Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsbeslissing.
Mijn opname op het forensisch high & intensive care (FHIC) in Poortugaal van Fivoor leverde een ontmoeting op met [betrokkene] . Hij zat al langer vast en wilde wel een huurmoord plegen. Ik heb hem € 5500 euro betaald en gestort als ‘lening’ via mijn KNAB rekening naar zijn ING rekening. Zijn rekening stond op de naam van [betrokkene] . Ik heb opdracht gegeven om een huurmoord te plegen op [slachtoffer] , werkende op [adres 2] . Zij heeft mij vreselijk behandeld en verdiend het om te sterven. Ik ben al eerder veroordeeld voor een bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht tegen deze [slachtoffer] . Zij was mijn psychiater in de [naam instelling] kliniek. Ik wil gelicht worden naar het politiebureau om mijn verhaal te doen.”
De bewezenverklaring.
- “ik heb opdracht gegeven om een huurmoord te plegen op [slachtoffer] ” en
- “ik heb hem 5500 euro betaald en gestort als ‘lening’ via mijn KNAB rekening naar zijn ING rekening” en
- “zij verdiend het om te sterven”
welke woorden die [slachtoffer] vervolgens hebben bereikt;
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
De oplegging van straf en/of maatregel.
De toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
verklaarthet ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaartniet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
verklaartdat het bewezenverklaarde oplevert het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
verklaartverdachte hiervoor strafbaar en
legt op:
de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege;
een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.