Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2025 in de zaak tussen
v.o.f. [naam] , uit [vestigingsplaats] , eiseres
Inleiding
Dat besluit heeft het college op 25 november 2021 genomen.
Beoordeling door de rechtbank
Totstandkoming van het besluit
.
Het college wijst op artikel 4.6 onder p. van de Beleidsregel, in combinatie gelezen met artikel 4.3. In artikel 4.6, onder p, is specifiek nog eens dat bijproducten zijn uitgesloten van een tegemoetkoming. Artikel 4.3 van de Beleidsregel bepaalt dat het moet gaan om schade aan bedrijfsmatige landbouw. Dit ziet niet op de hulpmiddelen of materialen die gebruikt worden bij een bepaalde teelt, maar op de landbouwgewassen zelf, in dit geval tarwe. Dat het niet onredelijk is om alleen directe schade door beschermde diersoorten aan de gewassen zelf te vergoeden, en overige (indirecte) schade redelijkerwijs ten laste van de grondgebruiker te laten, vindt steun in de jurisprudentie. [3] Het college ziet niet in dat dit bij biologische landbouw anders zou zijn dan bij gangbare bedrijven. Het college vindt het niet redelijk dat de kosten voor vervangend stro, bij eiseres wél en bij gangbare bedrijven niet voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen. Eiseres heeft zelf gekozen voor een biologische bedrijfsvoering en om zich te verbinden aan certificeringsvoorwaarden.
Conclusie en gevolgen
(2 x € 907,-) omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen.
Beslissing
mr. A.F. Hooghuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
14 maart 2025.
Informatie over hoger beroep
Bijlage – Relevante wet- en regelgeving
a. (…), of
b. dieren die worden genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern, bijlage I bij het Verdrag van Bonn of de bijlage, onderdeel a, bij deze wet.
2. Een tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend voor zover een belanghebbende schade lijdt of zal lijden aangericht door dieren als bedoeld in het eerste lid, en die schade redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven. Een tegemoetkoming wordt naar billijkheid bepaald.
3. (…)
Artikel 4.6 Gevallen waarin geen tegemoetkoming wordt verleend