Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
01.385057.24acht de rechtbank op grond van:
- een proces-verbaal van aangifte namens de [slachtoffer 1] van [vertegenwoordiger 1] , d.d. 3 december 2024, opgemaakt en elektronisch ondertekend door verbalisant [verbalisant] , pag. 5-6, en
- een verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 18 maart 2025,
Ten aanzien van 01.363271.24 acht de rechtbank op grond van:
- een proces-verbaal van aangifte namens de [slachtoffer 2] van [vertegenwoordiger 2] , d.d. 24 oktober 2024, opgemaakt en elektronisch ondertekend door verbalisant [verbalisant] , pag. 5-6, en
- een verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 18 maart 2025,
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van de maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
plaatsingin een
inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 jaren.