ECLI:NL:RBOBR:2025:1560

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
19 maart 2025
Zaaknummer
C/01/413487 / FA RK 25-995
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van een crisismaatregel voor een minderjarige met psychische problemen

Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een 15-jarig kind, aangeduid als [minderjarige]. De rechtbank ontving op 11 maart 2025 een verzoekschrift van de officier van justitie, waarin werd verzocht om de crisismaatregel, die op 10 maart 2025 door de burgemeester was ingesteld, met drie weken te verlengen. Dit verzoek werd gedaan omdat [minderjarige] momenteel verblijft in een instelling en er zorgen zijn over haar medicijninname en gedrag. Tijdens de zitting op 14 maart 2025 waren zowel [minderjarige], haar advocaat, als haar behandelaars aanwezig, evenals haar moeder en oma via telefoon en video.

De rechtbank weegt de zorgen van de behandelaars en de officier van justitie mee, die wijzen op het risico van levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel voor [minderjarige]. De rechter concludeert dat er nog steeds verplichte zorg nodig is, gezien het gevaarlijk gedrag dat [minderjarige] heeft vertoond, waaronder het gebruik van drugs en het niet innemen van medicatie. De rechter besluit de crisismaatregel met drie weken te verlengen, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg worden opgelegd, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechter benadrukt dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om de gezondheid en veiligheid van [minderjarige] te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2025 door mr. W.S. Badri, rechter en kinderrechter, en is op schrift gesteld op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/01/413487 / FA RK 25-995
Datum uitspraak: 14 maart 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. T.W.H.M. Weller te Waalre.

1.Wat is er voorafgegaan?

1.1.
De rechtbank heeft op 11 maart 2025 een verzoekschrift met bijlagen ontvangen. Daarin staat dat de burgemeester van [gemeente] op 10 maart 2025 heeft besloten tot een crisismaatregel voor [minderjarige] . Zij verblijft nu bij de [instelling] , aan de [adres] in [plaats] .
1.2.
De officier van justitie vraagt aan de rechtbank om de crisismaatregel met drie weken te verlengen. Dat betekent dat [minderjarige] in die drie weken dan nog verplichte zorg mag krijgen.
1.3.
De rechter heeft het verzoek op 14 maart 2025 besproken met [minderjarige] en haar advocaat. Daarbij waren ook [naam 1] (GZ-psycholoog en regiebehandelaar) en [naam 2] , (GZ-psycholoog in opleiding tot specialist) aanwezig. De moeder van [minderjarige] heeft via de telefoon deelgenomen en de oma van [minderjarige] via een video-verbinding.

2.Wat vindt iedereen van het verzoek?

2.1.
[minderjarige] is het niet eens met het verzoek. Zij zegt gewoon haar medicatie te zullen nemen. Ook is ze bang dat een machtiging betekent dat zij drie weken niet naar buiten mag of drie weken geen verlof krijgt.
2.2.
De behandelaars vertellen dat de grootste zorg is dat [minderjarige] niet steeds haar medicatie inneemt. Dan gaat ze snel achteruit. Ze wordt onrustiger en heeft moeite met de werkelijkheid en fantasie uit elkaar te houden. [minderjarige] kan dan proberen te vluchten, soms letterlijk vluchten door weg te lopen, maar ook vluchten in drugsgebruik. Dit staat haar behandeling erg in de weg. Ook loopt [minderjarige] gevaar als ze wegloopt, doordat ze in handen kan vallen van mensen met verkeerde bedoelingen.
2.3.
De moeder van [minderjarige] maakt zich veel zorgen om haar. Ze vindt dat het nu wat beter gaat omdat [minderjarige] zich weer meer behandelbaar opstelt. Het zou fijn zijn als ze dan weer om het weekend naar huis kan komen. Wel denkt de moeder dat een verplichting daarbij helpend is. De oma hoopt ook dat [minderjarige] aan de behandeling blijft meewerken en dan weer een beetje op de rails komt.
2.4.
De advocaat van [minderjarige] begrijpt de zorgen en het gevaar dat [minderjarige] heeft gelopen. Hij vindt wel dat [minderjarige] nu goed meewerkt. Daarom vraagt de advocaat zich af of er nog wel een verplichte maatregel moet komen. Volgens hem zouden de behandelaren er ook op kunnen vertrouwen dat [minderjarige] zonder verplichte zorg blijft meewerken aan haar behandeling.

3.Wat vindt de rechter van het verzoek?

3.1.
Als de rechter alles afweegt wat hij heeft gelezen en gehoord, komt hij tot de conclusie dat er nog wel verplichte zorg nodig is voor [minderjarige] . Daarom zal de rechter beslissen om de crisismaatregel met drie weken verlengen. Hieronder zal hij stap voor stap uitleggen hoe hij tot die beslissing is gekomen.
3.2.
De rechter moet eerst beoordelen of er wel sprake is van “onmiddellijk dreigend ernstig nadeel”. De officier van justitie maakte zich namelijk zorgen over het aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel voor [minderjarige] . Daarnaast zijn er zorgen over ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade en gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
3.3.
De rechter vindt deze zorgen wel terecht. [minderjarige] heeft namelijk pas nog drugs gebruikt en is ook (een poosje) gestopt met het innemen van haar medicijnen. Toen heeft zij gevaarlijk gedrag laten zien, zoals weglopen en contact zoeken met onbekenden. Eerder heeft [minderjarige] meerdere keren brand gesticht en is zij agressief geweest naar mensen in haar omgeving.
3.4.
Zowel de behandelaren als de onafhankelijke psychiater zeggen dat de problemen te maken hebben met de autisme en depressies waar [minderjarige] mee worstelt, maar ook met een psychose (mogelijk door de drugs). Dat kan de rechter goed volgen. Ook zijn de zorgen zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Dan wordt er uitgebreider gekeken, maar die procedure duurt ook langer.
3.5.
De rechter moet ook beoordelen of de benodigde zorg op een vrijwillige manier kan worden gegeven. De rechter is het met de advocaat eens dat [minderjarige] nu wel samen lijkt te werken met de behandelaren. Ook is het belangrijk om vertrouwen te hebben dat [minderjarige] zelf de juiste keuzes kan maken. De rechter vindt dat nu alleen nog te vroeg. Het is namelijk heel kort geleden nog fout gegaan. Ook snapt de rechter de behandelaren als zij zeggen dat de crisismachtiging [minderjarige] veel duidelijkheid geeft over wat precies wel en niet mag. Hierdoor verbetert de samenwerking tussen [minderjarige] en de behandelaren en kan de behandeling goed verlopen. Als [minderjarige] de komende tijd laat zien dat zij de goede keuzes kan maken, dan moet zij ook zeker weer het vertrouwen krijgen.
3.6.
De rechter vindt de volgende vormen van verplichte zorg voor [minderjarige] noodzakelijk:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
3.7.
Omdat er geen zorgen zijn over eten of drinken zal de rechter daar geen verplichte zorg voor toewijzen.
3.8.
De rechter vindt dat deze beslissing op dit moment de enige manier is om [minderjarige] te helpen en om ervoor te zorgen dat haar leven en gezondheid niet in gevaar komen. Er zijn op dit moment geen andere manieren om haar goed genoeg te kunnen helpen.
3.9.
Deze crisismaatregel duurt drie weken. Dat betekent niet dat [minderjarige] drie weken niets mag. De rechter gaat ervan uit dat de behandelaren zo veel mogelijk met [minderjarige] , en haar moeder, zullen overleggen over de behandeling en over wat er wel en niet mag. Het is de bedoeling dat er alleen verplichte zorg wordt gebruikt als zij er niet samen uitkomen en er geen andere manieren zijn om [minderjarige] veilig te houden.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in 3.6. kunnen worden toegepast;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 april 2025;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2025 door mr. W.S. Badri, rechter, tevens kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier, en op schrift gesteld op 14 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.