Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 13 februari 2024 met producties 1 tot en met 3;
- de brief van 11 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De feiten
3.Het geschil
€ 653,59
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, vordert eiseres, vertegenwoordigd door mr. V.G.I. van der Lei, schadevergoeding van gedaagde, een B.V. vertegenwoordigd door mr. R. Charité, wegens schade aan haar auto die is ontstaan tijdens het gebruik van de wasstraat van gedaagde. De procedure begon met een dagvaarding op 31 oktober 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord op 13 februari 2024. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 februari 2025, waarbij eiseres via Teams deelnam. Eiseres stelt dat haar glazen schuifdak is gebroken door een incident in de wasstraat, terwijl gedaagde betwist dat zij aansprakelijk is, stellende dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor de schade door haar gedrag in de wasstraat. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade, omdat eiseres overtuigend heeft aangetoond dat de schade is ontstaan door het gebruik van de wasstraat en gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer. De kantonrechter wijst de vordering van eiseres toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt gedaagde tot betaling van in totaal € 5.550,87, vermeerderd met proceskosten.