Op 4 maart 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs, specifiek amfetamine en MDMA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op of omstreeks 27 februari 2023 in Eindhoven en/of Waalre, samen met anderen, handelingen heeft verricht die gericht waren op het telen, bereiden en vervoeren van stoffen die bestemd waren voor de productie van deze drugs. De tenlastelegging omvatte ook het voorhanden hebben van grote hoeveelheden BMK-glycidezuur, een precursor voor amfetamine, en PMK-glycidezuur, een precursor voor MDMA. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op zijn minst de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij bijdroeg aan de productie van synthetische drugs. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de ernst van de feiten en het eerdere strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke delicten.