling zijn kortdurend goed verlopen maar leidden vervolgens weer tot een strangulatiepoging.
4.4.
Om deze noodsituatie af te wenden, heeft [betrokkene] zorg nodig.
4.5.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Het lukt onvoldoende om in contact te komen met [betrokkene] en zij blijft verzet vertonen.
4.6.
Daarom is de volgende vorm van verplichte zorg aanvullend nodig:
- insluiten.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.9.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, aldus dat de hierna genoemde vormen van verplichte zorg gelden:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • opnemen in een accommodatie.
4.10.
Deze vormen van verplichte zorg gelden voor de resterende duur van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijzigt de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel die op
10 december 2024 is verleend [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] in
[geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in paragraaf 4.9. kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat de machtiging geldt tot en met 31 december 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024 door mr. dr. V.M. Smits, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. L.J.E. Boudewijns-van den Wijngaard, griffier en op schrift gesteld op 18 december 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.